Nationaal niveau - Nederland
* De jaren waarop gegevens in dit verslag betrekking hebben, variëren, aangezien de gegevens gebaseerd zijn op de meest actuele informatie die per december 2024 voor elke indicator beschikbaar was.
Arbeidsmarkt
Per 1 januari 2024 woonden er ongeveer 17,9 miljoen mensen in Nederland. Het bruto binnenlands product per inwoner bedroeg in 2022 54 100 EUR en was daarmee 52,8 % hoger dan het gemiddelde van 35 400 EUR per inwoner in de EU-27. Tussen 2018 en 2022 is het bbp per hoofd van de bevolking met 20 % gestegen.
BRUTO BINNENLANDS PRODUCT (BBP) PER INWONER (EUR) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 44 900 | 46 900 | 45 700 | 49 700 | 54 100 |
EU-27 | 30 300 | 31 300 | 30 100 | 32 700 | 35 400 |
Note: nama_10r_2gdp, Statistics | Eurostat (europa.eu)
In 2023 waren er in Nederland meer dan 10,1 miljoen mensen actief op de arbeidsmarkt. De arbeidsparticipatie bedroeg 82,4 % en lag daarmee 12 procentpunten hoger dan het gemiddelde in de EU-27 en 5,2 procentpunten hoger dan in 2018. In 2023 bedroeg de arbeidsparticipatie van vrouwen 78,9 %, die van mannen 86 % en die van jongeren 76,5 %, cijfers die allemaal hoger zijn dan het EU-gemiddelde.
Arbeidsparticipatie (%) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 78.2 | 77.8 | 80.1 | 81.8 | 82.4 |
EU-27 | 68.4 | 67.5 | 68.3 | 69.8 | 70.4 | |
Man | Nederland | 82.2 | 81.6 | 83.6 | 85.4 | 86 |
EU-27 | 73.8 | 72.8 | 73.3 | 74.7 | 75.1 | |
Vrouw | Nederland | 74.1 | 73.9 | 76.6 | 78.1 | 78.9 |
EU-27 | 63.1 | 62.2 | 63.3 | 64.9 | 65.7 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
EU-27 | 33.4 | 31.4 | 32.7 | 34.7 | 35.2 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, data refer to working age population (15-64), youth age group (15-24) Statistics | Eurostat (europa.eu)
In 2023 was het werkloosheidspercentage gelijk aan het niveau van 2022. In 2023 was het werkloosheidspercentage weer vergelijkbaar met het niveau van vóór de pandemie (3,8 % in 2018 en 3,4 % in 2019). Het werkloosheidspercentage ligt consequent onder het gemiddelde van de EU-27. In 2023 lag dit cijfer in Nederland 2,6 procentpunten lager dan in de EU-27.
In 2023 was 84,7 % van de actieve beroepsbevolking afkomstig uit Nederland, 4,7 % uit andere EU-lidstaten en 10,6 % uit derde landen. In de EU-27 kwam in 2023 het grootste deel van de beroepsbevolking uit het betreffende land zelf (gemiddeld 85 %), terwijl een kleiner deel uit andere EU-lidstaten kwam (4,3 % en 10,5 % uit derde landen).
In 2022 waren de meeste werknemers werkzaam in de groot- en detailhandel; reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen (19,3 %), gevolgd door de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening (18,8 %), administratieve en ondersteunende diensten (12,4 %) en vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (9,4 %). Wat het aantal bedrijven betreft, zijn de meeste te vinden in de sector vrije beroepen en wetenschappelijke en technische activiteiten (21,2 %), de groot- en detailhandel; reparatie van motorvoertuigen en motorfietsen (14,3 %) en de bouwnijverheid (12,2 %).
In Nederland werkte het hoogste percentage werknemers (39,9 %) bij grote bedrijven met meer dan 250 werknemers. Er waren in Nederland slechts 2 628 bedrijven van deze categorie, die 0,1 % van alle ondernemingen in het land uitmaakten. 28,5 % van de werknemers werkte bij micro-ondernemingen met maximaal 9 werknemers, 15,5 % van de werknemers werkte bij middelgrote ondernemingen met 50 tot 249 werknemers, 9,1 % van de werknemers werkte bij kleine ondernemingen met 20 tot 49 werknemers en 6,9 % van de werknemers werkte bij kleine ondernemingen met 10 tot 19 werknemers.
Vacatures
In 2024 waren in Nederland de beroepsgroepen met de grootste tekorten aan arbeidskrachten: vakspecialisten op het gebied van bedrijfsbeheer en administratie, bouwarbeiders (m.u.v. elektriciens) en wetenschappers en ingenieurs. Aan de andere kant waren de beroepsgroepen met de grootste overschotten aan arbeidskrachten: verleners van persoonlijke diensten, administratief medewerkers en juristen, sociaalwetenschappers en scheppende en uitvoerende kunstenaars.
Lees meer over tekorten en overschotten op de arbeidsmarkt in Europa: Tekorten en overschotten op de arbeidsmarkt in Europa 2023 | Europese Arbeidsautoriteit (europa.eu)
Vacaturegraad
De vacaturegraad (gedefinieerd als het aantal vacatures uitgedrukt als percentage van de totale som van de bezette posten en vacatures) bedroeg in 2023 4,5 % in de industrie, de bouw en de dienstensector, wat 1,7 procentpunt hoger is dan het gemiddelde van de EU-27. Dit percentage is met 0,4 procentpunt gestegen ten opzichte van 2022 en ligt nog steeds boven het percentage van vóór 2020 (3,3 %).
Vacaturegraad (%) | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Netherlands | 3.3 | 2.5 | 3.8 | 4.9 | 4.5 |
EU27 | 2.3 | 1.8 | 2.4 | 3 | 2.8 |
Note: jvs_a_rate_r2, Statistics | Eurostat
De sectoren met de hoogste vacaturegraad waren de gezondheidszorg en maatschappelijke dienstverlening, het onderwijs, kunst, amusement en recreatie, openbaar bestuur en defensie, verplichte sociale verzekeringen, en administratieve en ondersteunende diensten.
Vacaturegraad per sector | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Delfstoffenwinning | 3.3 | 1.5 | 3.6 | 7.3 | 4.5 |
Industrie | 2.9 | 2.2 | 3.6 | 4.4 | 4.1 |
Levering van elektriciteit, gas, stoom en airconditioning | 3.5 | 3.7 | 4.4 | 6.3 | 6 |
Watervoorziening; riolering, afvalbeheer en sanering | 2.9 | 2.6 | 3.5 | 5.1 | 4.3 |
Bouw | 5.2 | 4.1 | 6 | 7 | 6.8 |
Groothandel en detailhandel; reparatie van auto's en motorfietsen | 3.9 | 2.8 | 4.4 | 6 | 5.2 |
Vervoer en opslag | 3.2 | 2 | 3.7 | 4.8 | 4.3 |
Verschaffing van accommodatie en maaltijden | 5 | 2.3 | 6.2 | 8 | 6.4 |
Informatie en communicatie | 6.2 | 4.7 | 7 | 7.6 | 6 |
Financiële en verzekeringsactiviteiten | 4.1 | 3.2 | 3.9 | 5.2 | 4.4 |
Vastgoedactiviteiten | 3.2 | 2.1 | 2.9 | 5 | 3.9 |
Vrije beroepen, wetenschappelijke en technische activiteiten | 4.4 | 3.3 | 5 | 6.3 | 5.8 |
Administratieve en ondersteunende diensten | 1.7 | 1.5 | 2.1 | 2.7 | 2.8 |
Onderwijs | 1.5 | 1.1 | 1.7 | 2.1 | 2.2 |
Menselijke gezondheidszorg en maatschappelijk werk | 2.7 | 2.5 | 3.2 | 4.2 | 4.2 |
Kunst, amusement en recreatie | 2.9 | 1.8 | 3.5 | 4.3 | 4 |
Note: jvs_a_rate_r2, Statistics | Eurostat
Veelgebruikte vacatureportalen
Naam van de organisatie die eigenaar/beheerder van het portaal is (naam in de moedertaal en het Engels) | Soort organisatie (publiek, privaat) | URL/link | Opmerking |
---|---|---|---|
Werk.nl | Publiek | www.werk.nl | Nationale website van het UWV (Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen) |
LinkedIn (Microsoft) | Privaat | www.linkedin.com | Meestgebruikte internationale website in NL |
Eures-portaal (EC) | Publiek | www.eures.europa.eu | Gekoppeld via werk.nl |
Jobbird | Privaat | www.jobbird.nl | Algemene vacaturesite |
Monsterboard | Privaat | www.monsterboard.nl | Algemene vacaturesite |
Indeed | Privaat | www.indeed.nl | Algemene vacaturesite |
Werkzoeken.nl | Privaat | www.werkzoeken.nl | Algemene vacaturesite |
Nationale Vacaturebank | Privaat | www.nationalevacaturebank.nl | Algemene vacaturesite |
Lonen
Minimumloon
Per 1 januari 2024 werd het wettelijk minimumloon in Nederland vastgesteld op 2 070,12 EUR. In Nederland valt 75,6 % van de werknemers onder cao’s.
Maandelijks gemiddeld bruto- en nettoloon
In 2023 was het gemiddelde brutoloon van een alleenstaande 5 190 EUR, terwijl het gemiddelde van de EU-27 3 417 EUR bedroeg. Het bijbehorende nettoloon bedroeg 3 771 EUR in Nederland, vergeleken met 2 351 EUR in de EU-27. Ten opzichte van 2018 stegen de gemiddelde brutolonen in Nederland met 20,7 % en in de EU-27 met 19,8 %. In dezelfde periode stegen de nettolonen in Nederland met 26,2 % en in de EU-27 met 22,1 %.
Gemiddeld bruto- en nettomaandloon in EUR | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Brutoloon | Nederland | 4 414 | 4 559 | 4 693 | 4 901 | 5 190 |
EU-27 | 2 930 | 2 918 | 3 018 | 3 162 | 3 417 | |
Nettoloon | Nederland | 3 117 | 3 262 | 3 388 | 3 522 | 3 771 |
EU-27 | 1 983 | 1 992 | 2 076 | 2 178 | 2 351 |
Note: earn_nt_net, Single person earning 100% average, annual rates transformed into 12 monthly payments. Statistics | Eurostat (europa.eu)
Trends
Ga direct naar Vergrijzende beroepsbevolking | Arbeidsmarktparticipatie van vrouwen | Flexibele arbeidsregelingen | Immigratie | Niet genoeg werkzoekenden met de benodigde vaardigheden | Werken op afstand| Werkloosheid | Werknemers met een handicap
Vergrijzende beroepsbevolking
De beroepsbevolking vergrijst: 22 % is 55-75 jaar oud (2023), vergeleken met 17 % in 2013. Dit is een gevolg van de hogere pensioenleeftijd (67) en duurdere regelingen voor vervroegde uittreding. In de periode 2013-2023 ging jaarlijks een nogal stabiel percentage van ongeveer 1 % van de beroepsbevolking met pensioen en er zijn geen aanwijzingen dat de vergrijzing heeft geleid tot krapte op de arbeidsmarkt. market.
Arbeidsmarktparticipatie van vrouwen
De arbeidsparticipatie van vrouwen tussen de 15 en 74 jaar was in het tweede kwartaal van 2024 69 %, het hoogste percentage in de EU-27. Bij vrouwelijke inwoners van Nederland met een herkomst van buiten de EU-27 is de arbeidsparticipatie echter significant lager (54 %), bijvoorbeeld bij vluchtelingen of echtgenotes van expats. De hoge arbeidsparticipatie van vrouwen is niet alleen te danken aan het hoge opleidingsniveau van vrouwen, maar ook aan het overvloedige aanbod van en de lage belastingen op deeltijdwerk. Door de hoge kosten van kinderopvang blijft er echter vaak weinig over van het deeltijdloon, waardoor het totale aantal gewerkte uren niet verder toeneemt.
Flexibele arbeidsregelingen (met betrekking tot bijvoorbeeld arbeidstijd, werkplek of type contract)
Volgens de internationale definitie van deeltijdwerk werkte 44 % van de werknemers tussen 15 en 74 jaar in het tweede kwartaal van 2024 in deeltijd. Dit is het hoogste percentage van de EU-27. Zowel mannen (25 %) als vrouwen (65 %) voeren de lijst aan binnen de EU-27. De grote flexibiliteit van de Nederlandse arbeidsmarkt komt ook tot uitdrukking in het percentage werknemers met een tijdelijk contract. Ook hier staat Nederland met 27 % bovenaan. Beide unieke kenmerken van de Nederlandse arbeidsmarkt hebben de afgelopen tien jaar geleid tot een enorme groei van de werkgelegenheid, maar roepen ook vragen op over aanhoudende baanonzekerheid voor kwetsbare groepen.
Immigratie (uit de EU, uit derde landen)
Er is een opwaartse trend in het aantal immigranten uit derde landen, zowel expats als vluchtelingen. Voor expats is het gemakkelijk om een gecombineerde vergunning te krijgen, wanneer het maandsalaris meer dan 5 331 EUR bedraagt. Volgens de huidige fiscale regeling is bovendien 30 % van het loon gedurende een periode van vijf jaar belastingvrij (al zal dit percentage iets verlaagd worden naar 27 %). Na vijf jaar verblijf verlaat ongeveer de helft van de expats het land, maar dit percentage neemt af. Ongeveer 60 % van de vluchtelingen uit Oekraïne werkt, wat een zeer hoog percentage is in vergelijking met andere landen en met asielzoekers. Slechts weinigen (23 %) hebben echter een baan gevonden die past bij hun kwalificaties en vaardigheden en velen werken voor een particulier uitzendbureau. Een belangrijke reden voor het niet vinden van een passende baan is hun slechte Nederlandse taalvaardigheid. Slechts weinig asielzoekers werken (6 %) en ook degenen die al een verblijfsvergunning voor onbepaalde tijd hebben gekregen, participeren nauwelijks op de arbeidsmarkt en ontvangen in de meeste gevallen een sociale uitkering. Dit komt door enkele stroperige administratieve regels zoals wachtlijsten voor het krijgen van een socialeverzekeringsnummer en een noodzakelijke werkvergunning voor asielzoekers, maar ook door verplichte herhuisvesting en lage financiële prikkels voor mensen met een uitkering om (laagbetaald) werk te vinden en te accepteren.
Niet genoeg werkzoekenden met de benodigde vaardigheden
In de werkgeversenquête van het UWV werd werkgevers met moeilijk in te vullen vacatures gevraagd mogelijke redenen daarvoor aan te geven. 59 % van hen antwoordde dat sollicitanten in onvoldoende mate over de vereiste vaardigheden beschikten. Bovendien gaf 47 % aan dat sollicitanten te weinig vakkennis hadden.
Werken op afstand
Tussen 2018 en 2023 is het werken op afstand in Nederland geleidelijk toegenomen, van 14 % naar 12,7 %. Ook is het percentage werknemers dat soms op afstand werkt, gestegen van 21,7 % naar 39,2 %. Tijdens de pandemie nam het werken op afstand een hoge vlucht.
Werknemers die thuiswerken als percentage van de totale beroepsbevolking (%) | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Soms | Nederland | 21.7 | 23 | 22.3 | 33.5 | 37.4 | 39.2 |
EU-27 | 8.4 | 9 | 8.6 | 10.7 | 12.3 | 13.3 | |
Meestal | Nederland | 14 | 14.1 | 17.8 | 20.4 | 15.6 | 12.7 |
EU-27 | 5.2 | 5.4 | 12.1 | 13.3 | 10 | 8.9 |
Note: lfsa_ehomp, Product - Datasets - Eurostat
Werkloosheid (bijv. langdurige werkloosheid, jeugdwerkloosheid, werkloosheid van vrouwen, structurele werkloosheid of werkloosheid van laaggeschoolden)
Het werkloosheidspercentage bedroeg in het tweede kwartaal van 2024 3,6 %, waarbij er nauwelijks verschil was tussen mannen en vrouwen. De jeugdwerkloosheid was 8,4 %, na Duitsland het laagste percentage van de EU-27. Van de burgers van buiten de EU-27 was 10,8 % werkloos.
Werknemers met een handicap
In 2023 had 9 % van de werknemers een lichte beperking en nog eens 3 % een ernstige beperking. Van deze 1,1 miljoen werknemers met een beperking ontving 14 % een uitkering.
Noord-Nederland
Ga direct naar Groningen | Friesland | Drenthe
De provincies Groningen, Friesland en Drenthe vormen samen de arbeidsmarktregio Noord-Nederland. De grootste sectoren in Noord-Nederland in termen van het aantal banen zijn zorg en welzijn (165 300, 22 %), de detailhandel (85 200, 11 %) en de industrie (83 900, 11 %).

Er is een grotere concentratie van onderwijsinstellingen en overheidsinstanties in de steden Groningen, Leeuwarden en Assen.
Veel mensen in gemeenten langs de Duitse grens werken in Duitsland. Buiten de steden is er relatief veel werkgelegenheid in de industrie, landbouw, bouw en horeca. Een deel van de werkgelegenheid in deze sectoren is seizoensgebonden.
Er zijn veel uitzendbureaus, maar hun rol is de afgelopen jaren iets afgenomen. In Noord-Nederland is een relatief groot aantal kleine en middelgrote ondernemingen actief.
Over het algemeen is de kennis van het Engels goed, vooral in de steden. De stad Groningen herbergt een groot aantal internationale studenten. Mensen spreken vaak ook een beetje Duits, vooral in de grensgebieden van Groningen en Drenthe.
Vacatures
In 2024 bleven er in Noord-Nederland 27 500 vacatures openstaan. Het merendeel van de niet-vervulde vacatures betreft technische beroepen, met name voor beroepsniveau 2. Dit betreft beroepen zoals onderhoudsmonteurs van (productie)machines, elektriciens, automonteurs, loodgieters en installateurs. Ook veel economische en administratieve vacatures staan nog steeds open. Deze vacatures betreffen veelal beroepsniveau 2, zoals productieplanners, transportplanners, secretariële ondersteuning, medewerkers financiële administratie en klantenservicemedewerkers. Bovendien zijn veel vacatures in de zorg- en welzijnssector in Noord-Nederland nog steeds niet ingevuld. Hierbij gaat het om beroepen zoals verzorgers (beroepsniveau 2), verpleegkundigen (beroepsniveau 3) en artsen (beroepsniveau 4). Ook staan nog altijd veel vacatures voor commerciële beroepen open.
Vacatures voor banen met veel eenvoudige routinetaken (beroepsniveau 1) zijn voornamelijk te vinden in de sector vervoer en logistiek en in de dienstensector. Hierbij gaat het vooral om vakkenvullers, magazijnmedewerkers en schoonmakers.
Tekorten
In Noord-Nederland was er in 2024 sprake van krapte op de arbeidsmarkt. In het tweede kwartaal van 2024 was het tekort het sterkst voelbaar in beroepen in de ICT- en de dienstensector en in beroepen in de zorg, de openbare dienstverlening en het onderwijs. De verwachting is dat het aantal faillissementen, ontslagen en werkloosheidsuitkeringen volgend jaar zal stijgen. Dit betekent niet dat het personeelstekort zal verdwijnen.
Met name in sectoren met belangrijke maatschappelijke taken zijn de tekorten een aanhoudend probleem. Dit geldt vooral voor de zorg, het onderwijs, de publieke sector, ICT en technologie. Deze sectoren hebben al vele jaren te kampen met tekorten. In Noord-Nederland gaat het hierbij om beroepen zoals verzorgers en verpleegkundigen, basisschoolleerkrachten, ambtenaren, ontwikkelaars en veiligheidsspecialisten, monteurs en installateurs. In deze sectoren heerst personeelsschaarste, ongeacht of de economie floreert of niet.
Overschotten
De werkloosheid is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald. Nederland heeft een van de laagste werkloosheidscijfers van Europa. In Noord-Nederland ligt het werkloosheidspercentage rond het landelijk gemiddelde: 4,0 % in Groningen, 3,6 % in Friesland en 3,1 % in Drenthe.
De arbeidsparticipatie in Noord-Nederland is de afgelopen tien jaar enorm gestegen tot 71,2 % in 2023. Nooit eerder waren er zoveel mensen aan het werk. In Noord-Nederland is de arbeidsparticipatie iets lager dan het landelijk gemiddelde. De arbeidsparticipatie van migranten, vrouwen, laaggeschoolde werknemers en ouderen blijft achter.
Medio 2024 stonden er in totaal 111 300 werkzoekenden ingeschreven bij het UWV en bij gemeenten in Noord-Nederland. De meesten van hen ontvangen een sociale uitkering. Geregistreerde werkzoekenden zijn niet allemaal in dezelfde mate beschikbaar voor werk. Ongeveer 28 % van hen combineert een uitkering met betaalde arbeid. Het aandeel werkenden verschilt per type uitkering.
Als we kijken naar de verschillende uitkeringsgroepen, dan hebben degenen die een werkloosheidsuitkering ontvangen (15 900 personen), gemiddeld de beste kans om werk te vinden.
Groningen
Met 596 075 inwoners vertegenwoordigde Groningen in 2023 ongeveer 3,3 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Groningen 155,1 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag boven het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 334 400 mensen actief op de arbeidsmarkt in Groningen. 41,8 % had tertiair onderwijs, 38,9 % secundair onderwijs en 18,9 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Groningen lag in 2023 met 63,6 % 2,5 procentpunten lager dan het nationale gemiddelde in Nederland en in lijn met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 60,6 %, die van mannen 66,6 % en die van jongeren 71,8 %, cijfers die allemaal lager zijn dan het nationale gemiddelde.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Groningen | 58.3 | 57.5 | 61.6 | 63.1 | 63.6 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Groningen | 61.3 | 61.5 | 63 | 66.4 | 66.6 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Groningen | 55.4 | 53.6 | 60.2 | 59.9 | 60.6 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Groningen | 57.6 | 54.3 | 69.7 | 75 | 71.8 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Groningen bedroeg in 2023 4,2 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Groningen | 5.1 | 5.2 | 5.3 | 4.6 | 4.2 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Friesland
Met 659 551 inwoners vertegenwoordigde Friesland in 2023 ongeveer 3,7 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Friesland 109,6 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 361 400 mensen actief op de arbeidsmarkt in Friesland. 34,3 % had tertiair onderwijs, 44,7 % secundair onderwijs en 20,8 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Friesland lag in 2023 met 63,6 % 2,5 procentpunten lager dan het nationale gemiddelde in Nederland en in lijn met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 60,1 %, die van mannen 67,1 % en die van jongeren 79,4 %. De arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen lag onder het nationale gemiddelde, terwijl die van jongeren boven het nationale gemiddelde lag.
arbeidsparticipatie | 2018 | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 61.8 | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Friesland (NL) | 59.4 | 61.4 | 59.9 | 63 | 63.4 | 63.6 | |
Man | Nederland | 67 | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Friesland (NL) | 64.3 | 65.2 | 64.5 | 67.7 | 69.1 | 67.1 | |
Vrouw | Nederland | 56.8 | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Friesland (NL) | 54.5 | 57.5 | 55.3 | 58.5 | 57.7 | 60.1 | |
Jeugd | Nederland | 63.9 | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Friesland (NL) | 64.2 | 66.7 | 63.4 | 73.2 | 75.3 | 79.4 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Friesland bedroeg in 2023 4 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Friesland (NL) | 3.7 | 3.9 | 4.5 | 3.8 | 4 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Drenthe
Met 502 051 inwoners vertegenwoordigde Drenthe in 2023 ongeveer 2,8 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Drenthe 104,2 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 270 300 mensen actief op de arbeidsmarkt in Drenthe. 33,2 % had tertiair onderwijs, 44,6 % secundair onderwijs en 22,1 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Drenthe lag in 2023 met 62,8 % 3,3 procentpunten lager dan het nationale gemiddelde in Nederland en in lijn met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 58,9 %, die van mannen 66,8 % en die van jongeren 80,4 %. De arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen lag onder het nationale gemiddelde, terwijl die van jongeren boven het nationale gemiddelde lag.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Drenthe | 59 | 57.7 | 60.3 | 62.4 | 62.8 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Drenthe | 63.7 | 61.3 | 65.5 | 65.7 | 66.8 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Drenthe | 54.2 | 54 | 55.4 | 59.2 | 58.9 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Drenthe | 65.2 | 62.3 | 75.6 | 81.2 | 80.4 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Drenthe bedroeg in 2023 3,3 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Drenthe | 2.8 | 3.7 | 3.5 | 2.9 | 3.3 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Oost-Nederland
Ga direct naar Overijssel | Gelderland | Flevoland
De provincies Gelderland, Flevoland en Overijssel vormen samen de arbeidsmarktregio Oost-Nederland.
De grootste sectoren in Oost-Nederland in termen van het aantal banen zijn zorg en welzijn (337 700, 18 %), de industrie (215 300, 12 %) en de detailhandel (207 300, 11 %).

De regio is ook een logistieke schakel tussen de Randstad in Nederland en de stedelijke agglomeraties in het Ruhrgebied in Duitsland. Veel mensen werken over de grens in Duitsland. Over het algemeen is de kennis van het Engels goed, terwijl men in de grensgebieden ook het Duits behoorlijk beheerst.
Bovendien is de werkgelegenheid in de grensgebieden grotendeels seizoensgebonden. De seizoensgebondenheid neemt af naarmate je verder naar het westen gaat.
In Oost-Nederland zijn onderwijsinstellingen gevestigd die verschillende opleidingsniveaus aanbieden. De drie universiteiten hebben elk hun eigen specialisatie op het gebied van technologie en innovatie, gezondheidszorg en internationalisering en sociale wetenschappen. Daarnaast wordt op verschillende locaties hoger en middelbaar onderwijs aangeboden.
Vacatures
De meeste openstaande vacatures in Oost-Nederland betreffen technische beroepen, voornamelijk op beroepsniveau 2. Dit betreft beroepen zoals onderhoudsmonteurs van (productie)machines, elektriciens, automonteurs, loodgieters en installateurs. Veel vacatures voor commerciële en administratieve functies kunnen niet worden ingevuld, met name op beroepsniveau 2, waaronder productieplanners, transportplanners, secretariële ondersteuning, medewerkers financiële administratie en klantenservicemedewerkers.
Vacatures voor banen met eenvoudige routinetaken (beroepsniveau 1) zijn voornamelijk te vinden in de dienstensector en in de sector vervoer en logistiek. Hierbij gaat het vooral om vakkenvullers, magazijnmedewerkers en schoonmakers.
Bijna alle vacatures voor ICT- en managementberoepen vereisen een beroepsniveau 4 (hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk/academisch onderwijs).
Tekorten
Op de arbeidsmarkt in Oost-Nederland was er begin 2024 sprake van grote krapte. Het tekort werd het sterkst gevoeld in de ICT-sector, de dienstensector en het onderwijs.
Met name in sectoren met belangrijke maatschappelijke taken zijn de tekorten een aanhoudend probleem. Dit geldt vooral voor de zorg, het onderwijs, de publieke sector, ICT en technologie. Deze sectoren hebben al vele jaren te kampen met tekorten. In Oost-Nederland gaat het hierbij om beroepen zoals verzorgers en verpleegkundigen, basisschoolleerkrachten, ambtenaren, ontwikkelaars en veiligheidsspecialisten, monteurs en installateurs.
Overschotten
De werkloosheid is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald en Nederland heeft een van de laagste werkloosheidspercentages in Europa.
In Oost-Nederland bedroeg het werkloosheidscijfer in 2023 3,3 %.
De nettoarbeidsparticipatie lag op een historisch hoog niveau van 73,8 %. Nooit eerder waren er zoveel mensen aan het werk. Dit komt voornamelijk door de enorme onvervulde vraag, die veel werkgelegenheid oplevert. Als gevolg daarvan zijn er in de regio slechts kleine overschotten.
Medio 2024 stonden er 209 100 werkzoekenden ingeschreven bij het UWV en bij gemeenten in Oost-Nederland. Van de verschillende uitkeringsgroepen hebben mensen met een werkloosheidsuitkering (33 500 personen) de beste kansen om werk te vinden: zij zijn vaak direct inzetbaar en hebben recente werkervaring.
Een groot deel van de ingeschreven werkzoekenden is op zoek naar
administratieve functies zoals secretariële ondersteuning,
medewerker financiële administratie of receptionist. Zij hebben meer moeite om werk te vinden, omdat de vraag naar deze banen afneemt en/of beperkt is.
Overijssel
Met 1 184 333 inwoners vertegenwoordigde Overijssel in 2023 ongeveer 6,6 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Overijssel 127,4 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 676 300 mensen actief op de arbeidsmarkt in Overijssel. 35,8 % had tertiair onderwijs, 43,6 % secundair onderwijs en 20,1 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Overijssel lag in 2023 met 67,3 % 1,2 procentpunt hoger dan het nationale gemiddelde in Nederland en 1,2 procentpunt hoger dan in 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 63,4 %, die van mannen 71,2 % en die van jongeren 81,6 %, cijfers die allemaal hoger zijn dan het nationale gemiddelde.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Overijssel | 62.4 | 62 | 64.4 | 66.1 | 67.3 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Overijssel | 67.3 | 66.6 | 68.7 | 69.9 | 71.2 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Overijssel | 57.5 | 57.5 | 59.9 | 62.3 | 63.4 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Overijssel | 66.8 | 64.4 | 74.8 | 78.7 | 81.6 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Overijssel bedroeg in 2023 2,9 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Overijssel | 3 | 3.5 | 3.8 | 3.3 | 2.9 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Gelderland
Met 2 133 708 inwoners vertegenwoordigde Gelderland in 2023 ongeveer 12 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Gelderland 127,1 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 1 212 700 mensen actief op de arbeidsmarkt in Gelderland. 38,6 % had tertiair onderwijs, 41 % secundair onderwijs en 20,2 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Gelderland bedroeg in 2023 66,4 %, in lijn met het nationale gemiddelde en met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 62,1 %, die van mannen 70,7 % en die van jongeren 79,4 %, cijfers die allemaal hoger zijn dan het nationale gemiddelde.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Gelderland | 61.9 | 61.8 | 64.3 | 66 | 66.4 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Gelderland | 66.8 | 66.8 | 68.7 | 70.6 | 70.7 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Gelderland | 57.2 | 57 | 59.9 | 61.6 | 62.1 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Gelderland | 65.4 | 63.8 | 73.3 | 76.9 | 79.4 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Gelderland bedroeg in 2023 3,3 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Gelderland | 3.1 | 3.5 | 3.9 | 3.5 | 3.3 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Flevoland
Met 444 701 inwoners vertegenwoordigde Flevoland in 2023 ongeveer 2,5 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Flevoland 111 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 259 000 mensen actief op de arbeidsmarkt in Flevoland. 34,9 % had tertiair onderwijs, 42,7 % secundair onderwijs en 22,2 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Flevoland lag in 2023 met 68,9 % 2,8 procentpunten hoger dan het nationale gemiddelde in Nederland en in lijn met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 63,9 %, die van mannen 74 % en die van jongeren 72,9 %. De arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen lag boven het nationale gemiddelde, terwijl die van jongeren onder het nationale gemiddelde lag.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Flevoland | 67.2 | 66 | 66.3 | 68.7 | 68.9 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Flevoland | 72 | 71.4 | 70.2 | 71 | 74 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Flevoland | 62.4 | 60.7 | 62.3 | 66.5 | 63.9 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Flevoland | 65.2 | 60.4 | 68.8 | 72.8 | 72.9 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Flevoland bedroeg in 2023 4,3 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Flevoland | 3.5 | 3.9 | 4.6 | 3.3 | 4.3 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
West-Nederland
Ga direct naar Utrecht | Noord-Holland | Zuid-Holland | Zeeland
De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland vormen samen de arbeidsmarktregio West-Nederland.
De grootste sectoren in West-Nederland, gemeten naar het aantal banen van werknemers, zijn zorg en welzijn (681 200, 15 %), de detailhandel (441 500, 10 %) en specialistische zakelijke dienstverlening (405 400, 9 %).

De regio omvat onder andere de Randstad, waar de vier grootste steden van het land liggen (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht). Vanwege de korte afstanden tussen de steden pendelen veel mensen.
Noemenswaardige locaties zijn de haven van Rotterdam, het bestuurlijke centrum van Den Haag en natuurlijk de hoofdstad Amsterdam, die veel toeristen trekt en waar veel internationale hoofdkantoren zijn gevestigd.
In West-Nederland zijn onderwijsinstellingen gevestigd die verschillende opleidingsniveaus aanbieden. Verschillende universiteiten in de hierboven genoemde grote steden, maar ook in Leiden en Delft, hebben elk hun eigen specialisatie op het gebied van technologie en innovatie, gezondheidszorg en samenleving. Daarnaast wordt op verschillende locaties hoger en middelbaar onderwijs aangeboden.
Vacatures
In West-Nederland staan de meeste vacatures voor technische beroepen open, met name op beroepsniveau 2. Dit betreft beroepen zoals onderhoudsmonteurs van (productie)machines, elektriciens, automonteurs, loodgieters en installateurs. Veel vacatures voor commerciële en administratieve functies kunnen niet worden ingevuld, met name op beroepsniveau 2, waaronder productieplanners, transportplanners, secretariële ondersteuning, medewerkers financiële administratie en klantenservicemedewerkers.
In West-Nederland staan bijna evenveel vacatures open op beroepsniveau 4. Dit zijn vacatures voor ICT- en managementberoepen, maar ook administratieve beroepen zoals accountants en organisatieadviseurs.
Vacatures voor banen met eenvoudige routinetaken (beroepsniveau 1) zijn voornamelijk te vinden in de dienstensector en in de sector vervoer en logistiek. Hierbij gaat het vooral om vakkenvullers, magazijnmedewerkers en schoonmakers.
Tekorten
De arbeidsmarkt in West-Nederland was begin 2024 gekenmerkt door grote krapte. Het tekort werd het sterkst gevoeld in de ICT-sector, de dienstensector en het onderwijs.
Met name in sectoren met belangrijke maatschappelijke taken zijn de tekorten een aanhoudend probleem. Dit geldt vooral voor de zorg, het onderwijs, de publieke sector, ICT en technologie. Deze sectoren hebben al vele jaren te kampen met tekorten. In West-Nederland gaat het hierbij om beroepen zoals verzorgers en verpleegkundigen, basisschoolleerkrachten, ambtenaren, ontwikkelaars en veiligheidsspecialisten, monteurs en installateurs.
Overschotten
De werkloosheid is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald en Nederland heeft een van de laagste werkloosheidspercentages in Europa.
In West-Nederland lag het werkloosheidspercentage in 2023 in de vier grootste steden met 3,6 % iets hoger dan het nationale gemiddelde, en in de omliggende regio’s iets lager.
De arbeidsparticipatie in de verschillende regio’s bevindt zich ook op een historisch hoog niveau en ligt bijna overal boven het nationale gemiddelde van 73,1 %. Nooit eerder waren er zoveel mensen aan het werk. Dit komt voornamelijk door de enorme onvervulde vraag, die veel werkgelegenheid oplevert. Als gevolg daarvan zijn er in de regio slechts kleine overschotten.
Medio 2024 stonden er 420 000 werkzoekenden ingeschreven bij het UWV en bij gemeenten in West-Nederland. Van de verschillende uitkeringsgroepen hebben mensen met een werkloosheidsuitkering (69 800 personen) de beste kansen om werk te vinden: zij zijn vaak direct inzetbaar en hebben recente werkervaring.
Een groot deel van de ingeschreven werkzoekenden is op zoek naar administratieve functies zoals secretariële ondersteuning,
medewerker financiële administratie of receptionist. Zij hebben meer moeite om werk te vinden, omdat de vraag naar deze banen afneemt en/of beperkt is.
Utrecht
Met 1 387 643 inwoners vertegenwoordigde Utrecht in 2023 ongeveer 7,8 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Utrecht 186,4 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim boven het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 819 400 mensen actief op de arbeidsmarkt in Utrecht. 51,4 % had tertiair onderwijs, 30,8 % secundair onderwijs en 17,4 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Utrecht lag in 2023 met 69,7 % 3,6 procentpunten hoger dan het nationale gemiddelde in Nederland en in lijn met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 63,8 %, die van mannen 75,7 % en die van jongeren 76,7 %, cijfers die allemaal hoger zijn dan het nationale gemiddelde.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Utrecht | 66.6 | 65.8 | 67.6 | 69.2 | 69.7 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Utrecht | 71.9 | 70.5 | 73.8 | 75.1 | 75.7 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Utrecht | 61.7 | 61.3 | 61.8 | 63.5 | 63.8 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Utrecht | 65.9 | 61.4 | 70.4 | 73.9 | 76.7 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Utrecht bedroeg in 2023 3,3 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Utrecht | 2.9 | 3.5 | 4 | 3.3 | 3.3 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Noord-Holland
Met 2 952 622 inwoners vertegenwoordigde Noord-Holland in 2023 ongeveer 16,6 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Noord-Holland 196,3 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim boven het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 1 725 200 mensen actief op de arbeidsmarkt in Noord-Holland. 46,4 % had tertiair onderwijs, 33,3 % secundair onderwijs en 19,8 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Noord-Holland lag in 2023 met 67,3 % 1,2 procentpunten hoger dan het nationale gemiddelde in Nederland en in lijn met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 63,3 %, die van mannen 71,4 % en die van jongeren 74,8 %. De arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen lag boven het nationale gemiddelde, terwijl die van jongeren onder het nationale gemiddelde lag.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Noord-Holland | 64.4 | 64.2 | 65.3 | 67.1 | 67.3 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Noord-Holland | 69 | 69 | 69.4 | 72.1 | 71.4 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Noord-Holland | 60 | 59.5 | 61.3 | 62.2 | 63.3 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Noord-Holland | 64.3 | 61.4 | 71.4 | 74 | 74.8 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Noord-Holland bedroeg in 2023 3,8 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Noord-Holland | 3.1 | 3.9 | 4.5 | 3.6 | 3.8 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Zuid-Holland
Met 3 804 906 inwoners vertegenwoordigde Zuid-Holland in 2023 ongeveer 21,4 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Zuid-Holland 148,6 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 2 156 700 mensen actief op de arbeidsmarkt in Zuid-Holland. 41,6 % had tertiair onderwijs, 37,2 % secundair onderwijs en 20,7 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Zuid-Holland bedroeg in 2023 66 %, in lijn met het nationale gemiddelde en met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 61,2 %, die van mannen 70,8 % en die van jongeren 72,3 %. De arbeidsparticipatie van vrouwen en jongeren lag onder het nationale gemiddelde, terwijl die van mannen boven het nationale gemiddelde lag.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Zuid-Holland | 62.2 | 61.7 | 63.6 | 65 | 66 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Zuid-Holland | 67.4 | 66.6 | 67.5 | 69.4 | 70.8 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Zuid-Holland | 57.1 | 56.9 | 59.9 | 60.8 | 61.2 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Zuid-Holland | 62.7 | 59.4 | 67.6 | 73.2 | 72.3 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Zuid-Holland bedroeg in 2023 4 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Zuid-Holland | 4 | 4.4 | 5.1 | 3.9 | 4 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Zeeland
Met 391 124 inwoners vertegenwoordigde Zeeland in 2023 ongeveer 2,2 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Zeeland 129,7 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 211 000 mensen actief op de arbeidsmarkt in Zeeland. 28,7 % had tertiair onderwijs, 46 % secundair onderwijs en 25,1 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Zeeland lag in 2023 met 63,6 % 2,5 procentpunten lager dan het nationale gemiddelde in Nederland en 1,3 procentpunten hoger dan in 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 56,8 %, die van mannen 70,5 % en die van jongeren 82,2 %. De arbeidsparticipatie van vrouwen en mannen lag onder het nationale gemiddelde, terwijl die van jongeren boven het nationale gemiddelde lag.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Zeeland | 60.1 | 59.1 | 63.1 | 62.3 | 63.6 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Zeeland | 66.3 | 63.9 | 66.1 | 68.4 | 70.5 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Zeeland | 54.2 | 54.3 | 59.9 | 56.2 | 56.8 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Zeeland | 74.3 | 73.8 | 78.7 | 79.6 | 82.2 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Zeeland bedroeg in 2023 2,1 % en was daarmee 1,4 procentpunten lager dan het nationale gemiddelde van dat jaar en in lijn met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Zeeland | 2.6 | 2.6 | 3.6 | 2.6 | 2.1 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Zuid-Nederland
Ga direct naar Noord-Brabant | Limburg
De provincies Noord-Brabant en Limburg vormen samen de arbeidsmarktregio Zuid-Nederland.
De grootste sectoren in Zuid-Nederland in termen van aantal banen zijn zorg en welzijn (315 800, 16 %), de industrie (271 900, 14 %) en de detailhandel (201 900, 10 %).

De werkgelegenheid in de provincie Limburg is sterk seizoensgebonden. Met name Zuid-Limburg heeft de reputatie van een toeristische bestemming. In de stedelijke centra is er een sterke concentratie van bedrijven en instellingen op het gebied van overheidsdiensten en zorg. Eindhoven wordt gekenmerkt door een concentratie van innovatie en technische ontwikkeling. Logistieke en transportbedrijven zijn voornamelijk gevestigd in West- en Midden-Brabant.
In Zuid-Nederland is er veel grensoverschrijdend woon-werkverkeer met zowel België als Duitsland. Over het algemeen is de kennis van het Engels goed, terwijl men in de grensgebieden ook het Duits behoorlijk beheerst.
In Zuid-Nederland zijn onderwijsinstellingen gevestigd die verschillende opleidingsniveaus aanbieden. De drie universiteiten hebben elk hun eigen specialisatie op het gebied van technologie en innovatie, gezondheidszorg en internationalisering en sociale wetenschappen. Daarnaast wordt op verschillende locaties hoger en middelbaar onderwijs aangeboden.
Vacatures
In Zuid-Nederland blijven de meeste vacatures voor technische beroepen openstaan, met name op beroepsniveau 2. Dit betreft beroepen zoals onderhoudsmonteurs van (productie)machines, elektriciens, automonteurs, loodgieters en installateurs. Veel vacatures voor commerciële en administratieve functies kunnen niet worden ingevuld, met name op beroepsniveau 2, waaronder productieplanners, transportplanners, secretariële ondersteuning, medewerkers financiële administratie en klantenservicemedewerkers.
Vacatures voor banen met eenvoudige routinetaken (beroepsniveau 1) zijn voornamelijk te vinden in de dienstensector en in de sector vervoer en logistiek. Hierbij gaat het vooral om vakkenvullers, magazijnmedewerkers en schoonmakers.
Bijna alle vacatures voor ICT- en managementberoepen vereisen een beroepsniveau 4 (hoger beroepsonderwijs en wetenschappelijk/academisch onderwijs).
Tekorten
De arbeidsmarkt in het zuidelijke deel van Nederland was begin 2024gekenmerkt door grote krapte. Het tekort werd het sterkst gevoeld in beroepen in de ICT- en dienstensector en beroepen in zorg en welzijn.
Met name in sectoren met belangrijke maatschappelijke taken zijn de tekorten een aanhoudend probleem. Dit geldt vooral voor de zorg, het onderwijs, de publieke sector, ICT en technologie. Deze sectoren hebben al vele jaren te kampen met tekorten. In Zuid-Nederland gaat het hierbij om beroepen zoals verzorgers en verpleegkundigen, basisschoolleerkrachten, ambtenaren, ontwikkelaars en veiligheidsspecialisten, monteurs en installateurs.
Overschotten
De werkloosheid is de afgelopen jaren aanzienlijk gedaald en Nederland heeft een van de laagste werkloosheidspercentages in Europa.
Het werkloosheidspercentage in Zuid-Nederland bedroeg in 2023 3,3 %.
De arbeidsparticipatie in de regio ligt op een historisch hoog niveau van 72,4 %. Nooit eerder waren er zoveel mensen aan het werk. Dit komt voornamelijk door de enorme onvervulde vraag, die veel werkgelegenheid oplevert. Als gevolg daarvan zijn er in de regio slechts kleine overschotten.
Medio 2024 stonden er 204 000 werkzoekenden ingeschreven bij het UWV en bij gemeenten in Zuid-Nederland. Van de verschillende uitkeringsgroepen hebben mensen met een werkloosheidsuitkering (38 800 personen) de beste kansen om werk te vinden: zij zijn vaak direct inzetbaar en hebben recente werkervaring.
Een groot deel van de ingeschreven werkzoekenden is op zoek naar administratieve functies zoals secretariële ondersteuning, medewerker financiële administratie of receptionist. Zij hebben meer moeite om werk te vinden, omdat de vraag naar deze banen afneemt en/of beperkt is.
Noord-Brabant
Met 2 626 210 inwoners vertegenwoordigde Noord-Brabant in 2023 ongeveer 14,7 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Noord-Brabant 155,1 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag boven het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 1 510 000 mensen actief op de arbeidsmarkt in Noord-Brabant. 39,1 % had tertiair onderwijs, 38 % secundair onderwijs en 22,5 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Noord-Brabant bedroeg in 2023 66,6 %, in lijn met het nationale gemiddelde en met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 62,2 %, die van mannen 71 % en die van jongeren 79,9 %, cijfers die allemaal hoger zijn dan het nationale gemiddelde.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Noord-Brabant | 63.2 | 63.1 | 65.4 | 66.1 | 66.6 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Noord-Brabant | 68.3 | 67 | 70 | 70.4 | 71 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Noord-Brabant | 58.1 | 59.2 | 60.7 | 61.7 | 62.2 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Noord-Brabant | 69.5 | 67.6 | 75.5 | 77.9 | 79.9 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Noord-Brabant bedroeg in 2023 3,2 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Noord-Brabant | 3.2 | 3.5 | 3.2 | 3 | 3.2 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over
Limburg (NL)
Met 1 128 367 inwoners vertegenwoordigde Limburg in 2023 ongeveer 6,3 % van de bevolking in Nederland.
Het bruto binnenlands product per hoofd van de bevolking, gecorrigeerd voor koopkracht (KKS), bedroeg in Limburg 136,2 % van het gemiddelde in de EU-27 en lag ruim onder het nationale gemiddelde van 152,8 %.
In 2023 waren er meer dan 602 800 mensen actief op de arbeidsmarkt in Limburg. 35,4 % had tertiair onderwijs, 40,4 % secundair onderwijs en 23,7 % primair onderwijs gevolgd. De arbeidsparticipatie in Limburg lag in 2023 met 60,7 % 5,4 procentpunten lager dan het nationale gemiddelde in Nederland en in lijn met de cijfers van 2022.
De arbeidsparticipatie van vrouwen bedroeg in 2023 56,1 %, die van mannen 65,3 % en die van jongeren 75,1 %, cijfers die allemaal lager zijn dan het nationale gemiddelde.
arbeidsparticipatie | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 | |
---|---|---|---|---|---|---|
Totaal | Nederland | 62.6 | 62.1 | 64.2 | 65.5 | 66.1 |
Limburg (NL) | 58.5 | 57.2 | 58.8 | 60.1 | 60.7 | |
Man | Nederland | 67.5 | 66.8 | 68.4 | 70 | 70.6 |
Limburg (NL) | 63.8 | 62.5 | 63 | 63 | 65.3 | |
Vrouw | Nederland | 57.8 | 57.5 | 59.9 | 61.2 | 61.7 |
Limburg (NL) | 53.4 | 52.1 | 54.7 | 57.1 | 56.1 | |
Jeugd | Nederland | 65.3 | 62.5 | 71.7 | 75.5 | 76.5 |
Limburg (NL) | 66.2 | 62.2 | 70.1 | 75.2 | 75.1 |
Note: lfst_r_lfe2emprt, Statistics | Eurostat (europa.eu), data refer to age group 15 years or over
Het werkloosheidspercentage in Limburg bedroeg in 2023 3,4 %, in lijn met het nationale gemiddelde van dat jaar en met het voorgaande jaar.
werkloosheidspercentage | 2019 | 2020 | 2021 | 2022 | 2023 |
---|---|---|---|---|---|
Nederland | 3.4 | 3.8 | 4.2 | 3.5 | 3.5 |
Limburg (NL) | 3.1 | 3.5 | 3.8 | 3.6 | 3.4 |
Note: lfst_r_lfu3rt, Statistics | Eurostat, data refer to age group 15 years or over