In België zijn er diverse manieren om werk te zoeken en vacatures te vinden:
Openbare diensten voor arbeidsvoorziening
- Forem voor Wallonië
- VDAB voor Vlaanderen
- Actiris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest
- Het ADG voor de Duitstalige Gemeenschap
Andere partijen op de arbeidsmarkt
- Wervings- en selectiebureaus
- Selor (selectiebureau van de federale overheid)
- Bedrijven
- Uitzendorganisaties of -bureaus
Media
- Internet
- Sociale media/zakelijke netwerksites (LinkedIn, Facebook, Twitter, Instagram enz.)
Pers
n het weekend is er in sommige kranten nog een rubriek met vacatures te vinden. De belangrijkste Nederlandstalige dagbladen zijn: De Morgen, De Standaard,
Het Nieuwsblad, De Tijd, Het Laatste Nieuws. Aan de Franstalige kant zijn de belangrijkste dagbladen: La Dernière Heure, Le Soir, La Libre Belgique, La Meuse, L’Écho. Aan de Duitstalige kant gaat het om: Grenz-Echo.
Lokale reclamebladen en regionale kranten (Vlan enz.)
Veel vacatures zijn “verborgen”, d.w.z. dat ze niet aan het grote publiek worden meegedeeld. U kunt open solliciteren naar deze vacatures. De “verborgen” banenmarkt is toegankelijk via bedrijvengidsen, sociale netwerken, dagbladen en vaktijdschriften enz.
Links:
Titel/naam | URL |
Openbare dienst voor arbeidsbemiddeling – Brussels-Hoofdstedelijk Gewest | www.actiris.brussels |
Waalse overheidsdienst voor werkgelegenheid | http://www.forem.be |
Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling – Vlaanderen | http://www.vdab.be |
Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling – Duitstalige Gemeenschap | http://www.adg.be |
Selor (selectiebureau van de federale overheid) | http://www.selor.be |
Federatie van uitzendarbeid | http://www.federgon.be |
Monster (vacaturesite met zoekfunctie) | http://www.monster.be |
Jobs in the”EU bubble” | Euractiv JobSite , leader in jobs in Brussels and EU affairs. |
Stepstone (vacaturesite met zoekfunctie) | http://www.stepstone.be |
Références (vacaturesite met zoekfunctie) | https://references.be |
Jobijoba (zoekmachine voor werk) | http://www.jobijoba.be |
Alterjob (ethische/duurzame banen) | http://www.alterjob.be |
Guide social (banen in de non-profitsector) | http://www.guidesocial.be |
Socius | https://socius.be/vacature |
Jobat (zoeken per provincie) | http://www.jobat.be |
Vlan (zoeken per regio) | http://www.vlan.be |
Het Laatste Nieuws (pers) | http://www.hln.be |
La Dernière Heure (pers) | http://www.dhnet.be |
De Standaard (pers) | http://www.standaard.be |
Le Soir (pers) | http://www.lesoir.be |
De Tijd (pers) | http://www.tijd.be |
Grenz-Echo (pers) | http://www.grenzecho.be |
De Morgen | http://www.demorgen.be |
LinkedIn (zakelijk netwerk) | https://be.linkedin.com |
Viadeo (zakelijk netwerk) | http://be.viadeo.com |
CV
De meeste werkgevers lezen eerst een cv en dan pas een motivatiebrief. Het is uw visitekaartje. In uw cv moeten uw sterke punten en competenties naar voren komen om de interesse van een werkgever te wekken. Daarom moet het gemakkelijk leesbaar zijn, er verzorgd uitzien en helder zijn opgesteld. Een cv bevat de volgende elementen:
- Persoonsgegevens – Naam, voornaam, adres, telefoonnummer (geef ook het internationaal toegangsnummer), e-mailadres ; geen foto (behalve wanneer dit voor de functie belangrijk is of wanneer de werkgever erom vraagt). Om elke vorm van discriminatie in de sollicitatieprocedure te voorkomen, hoeven geen privégegevens te worden vermeld (leeftijd, nationaliteit, gezinssituatie, geslacht).
- De functie of baan waar u naar solliciteert – Vermeld in de titel de gewenste baan of functie (gebruik de Belgische functiebenamingen).
- Ervaring – Dit is het belangrijkste onderdeel van uw cv. Rangschik uw ervaringen van de meest recente naar de oudste. Maak een lijst van de functies die u hebt bekleed en beschrijf kort de inhoud van elke functie: de belangrijkste taken en verantwoordelijkheden (aantal werknemers waarop u toezicht hield, budget enz.), successen en grote projecten die u hebt afgerond. Voeg informatie toe over het bedrijf (aantal werknemers, omzet). Pas afgestudeerden kunnen stages of andere relevante persoonlijke ervaring noemen (vrijwilligerswerk enz.).
- Studies – Rangschik studies van de meest recente naar de oudste, niet verder teruggaand dan middelbaar onderwijs of zelfs hoger onderwijs. Noem de titel van uw afstudeerscriptie en/of uw proefschrift en eventueel uw resultaten. Wees voorzichtig met diplomanamen en andere benamingen die specifiek zijn voor uw land van herkomst, maar die de werkgever wellicht niet kent.
- Aanvullende opleiding – Seminars en opleidingen die van belang zijn voor de gewenste functie en het bedrijf waarbij u solliciteert.
- Kennis en vaardigheden – Aantoonbare kennis die u bezit op een specifiek gebied, zoals computervaardigheden, technische kennis of andere vaardigheden.
- Talenkennis – Deze informatie kunt u het beste in een aparte rubriek onderbrengen, want talenkennis is in België van groot belang (Frans in Wallonië en Brussel, Nederlands in Vlaanderen en Brussel en Duits in de Duitstalige gemeenschap). Gebruik het Europees Referentiekader (ERK) om uw niveau te bepalen.
- Interesses – Geef een overzicht van uw sportieve en culturele activiteiten en uw vrijwilligerswerk om de werkgever een idee te geven van uw persoonlijkheid. Vermeld ook bepaalde algemene vaardigheden die nuttig kunnen zijn in een werkomgeving.
Geef uw cv een persoonlijke noot – Geef blijk van creativiteit in de lay-out (maar hou het overzichtelijk) en leg de nadruk op uw praktische vaardigheden (knowhow). Wees eerlijk.
Publiceer uw cv ook online om het voor recruiters zichtbaar te maken. De meeste vacaturesites bieden deze mogelijkheid. Hou ook uw LinkedIn profiel up-to-date en in overeenstemming met uw cv.
Motivatiebrief
Stem uw motivatiebrief af op het bedrijf of de vacature waarop u reageert. In uw sollicitatiebrief stelt u zich voor. Beschrijf zowel uw persoonlijkheid als uw profiel. Geef duidelijk aan wat uw sterke punten zijn en in welk opzicht u zich onderscheidt van andere kandidaten met hetzelfde diploma. Zorg ervoor dat uw brief meteen opvalt.
Bij een open sollicitatie solliciteert u bij een bepaald bedrijf, maar reageert u niet op een specifieke vacature. Dat maakt het schrijven van een motivatiebrief er niet gemakkelijker op, want u kunt uw brief niet afstemmen op een concrete baan. Daarom is het belangrijk uw carrièredoelstellingen helder en overtuigend neer te zetten. Houd altijd in gedachten dat er geen algemene regels zijn voor het schrijven van een goede motivatiebrief en dat iedere werkgever zijn eigen opvattingen heeft. Motiveer in dit geval ook waarom u bij dit specifieke bedrijf solliciteert.
Links:
Titel/naam | URL |
Een cv opstellen (in het Nederlands) | http://www.vdab.be/werkinzicht/cvtips.shtml |
Hulp bij het schrijven van een cv en een motivatiebrief in Brussel | http://www.actiris.brussels/fr/citoyens/beneficier-d-un-coaching |
Een cv opstellen in Wallonië | https://www.leforem.be/particuliers/mon-CV.html |
Een motivatiebrief schrijven in Wallonië | https://www.leforem.be/particuliers/lettre-de-motivation.html |
Hulp bij het zoeken naar een baan in Wallonië | https://www.leforem.be/particuliers/emploi-box.html |
Een Europees cv opstellen Hulp bij het schrijven van een motivatiebrief en een cv | https://europa.eu/europass/en |
Gemeenschappelijk Europees referentiekader | https://europass.europa.eu/nl/common-european-framework-reference-langu… |
Definitie
Een stagiair wordt gedefinieerd als een persoon die regulier onderwijs volgt en in het kader van deze opleiding werkzaamheden verricht voor een werkgever, onder dezelfde voorwaarden als werknemers in dienst van deze werkgever, met de bedoeling werkervaring op te doen.
Om in België als stagiair aan de slag te kunnen gaan, moet een buitenlandse onderdaan in het bezit zijn van een geldige werkvergunning. Deze voorwaarde geldt niet voor onderdanen van een lidstaat van de Europese Economische Ruimte (d.w.z. de Europese Unie plus Noorwegen, IJsland en Liechtenstein) of Zwitserland.
De regelgeving voorziet echter in verschillende vrijstellingen van de werkvergunningsvereiste (naast de hierboven vermelde vrijstelling voor onderdanen van de Europese Economische Ruimte) voor bepaalde buitenlandse stagiairs.
Het werkgelegenheidsbeleid is een gewestelijke bevoegdheid. Elk gewest is verantwoordelijk voor de ontwikkeling en uitvoering van werkgelegenheidsmaatregelen.
Elke gewestelijke openbare dienst voor arbeidsvoorziening (Actiris, F orem, VDAB en ADG) biedt werkzoekenden stages en leer-werkcontracten aan. Alleen in Brussel worden stages aangeboden door Actiris en leer-werkcontracten door gewestelijke opleidingsaanbieders (Bruxelles-Formation en VDAB).
In België kan het begrip stage dus op verschillende manieren worden gedefinieerd en toegepast, waarbij elke overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling zijn eigen aanpak heeft.
Definitie van een stage
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest is een stage voor Actiris een praktijkgerichte of beroepsgerichte periode die doorgaans niet langer duurt dan zes maanden, binnen een bedrijf (in Brussel of in het buitenland), en die bedoeld is om de vaardigheden die tijdens de studie of beroepsopleiding werden verworven, in de praktijk te kunnen toepassen. Een stage kan ook voor of na een eerste beroepservaring plaatsvinden. Actiris en zijn partners bieden verschillende soorten stageprogramma’s aan (in Brussel of in het buitenland). Voor meer informatie over de verschillende stages en hulpmiddelen voor tewerkstelling in het Brussels Gewest (en de voorwaarden):
https://www.actiris.brussels/fr/citoyens/faire-un-stage-en-entreprise
Dankzij het Eurodyssey programma kunnen jongeren onder de 30 jaar (uit een regio die lid is van het Eurodyssey netwerk) via Actiris een stage van 6 maanden volgen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Alle informatie is terug te vinden op :
https://eurodyssey.aer.eu/?region-profile=bruxelles-capitale
Wallonië hanteert geen officiële definitie van een stage. Een stage wordt over het algemeen beschouwd als een praktische proefperiode in verband met studies, beroepsopleiding of beleidsmaatregelen om de kansen van werklozen op de arbeidsmarkt te vergroten.
In Vlaanderenkunnen officiële onderwijsaanbieders van een vorm van stage in hun programma integreren, meestal aan het einde van de opleiding. Daarvoor is een werkgever nodig die op de hoogte is van de opleidingsbehoeften van de stagiair en bereid is om tijd en moeite te investeren.
Kwalificatie/Voorwaarden
Bij Actiris (stages in Brussel of in het buitenland)
Voor informatie over de verschillende stages in Brussel (Let wel op de specifieke toelatingsvoorwaarden voor deze stages, vaak is een domicilie in het Brussels Gewest vereist):
https://www.actiris.brussels/fr/citoyens/beneficier-d-une-aide-a-l-embauche
Stages in het buitenland zijn per definitie voorbehouden voor werkzoekenden die wonen in het Brussels Gewest én ingeschreven zijn bij Actiris:
https://www.actiris.brussels/fr/citoyens/travailler-en-dehors-de-bruxel…
In Wallonië:
Voor buitenlandse studenten en pas afgestudeerden zijn er programma’s zoals Erasmus+ of Eurodyssée die u toelaten om stage te lopen in Wallonië. Voor werkzoekenden zijn er verschillende stageformules die het mogelijk maken om uw opleiding voort te zetten binnen een bedrijf, in de vorm van een stage- of leer-werkcontract. Alle stageprogramma’s zijn toegankelijk voor mensen uit andere landen, mits ze aan de vereiste voorwaarden voldoen.
In Vlaanderen zijn stages alleen toegankelijk voor mensen die een beroepsopleiding volgen, of ze nu uit België komen of uit het buitenland.
Uitvoering
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest biedt Actiris individuele begeleiding aan werkzoekenden om ervoor te zorgen dat hun profiel (vaardigheden en behoeften) overeenstemt met het stageaanbod. In de overeenkomst tussen de werkzoekende, het bedrijf en de dienstverlener moeten de doelstellingen en taken van de stage duidelijk worden omschreven. Dankzij financiële hulp en toelagen kunnen werkzoekenden ervaring opdoen en nieuwe vaardigheden ontwikkelen om zo beter te integreren in de arbeidsmarkt.
In Wallonië wordt dit beleid op gewestelijk niveau uitgevoerd in overeenstemming met de aanbeveling van de Europese Raad over een kwaliteitskader voor stages.
In Vlaanderen voldoen stages aan de aanbevelingen van het kwaliteitskader voor stages.
De Belgische wet staat onbetaalde stages alleen toe als onderdeel van een erkende opleiding.
Levens- en arbeidsomstandigheden
In België zijn stageovereenkomsten gebaseerd op arbeidsovereenkomsten: stagiairs zijn onderworpen aan dezelfde wetgeving als werknemers (dezelfde rechten en plichten). De werkgever geeft de stagiair bijvoorbeeld een kopie van het arbeidsreglement en moet ook een verzekering afsluiten tegen arbeidsongevallen.
Klik voor meer informatie over de leef- en arbeidsomstandigheden voor stagiairs in België op de volgende links:
Een student aanwerven voor een stage: wat zijn de regels? | Student.be
Stagiaires | FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (Belgie.be)
Op zoek naar mogelijkheden/vacatures
In de regio Brussel – Hoofdstedelijk gewest:
U vindt dit soort vacatures op de pagina “vacatures” op de website van Actiris. Filter uw zoekopdracht door het type stage in te voeren in de zoekmachine voor vacatures. U kan ook filteren op plaats van tewerkstelling : Brussel of het buitenland.
https://www.actiris.brussels/fr/citoyens/offres-d-emploi/?keywords=&domains=
In Wallonië brengt Forem werkgevers in contact met mogelijke stagiairs.
In Vlaanderen maken stages deel uit van een beroeps- of andere opleiding en worden ze in het kader van die opleiding georganiseerd.
Links:
Stageaanbod met Actiris | https://www.actiris.brussels/fr/citoyens/offres-d-emploi/?keywords=&domains= (Selecteer “offre de stage” bij de filters van de zoekfunctie. |
Portaal belgium.be | Recherche d'un stage | Belgium.be |
Forem – Waalse overheidsdienst voor werk en opleiding | https://www.forem.be/citoyens/formations-et-stages.html |
Financiering en steun
In de meeste gevallen zijn stages in het kader van een opleiding in België onbetaald. Sommige bedrijven vergoeden echter reiskosten (abonnement openbaar vervoer) of bieden studenten gratis maaltijden of maaltijden tegen een korting aan. Over deze voordelen kan de stagiair onderhandelen. Als de student een vergoeding ontvangt, moet deze documenten ondertekenen en moet het bedrijf het aan de student betaalde bedrag aangeven.
Voor werkzoekenden zijn er specifieke programma’s ter ondersteuning van opleidingen in elk gewest.
In de regio Brussel – Hoofdstedelijk gewest, voor alle informatie over financiering en steun:
Faire un stage en entreprise | Actiris
In Wallonië:
Voor werkzoekenden worden stages financieel ondersteund in het kader van een beroepsopleiding. Alle informatie is beschikbaar op de website van Forem: www.leforem.be
In Vlaanderen worden stages op dezelfde wijze ondersteund en gefinancierd als beroepsopleidingen.
Waar vacatures plaatsen
In de regio Brussel is informatie over stages en leer-werktrajecten beschikbaar op:
https://www.actiris.brussels/fr/employeurs/accueillir-un-stagiaire
In Wallonië brengt Forem werkgevers in contact met mogelijke stagiairs:
https://www.leforem.be/entreprises/accueillir-un-stagiaire.html
In Vlaanderen is informatie beschikbaar op de website www.vdab.be.
Financiering en steun
In Wallonië kunnen werkgevers contact opnemen met de bedrijfsdiensten van Forem voor informatie: https://www.leforem.be/entreprises/accueillir-un-stagiaire.html
In Vlaanderen wordt de ondersteuning voor werkgevers verleend door de beroepsopleidingsinstelling.
In de regio Brussel:
Rechtskader
Een leerovereenkomst is een leer-werksysteem dat bestaat uit het creëren van een partnerschap tussen een onderwijs- of opleidingsinstelling (school of opleidingscentrum), een leerling en een bedrijf.
Het combineert opleidingsperiodes op school of in een opleidingscentrum met periodes van bedrijfsstages in een bedrijf.
Dit systeem biedt leerlingen zeer goede vooruitzichten om toe te treden tot de Belgische arbeidsmarkt en richt zich op verschillende doelgroepen: jongeren die nog leerplichtig zijn (15 tot 18 jaar), studenten in het hoger onderwijs en volwassenen.
De driehoeksverhouding tussen de leerling, het bedrijf en het opleidingscentrum wordt geregeld door een contract of een overeenkomst afhankelijk van het alternerende opleidingsprogramma. (De verschillende voorzieningen worden beschreven in punt . Beschrijving van de programma’s).
Voor een leerovereenkomst is dus altijd vereist:
- Een erkende school of opleidingscentrum
- Een bedrijf dat verantwoordelijk is voor de opleiding, en erkend is door de bevoegde autoriteiten.
- Een contract of overeenkomst
- Een opleidingsplan overeengekomen door het opleidingscentrum, het bedrijf en de leerling, dat bij het contract of de overeenkomst gevoegd moet worden.
- CPE type 2: een combinatie van een deeltijdse arbeidsovereenkomst en een opleiding
In België zijn de Gemeenschappen – Vlaanderen, de Federatie Wallonië-Brussel en de Duitstalige Gemeenschap – verantwoordelijk voor alle leerovereenkomsten en dus voor het vastleggen van alle regels betreffende de relatie tussen de leerling, het gastbedrijf en de onderwijs- of opleidingsinstelling. De federale overheid daarentegen behoudt haar bevoegdheid inzake arbeidsbescherming en sociale zekerheid voor leerlingen die door een overeenkomst met een werkgever gebonden zijn in het kader van een leerovereenkomst.
Voor meer informatie: Leerovereenkomst | Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (Belgique.be)
Een tewerkstelling van een jongere onder de 26 jaar in het kader van een leercontract of een stage- of integratieovereenkomst neemt de vorm aan van een Convention Premier Emploi (CPE):
- CPE type 3: leer-werkcontract, stageovereenkomst of integratieovereenkomst
Voor meer informatie: Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg (Belgie .be)
Beschrijving van programma’s
In België worden leerovereenkomsten aangeboden via verschillende programma’s en verschillende erkende onderwijs- en opleidingsinstellingen. De duur en de voorwaarden voor toegang tot de opleiding hangen af van het programma. Alle ondernemingen – kleine, middelgrote of grote – in alle activiteitensectoren kunnen alternatief onderwijs gebruiken als er een specifiek opleidingsprogramma voor het betrokken beroep bestaat met een erkende onderwijs- of opleidingsinstelling.
Leerlingen worden gedurende hun hele tijd bij het bedrijf begeleid door een begeleider die door het bedrijf is benoemd. De belangrijkste rol van de begeleider is ervoor te zorgen dat de leerlingen de vaardigheden opdoen die nodig zijn voor de baan waarvoor ze worden opgeleid. Daarnaast worden leerlingen en bedrijven geholpen met administratieve en educatieve formaliteiten door adviseurs binnen de opleidingsinstellingen waar ze zijn ingeschreven.
Een leerovereenkomst biedt:
- leerlingen de mogelijkheid om een opleiding te volgen, ervaring op te doen en vaardigheden te verwerven die relevant zijn voor de arbeidsmarkt, een officiële, erkende kwalificatie te verwerven en een loon/vergoeding te ontvangen.
- de mogelijkheid om in te spelen op de actuele en huidige behoeften aan vaardigheden van werkgevers.
De maandelijkse beloning/vergoeding van een alternerende leerling is gebaseerd op wettelijk vastgestelde minimumbedragen, die afhankelijk zijn van de leerovereenkomst en kunnen variëren naargelang het niveau van de reeds verworven vaardigheden of kwalificaties en de betrokken sector van activiteit/beroep. De leerlingen en het gastbedrijf kunnen ook premies ontvangen.
In de regio Brussel: https://be.brussels/fr/emploi/job-brussels/quel-emploi-recherchez-vous/formations-alternees
Formation en alternance | Actiris
Leerovereenkomst
Wilt u werkervaring opdoen én naar school gaan? Jongeren tussen 15 en 25 jaar in het beroepsonderwijs kunnen deeltijdse opleidingen combineren met een stage in een bedrijf. In het Frans staat dit bekend als “formation en alternance” en in het Nederlands als “leerovereenkomst”.
Hoe gaat dit in de praktijk in zijn werk?
Er wordt een opleidingsplan opgesteld met een erkend opleidingscentrum in een bepaalde beroepssector. Dit opleidingscentrum is verantwoordelijk voor de theoretische opleiding en de begeleiding van de leerling. Naast deze opleiding (ongeveer één dag per week) lopen leerlingen stage in een bedrijf, waar ze het vak in kwestie onder begeleiding on the job leren.
Over het algemeen worden de leerlingen betaald voor het werk dat ze doen. De stagebegeleider van het opleidingscentrum verzorgt de contacten tussen de leerling, de opleiding en de stageplek. Aan het einde van hun stage ontvangen de jongeren een certificaat.
De procedures en voorwaarden verschillen per gemeenschap. U vindt gedetailleerde informatie op de volgende websites:
Aan Franstalige kant
Leer-werktrajecten worden georganiseerd door Centra voor leerovereenkomsten (CEFA) of door het efp in Brussel.
Aan Nederlandstalige kant
Voor meer informatie over leer-werktrajecten, zie de website www.leertijd.be (NL) ontwikkeld door Syntra.
Website: www.syntrabrussel.be (NL)
In Vlaanderen:
- Individuele beroepsopleiding (IBO): de werkgever mag de stagiair gedurende een bepaald aantal maanden tegen een verminderde vergoeding in dienst nemen, maar moet de opleiding aanbieden met een formele toezegging om de stagiair na afronding van de opleiding in dienst te nemen.
- Beroepsinlevingsstage (BIS): de stagiair oefent een beroep uit en verwerft zo de vereiste vaardigheden. Er wordt een opleidingsplan gevolgd.
- het Contrat d’Alternance: voor leerlingen van 15 tot 25 jaar die minstens twee jaar middelbaar onderwijs hebben gevolgd
- via een CEFA (Centre d’Education et de Formation en alternance – centrum voor leerovereenkomsten)
- het Contrat d’Alternance: voor leerlingen van 15 tot 25 jaar die minstens twee jaar middelbaar onderwijs hebben gevolgd
In Wallonië
- via IFAPME (het Waalse Instituut voor leerovereenkomsten en zelfstandigen en kleine en middelgrote ondernemingen)
Een alternerende opleiding duurt over het algemeen drie jaar. De lessen vinden overdag plaats en worden afgewisseld met een opleiding binnen het bedrijf.
- Het industrieel leercontract via een CEFA: voor leerlingen van 15 tot 21 jaar en voor bedrijven die lid zijn van de volgende paritaire comités:
- CP 323 – Vastgoedsector
- CP 118 en 220 – Levensmiddelenindustrie (arbeiders en werknemers)
- CP 111 – Metalen, mechanische en elektrische constructies
Een industrieel leercontract kan 10 tot 36 maanden duren (afhankelijk van de Commissie).
- Stageovereenkomst via IFAPME: voor leerlingen van 18 jaar en ouder (die niet langer leerplichtig zijn), met verschoven lesuren (’s avonds of in het weekend);
- “Ondernemersopleiding”: duurt normaal drie jaar, maar voor bepaalde beroepen of afhankelijk van de vaardigheden die de leerling al heeft verworven, kan de duur variëren tot één of twee jaar;
- “Coördinatie- en managementopleiding”: duurt meestal één jaar, maar sommige opleidingen kunnen worden verlengd.
- De “alternerende opleidingsovereenkomst” in het hoger onderwijs: alternerende opleidingen zijn mogelijk in hogescholen en universiteiten, voor houders van een middelbare schooldiploma (180 studiepunten) en voor masterstudenten (120 studiepunten).
- Het “alternerende opleidingscontract” via een centrum van Forem, IFAPME of een kenniscentrum: voor werkloze werkzoekenden die bij Forem zijn ingeschreven en een werkloosheidsuitkering, integratietoeslagen of een leefloon ontvangen.
Een leerovereenkomst kan drie tot twaalf maanden duren, afhankelijk van het beroep en de administratieve status van de leerling.
Als de beoordeling positief is, ontvangt de leerling een certificaat dat bij werkgevers kan worden gebruikt.
Voor meer informatie: Offa – Home (formationalternance.be)
Deze verwijzingen kloppen niet meer.
Kwalificaties/voorwaarden
In België
Om zich te kunnen inschrijven bij een onderwijsinstelling of opleidingscentrum en daar een leerovereenkomst te volgen, moeten buitenlandse kandidaten niet alleen voldoen aan de voor elk programma specifieke leeftijdsvoorwaarden, maar ook:
- in het bezit zijn van een verblijfsvergunning,
- beschikken over de diploma-equivalenten die vereist zijn voor de leerovereenkomst,
- voldoen aan alle andere voorwaarden die specifiek zijn voor elk programma.
In het hoger onderwijs, om toegang te hebben tot:
- een bacheloropleiding die als leer-werktraject wordt georganiseerd, moet de student in het bezit zijn van het CESS – een in België afgegeven diploma van hoger middelbaar onderwijs – of een buitenlands diploma of een diploma van middelbaar onderwijs erkend als gelijkwaardig aan het CESS.
- een master in alternerend leren, moet de student beschikken over een middelbareschooldiploma dat specifiek is voor de master.
In Brussel:
https://be.brussels/fr/emploi/job-brussels/quel-emploi-recherchez-vous/formations-alternees
Formation en alternance | Actiris
In Wallonië
Een aanvraag voor een diploma-equivalent indienen bij de Federatie Wallonië-Brussel:
http://www.equivalences.cfwb.be
In Vlaanderen:
- Individuele beroepsopleidingen (IBO) staan open voor werkloze Belgische onderdanen en EER-burgers
Beroepsinlevingsstage (BIS ) staat open voor iedereen met een werkvergunning.
Levens- en arbeidsvoorwaarden
In België kunnen EU-burgers zonder werkvergunning werken. Als ze langer dan drie maanden willen werken, moeten ze een tijdelijke verblijfsvergunning aanvragen:
Venir travailler en Belgique | Belgium.be
http://europa.eu/youreurope/citizens/work/work-abroad/index_en.htm.
In Brussel:
https://be.brussels/fr/emploi/job-brussels/quel-emploi-recherchez-vous/formations-alternees
Formation en alternance | Actiris
In Wallonië hangt de opleidingsperiode af van de wettelijke leeftijd. Het programma duurt twee of drie jaar voor leerlingen en zes maanden tot twee jaar voor werkzoekenden.
Leer-werktrajecten vallen onder een contract en onder de algemene bepalingen van het arbeidsrecht.
Het salaris en toelagen variëren naargelang contract, leeftijd, sector enz. Ga voor meer informatie naar de website: www.sysfal.be.
In Vlaanderen:
- Individuele beroepsopleiding (IBO): de leerlingen ontvangen een uitkering tijdens de IBO en een IBO-premie. De hoogte van de premie hangt af van de uitkering en wordt door de VDAB betaald. De leerling ontvangt ook een tegemoetkoming in de reiskosten en zo nodig een kinderopvangtoeslag. Voor meer informatie:
https://www.vdab.be/ibo/wzinfo.shtml#hoeveel
Beroepsinlevingsstage (BIS ):
Gedurende de periode van integratie in het arbeidsproces ontvangen stagiairs een stagevergoeding en eventuele reiskosten van hun werkgevers.
Meer info: werk.belgie.be en vdab.be
Suggestie, pagina bestaat wel enkel in het Frans en Nederlands
Op zoek naar mogelijkheden/vacatures
Leerlingen kunnen het aanbod van alternerende stages raadplegen op de websites van openbare diensten voor arbeidsvoorziening, onderwijs- of opleidingsinstellingen of sectorale opleidingsfondsen.
Andere site: Hoe vind ik een stage?
https://www.alimento.be/fr/sur-alimento
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
Aan Franstalige kant: Leer-werktrajecten worden georganiseerd door Centra voor leerovereenkomsten (CEFA) of door het efp in Brussel.
Aan Nederlandstalige kant: Voor meer informatie over leer-werktrajecten, zie de website www.leertijd.be (NL) ontwikkeld door Syntra.
Website: www.syntrabrussel.be (NL)
In Wallonië
Stage+, een initiatief van het Office francophone de la formation en alternance
Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling: www.forem.be
In Vlaanderen:
Leren en werken of werkplekleren verwijst naar opleidingssystemen waarin de cursisten afwisselend op school (of in een schools milieu) en op de werkvloer professionele vaardigheden aanleren. Het gaat daarbij doorgaans over basisberoepsopleidingen en de cursisten zijn doorgaans leerlingen of jonge, (te) laag opgeleide werkzoekenden.
- IBO : de vacatures zijn gepubliceerd op www.vdab.be
- BIS: vacatures worden niet online gepubliceerd; het initiatief ligt bij de werkgever.
Financiering en steun
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
Aan Franstalige kant: De Centra voor leerovereenkomsten (CEFA) of door het efp in Brussel.
Aan Nederlandstalige kant: www.leertijd.be (NL) ontwikkeld door Syntra.
Website: www.syntrabrussel.be (NL)
In Wallonië
De Waalse overheidsdienst verleent steun aan leerlingen die een leerovereenkomst volgen aan een CEFA ofIFAPME. De leerlingen ontvangen een premie wanneer ze hun opleiding afronden en een certificaat behalen.
Voor meer informatie: Leerovereenkomsten – Tewerkstelling en beroepsopleiding in Wallonië
Werkzoekenden die bij Forem zijn ingeschreven vooreen leerovereenkomstin een centrum van Forem, IFAPME of competentiecentrum blijven hun werkloosheidsuitkering, integratie-uitkering of sociaal integratie-inkomen ontvangen en krijgen een maandelijkse vergoeding die door de werkgever wordt betaald. Het bedrag wordt verhoogd als de sector een tekort aan arbeidskrachten heeft.
Voor meer informatie: Leerovereenkomst | Forem
In Vlaanderen: www.vdab.be
Waar vacatures plaatsen
In België gevestigde werkgevers kunnen op de websites van de openbare diensten voor arbeidsvoorziening, onderwijs- of opleidingsinstellingen of sectorale opleidingsfondsen vacatures voor alternerende stages publiceren.
Andere site: Op zoek naar jong talent voor uw bedrijf? | Student.be
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
In Wallonië:
Stage+, een initiatief van het Office francophone de la formation en alternance
Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling: www.forem.be
In Vlaanderen:
Financiering en steun
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest:
Actiris biedt bedrijven een mentor premie voor de opvang van stagiairs tot 25 jaar. Er zijn ook belastingvoordelen mogelijk. Alle info is te vinden op : Formation en alternance | Actiris
In Wallonië
De Waalse overheidsdienst verleent steun aan zelfstandigen en partnerondernemingen van CEFA en IFAPME. Het bedrijf ontvangt een premie als de leerling het eerste jaar van de leerovereenkomst met succes afrondt.
Het bedrijf dat een leerling aanneemt, moet eerst erkend zijn door de opleidingsinstelling. Het bedrijf moet een vestiging hebben in Wallonië en een erkende begeleider in zijn team hebben, die ervoor moet zorgen dat de leerlingen de vaardigheden verwerven die nodig zijn om het beroep uit te oefenen waarvoor ze worden opgeleid.
Voor meer informatie: Leerovereenkomsten – Tewerkstelling en beroepsopleiding in Wallonië
Vrij verkeer van goederen is een van de hoekstenen van de Europese interne markt.
Het wegnemen van nationale belemmeringen voor het vrije verkeer van goederen binnen de EU is een van de beginselen die zijn vastgelegd in de EU-verdragen. De EU-landen kenden een traditie van protectionisme, maar hebben geleidelijk aan beperkingen opgeheven om een ‘gemeenschappelijke’ of interne markt te creëren. Deze inspanningen om een Europese handelszone zonder grenzen tot stand te brengen hebben meer welvaart en nieuwe banen opgeleverd, en heeft de EU wereldwijd op de kaart gezet als mondiale handelspartner naast de Verenigde Staten en Japan.
Ondanks de inspanningen van Europa om alle interne handelsbarrières op te heffen, zijn niet alle economische sectoren geharmoniseerd. De Europese Unie heeft echter besloten om op Europees niveau sectoren te reguleren die een verhoogd risico voor de Europese burgers met zich mee kunnen brengen, zoals farmaceutische of bouwproducten. De meeste producten (die als ‘minder risicovol’ worden beschouwd) vallen onder het zogeheten beginsel van wederzijdse erkenning. Dit betekent dat in principe elk product dat legaal in een van de lidstaten wordt geproduceerd of op de markt wordt gebracht, binnen de grenzen van de interne markt van de EU vrij mag worden vervoerd en verhandeld.
Grenzen aan het vrije verkeer van goederen
Het EU-Verdrag geeft lidstaten het recht om grenzen te stellen aan het vrije verkeer van goederen wanneer sprake is van een specifiek algemeen belang, zoals bescherming van het milieu, de volksgezondheid of de openbare orde, om slechts enkele voorbeelden te noemen. Dit betekent bijvoorbeeld dat de nationale overheid van een lidstaat de markttoegang van een product kan verhinderen of beperken, wanneer zij van mening is dat de invoer ervan een mogelijke bedreiging oplevert voor de volksgezondheid, de goede zeden of de openbare orde. Voorbeelden hiervan zijn genetisch gemodificeerd voedsel of bepaalde energy drinks.
Hoewel de aanschaf van goederen voor eigen gebruik in een andere lidstaat in principe niet aan banden wordt gelegd, gelden er Europese beperkingen voor specifieke productcategorieën zoals alcohol en tabak.
Vrij verkeer van kapitaal
Een andere essentiële voorwaarde voor het functioneren van de interne markt is het vrije verkeer van kapitaal. Het vrije kapitaalverkeer is een van de vier door de EU-wetgeving gegarandeerde fundamentele vrijheden, die aan de basis ligt van de integratie van de Europese financiële markten. Europeanen kunnen hun geld nu in elke EU-lidstaat beheren en beleggen.
De liberalisering van de kapitaalmarkten was een cruciaal moment in het proces van economische en monetaire eenwording van de EU. Het was de eerste stap op weg naar de oprichting van de Europese Economische en Monetaire Unie (EMU) en de gemeenschappelijke munt, de euro.
Voordeel
Het beginsel van vrij verkeer van kapitaal verhoogt niet alleen de efficiency van de financiële markten binnen de Unie, maar brengt ook een aantal voordelen met zich mee voor EU-burgers. Zij kunnen binnen de EU namelijk een groot aantal financiële transacties uitvoeren zonder daarbij noemenswaardige belemmeringen te ondervinden. Zo kunnen particulieren vrijwel ongehinderd door beperkingen
- gemakkelijk een bankrekening openen,
- aandelen kopen,
- beleggen, of
- onroerend goed kopen
in een andere lidstaat. EU-ondernemingen kunnen investeren in andere Europese ondernemingen of deze overnemen en beheren.
Uitzonderingen
Zowel binnen de lidstaten als in het verkeer met derde landen gelden bepaalde uitzonderingen op dit beginsel. Deze uitzonderingen gelden voornamelijk in verband met belastingen, bedrijfseconomisch toezicht, de openbare orde, het witwassen van geld en financiële sancties die zijn overeengekomen in het kader van het gemeenschappelijk buitenlands- en veiligheidsbeleid van de EU.
De Europese Commissie werkt nog steeds aan de voltooiing van de vrije markt voor financiële diensten en gebruikt hiervoor nieuwe strategieën voor financiële integratie. Dit maakt het voor burgers en bedrijven nog gemakkelijker om hun geld binnen de EU te beheren.
Huisvesting vinden in België is relatief eenvoudig. Maar er zijn een paar dingen die je moet weten om je zoektocht te helpen organiseren. Zo zijn huurcontracten over het algemeen voor 1 tot 3 jaar en wordt je gevraagd een borg te betalen die gelijk is aan 2 maanden huur. Bovendien hoef je als toekomstige huurder geen bemiddelingskosten te betalen als je via een makelaar op zoek gaat naar een huurwoning. Alleen de verhuurder moet een betaling doen aan het makelaarskantoor. Belgium.be informeert je : Etrangers qui viennent en Belgique | Belgium.be
Een woning huren of kopen
Beschikbare woningen zijn te herkennen aan oranje-zwarte affiches met de tekst “te huur” of “te koop” (“à louer” en “à vendre” in Franstalig gebied). De meeste Belgische dagbladen en streekkranten bevatten advertenties voor huur- en koopwoningen. U kunt ook een makelaar inschakelen of advertenties op internet bekijken.
Tijdelijke huisvesting zoeken
Hotels zijn relatief duur. Jeugdherbergen, kamers bij particulieren en B&B’s zijn goedkopere alternatieven. Voor meer informatie kunt u terecht bij plaatselijke V.V.V-kantoren.
In de zomer worden in universiteitssteden soms kamers in studentenflats te huur aangeboden.
Verhuuradvertenties vindt u op internet en in de plaatselijke pers. Informatiecentra zoals “kotdiensten” (kot = studentenkamer) en “Infor Jeunes” (tot 25 jaar) bieden heel nuttige informatie.
Links:
Titel/naam | URL |
Verhuizen en zich vestigen in België | https://www.belgium.be/nl/huisvesting |
Immoweb – website voor woningadvertenties | http://www.immoweb.be |
Vlan – Online woningadvertenties | https://immo.vlan.be |
Informatie voor jongeren | https://jongerengids.be |
Jeugdherbergen in België | https://www.jeugdherbergen.be/en |
Statbel – België in cijfers | https://statbel.fgov.be/en |
Grenzecho – Online woningadvertenties | www.grenzecho.net/dlsimmo |
De leerplicht duurt twaalf jaar en loopt van 5 tot 18 jaar, maar het is mogelijk om naar de kleuterschool te gaan vanaf de leeftijd van 2,5 jaar (3 jaar in de Duitstalige Gemeenschap).
Basisonderwijs is voor kinderen vanaf 6 jaar en middelbaar onderwijs vanaf 12 jaar.
De voltijdse leerplicht loopt tot de leeftijd van 15 jaar. Vanaf 15 jaar kunnen jongeren deeltijds onderwijs volgen (zie leer-werktraject).
Na het middelbaar onderwijs hebben jongeren toegang tot het hoger onderwijs.
Op de onderstaande sites vindt u informatie over de schoolsystemen, inschrijvingsprocedures voor lager en middelbaar onderwijs, volwassenenonderwijs en hoger of universitair onderwijs:
- Portaal belgium.be – Leren: www.belgium.be/fr/formation
- Onderwijs in Vlaanderen: http://www.ond.vlaanderen.be
- Onderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel: http://www.enseignement.be
- Onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap: www.ostbelgienbildung.be
- Informatiedienst voor studie en beroep: http://www.siep.be
- Documentatie- en informatiecentrum voor studie en beroepen (CEDIEP): http://www.cediep.be
https://www.cultures-sante.be/nos-outils/outils-education-permanente/it…
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – In België komen studeren | https://www.belgium.be/en/education/coming_to_study_in_belgium |
Gidsen van scholen in de Federatie Wallonië-Brussel | http://www.enseignement.be/index.php?page=23836&navi=149 Wallonie-Bruxelles |
Gidsen van scholen in de Vlaamse Gemeenschap | https://www.onderwijskiezer.be/v2/basis/basis_zoek.php |
Onderwijsportaal voor de Duitstalige gemeenschap | https://ostbelgienbildung.be/desktopdefault.aspx |
Informatiedienst voor studie en beroepen | https://www.siep.be |
Documentatie- en informatiecentrum voor studie en beroepen | http://www.cediep.be |
Het vrije verkeer van personen is een van de hoekstenen van de Europese eenwording. Er is een aantal praktische regels voor ingevoerd, om ervoor te zorgen dat burgers in alle vrijheid en gemakkelijk naar een andere lidstaat van de Europese Unie kunnen reizen. Zo is het veel minder ingewikkeld geworden om met de auto door de EU te reizen. De Europese Commissie heeft een aantal gemeenschappelijke regels vastgelegd voor de wederzijdse erkenning van rijbewijzen, de geldigheid van autoverzekeringen en de mogelijkheid om een auto in te schrijven in een gastland.
Uw rijbewijs in de EU
De EU heeft een geharmoniseerd rijbewijsmodel en verdere minimumeisen voor het verkrijgen van een rijbewijs ingevoerd. Dit moet ertoe bijdragen onveilige bestuurders van de Europese wegen te houden – ongeacht waar zij hun rijexamen afleggen.
Sinds 19 januari 2013 zien alle door de EU-lidstaten afgegeven rijbewijzen er hetzelfde uit. De rijbewijzen worden gedrukt op een stuk plastic dat de grootte en vorm van een creditcard heeft.
Er zijn geharmoniseerde administratieve geldigheidsperioden voor het rijbewijsdocument ingevoerd, die voor motorfietsen en personenauto’s tussen de 10 tot 15 jaar liggen. Hierdoor kunnen de autoriteiten het rijbewijsdocument regelmatig bijwerken met nieuwe beveiligingsfuncties die het moeilijker maken om rijbewijzen te vervalsen of te manipuleren – zodat bestuurders die geen rijbevoegdheid hebben of aan wie die bevoegdheid is ontzegd, het niet alleen in eigen land maar ook elders in de EU moeilijker zullen hebben om de autoriteiten om de tuin te leiden.
Het nieuwe Europese rijbewijs beschermt ook kwetsbare weggebruikers doordat het voorziet in geleidelijke toegang voor motorfietsen en andere gemotoriseerde tweewielers. Dit stapsgewijze systeem houdt in dat rijders eerst ervaring moeten opdoen met een minder krachtige fiets voordat ze op grotere machines mogen overstappen. Bromfietsen zullen ook een aparte categorie vormen, genaamd AM.
U moet een rijbewijs aanvragen in het land waar u gewoonlijk of geregeld verblijft. Doorgaans is dat het land waar u vanwege persoonlijke of werkgerelateerde banden minimaal 185 dagen per kalenderjaar woont.
Als u persoonlijke/werkgerelateerde banden heeft in twee of meer EU-lidstaten, is uw gewone verblijfplaats de plaats waar u persoonlijke banden heeft, zolang u maar regelmatig teruggaat. Aan deze laatste voorwaarde hoeft u niet te voldoen als u voor bepaalde tijd in een EU-land woont om een taak uit te voeren.
Als u naar een ander EU-land verhuist om aan een hogeschool of universiteit te studeren, verandert uw gewone verblijfplaats niet. U kunt in uw gastland wel een rijbewijs aanvragen als u kunt aantonen dat u daar al minimaal 6 maanden hebt gestudeerd.
Uw auto registreren in het gastland
Verhuist u definitief naar een ander EU-land en neemt u uw auto mee, dan moet u die in uw nieuwe land inschrijven en daar de bijbehorende belasting betalen.
Er zijn geen gemeenschappelijke EU-regels voor voertuigregistratie en -belastingen. In sommige landen hoeft u geen belasting te betalen voor de inschrijving van uw auto als u definitief verhuist.
Om voor zo'n vrijstelling in aanmerking te komen, moet u nagaan welke voorwaarden en termijnen er gelden in het land waar u heengaat.
Bekijk de regels van de nationale instanties: https://europa.eu/youreurope/citizens/vehicles/registration/registration-abroad/index_nl.htm.
Autoverzekering
EU-burgers kunnen hun auto in elke EU-lidstaat laten verzekeren, voor zover de betrokken verzekeringsmaatschappij beschikt over een vergunning van de nationale overheid van dat land om de hiertoe noodzakelijke polissen te verstrekken. Een maatschappij die is gevestigd in een andere lidstaat mag uitsluitend een verplichte polis voor wettelijke aansprakelijkheid verkopen wanneer aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan. De verzekering is overal binnen de Unie geldig, ongeacht de plaats van een eventueel ongeval.
Belastingen
Belasting over de toegevoegde waarde of btw op motorvoertuigen wordt over het algemeen betaald in het land waar de auto wordt aangeschaft, hoewel de btw in bepaalde omstandigheden wordt afgedragen in het land van bestemming.
Meer informatie over de regels die gelden wanneer u een voertuig wilt inschrijven in een andere EU-lidstaat dan de lidstaat van aanschaf, vindt u onder deze link: https://europa.eu/youreurope/citizens/vehicles/registration/taxes-abroad/index_nl.htm.
Inschrijvingsprocedure
Als je je inschrijft, krijg je een nationaal inschrijvingsnummer waarmee je een groot aantal stappen in België kunt ondernemen: een bankrekening openen, je inschrijven bij een openbare dienst voor arbeidsbemiddeling, je inschrijven bij het ziekenfonds (ziekteverzekering), toegang krijgen tot huisvesting, toegang krijgen tot internet en/of energieleveranciers, enzovoort.
1. Uw aanwezigheid melden na binnenkomst in België
EU-burgers die naar België komen moeten hun aanwezigheid in België melden bij de gemeente van hun verblijfplaats binnen tien werkdagen na binnenkomst in België. EU-burgers die hun aanwezigheid melden, ontvangen een document getiteld “Melding van aanwezigheid” (bijlage 3 ter bij het koninklijk besluit van 8 oktober 1981). Dit document, dat gratis wordt afgegeven, is geen verblijfsvergunning.
2. Kort verblijf voor onderdanen van de Europese Economische Ruimte (EER) (melding van aanwezigheid)
In principe volstaat een “melding van aanwezigheid” voor een verblijf op Belgisch grondgebied van maximaal drie maanden.
3. Verblijf van meer dan drie maanden voor EER-onderdanen
a) Bijlage 19 (aanvraag van een verklaring van inschrijving)
Als u langer dan drie maanden in België wilt verblijven, moet u binnen drie maanden na aankomst in België een inschrijvingsaanvraag indienen bij de lokale autoriteiten (bijlage 19).
Daarvoor gaat u met een geldig paspoort of identiteitskaart naar de gemeente.
De gemeente zal u vragen naar de precieze reden van uw verblijf (u komt als loontrekkende, zelfstandige, werkzoekende, student, EER-onderdaan die kan aantonen over toereikende financiële middelen te beschikken, dan wel als familielid van een EER-onderdaan).
b) Bijlage 8 (bewijs van inschrijving)
Om bijlage 8 te verkrijgen, moet u een aantal documenten bij de gemeente indienen (zie bijlage 19). U hebt (vanaf het moment van indiening van de aanvraag) drie maanden de tijd om alle vereiste documenten in te dienen.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be | http://www.belgium.be |
Portaal belgium.be – Verblijfsvergunningen in België | https://www.belgium.be/en/family/residence_documents_for_belgium |
Portaal van de federale overheidsdienst Buitenlandse Zaken | https://www.ibz.be/fr |
Portaal van de Dienst Vreemdelingenzaken – Inreis- en verblijfsrecht | https://dofi.ibz.be/en/themes/citizens-european-union/right-entry-and-r… |
Werkvergunning – Brussels Hoofdstedelijk Gewest | https://economy-employment.brussels/single-permit-work-permit |
Werkvergunning – Vlaanderen | https://www.vlaanderen.be/en/working-enterprise-and-investment/working |
Werkvergunning – Wallonië | https://emploi.wallonie.be/en/home/travailleurs-etrangers/permis-de-tra… |
Werkvergunning – Duitstalige Gemeenschap | http://ostbelgienlive.be/desktopdefault.aspx/tabid-269 |
U hebt besloten om in België te gaan werken. Vóór uw vertrek moet u een aantal formaliteiten regelen.
- U moet beschikken over een geldig paspoort of een geldige identiteitskaart, afgegeven door uw land van herkomst.
- Ongeacht uw status en verblijfsduur moet u bij aankomst in België een aantal formaliteiten regelen, vooral met het oog op een eventuele verblijfsvergunning.
- Mogelijk moet u ook de nodige vergunningen aanvragen om uw beroep te mogen uitoefenen. Deze vergunningen verschillen voor zelfstandigen en werknemers in loondienst.
- Informeer hoe de sociale zekerheid in België is geregeld en hoe u als buitenlandse werknemer in loondienst of als zelfstandige premies moet afdragen.
- Vraag uw zorgverzekeraar naar de documenten die nodig zijn om u aan te sluiten bij een Belgische ziektekostenverzekering. U moet ook een Europese gezondheidskaart (European Health Insurance Card) aanvragen om u te dekken in geval van noodzakelijke medische hulp tijdens uw verblijf en zolang u niet verzekerd bent bij een verzekeraar in België.
- Als u in België werkt, moet u daar ook belastingen betalen. Informeer naar de belastingheffing in België, het bestaan van een verdrag ter voorkoming van dubbele belastingheffing met uw land van herkomst, het systeem van bronbelasting dat van toepassing is op werknemers en de verplichting om uw beroepsinkomsten in België aan te geven.
- Breng uw bank op de hoogte van uw verhuizing en vraag advies over mogelijke samenwerkingsovereenkomsten met andere buitenlandse banken.
- Geef uw adreswijziging aan postdiensten door en laat uw post doorsturen.
- Zorg dat u beschikt over (tijdelijke) huisvesting en over voldoende financiële middelen om de eerste maand door te komen.
- Vergeet niet om uw telefoonabonnement en uw contracten met elektriciteits- en gasleveranciers op te zeggen en nieuwe contracten af te sluiten wanneer u in België aankomt. Werk ook uw bankrekeningen en -gegevens bij (bankrekeningen en andere financiële middelen), indien van toepassing.
- Om een bankrekening te openen, moet u in het bezit zijn van een in België afgegeven identiteitsbewijs, bijvoorbeeld een verblijfsvergunning, en een nationaal inschrijvingsnummer. Als u alleen een internationaal paspoort hebt, kunt u onder bepaalde voorwaarden een rekening openen. Voor overboekingen naar een rekening in België of in het buitenland moet u het IBAN-nummer en de BIC-code (ook wel SWIFT-code genoemd) hebben.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be | http://www.belgium.be |
International Social Security | https://www.international.socialsecurity.be/ |
Lijst met Belgische ziekenfondsen | https://www.riziv.fgov.be/fr/professionnels/autres/mutualites/Pages/contactez-mutualites.aspx |
FOD Financiën | https://finance.belgium.be/en/private-individuals/international/coming-… |
Kwaliteit van werk en werkgelegenheid - een cruciaal thema, met een sterke impact op mens en economie
Goede arbeidsomstandigheden zijn belangrijk voor het welzijn van Europese werknemers. Ze bevorderen namelijk
- het fysieke en psychologische welzijn van de Europeanen, en
- de economische prestaties van de EU.
Vanuit de mens bezien heeft de kwaliteit van de werkomgeving een grote invloed op de algemene tevredenheid van de Europese werknemers over hun werk en leven.
Vanuit economisch oogpunt zijn kwalitatief hoogstaande arbeidsomstandigheden een drijvende kracht achter de economische groei en van fundamenteel belang voor de concurrentiepositie van de Europese Unie. Een hoge mate van arbeidssatisfactie is een belangrijke factor bij de verwezenlijking van een Europese economie met een hoge productiviteit.
Het is dan ook een kerntaak van de Europese Unie om het creëren en onderhouden van een duurzame en aangename werkomgeving te bevorderen. Hiermee bedoelen we een werkplek die bevorderlijk is voor de gezondheid en het welzijn van Europese werknemers en een goed evenwicht tussen werk en vrije tijd waarborgt.
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden in Europa: een belangrijke doelstelling van de Europese Unie.
Het waarborgen van goede arbeidsomstandigheden voor Europese burgers is een prioriteit voor de EU. De Europese Unie werkt dan ook samen met nationale regeringen om een aangename en veilige werkomgeving te garanderen. De lidstaten worden ondersteund via:
- uitwisseling van ervaringen tussen verschillende landen en gemeenschappelijke activiteiten
- vaststelling van minimumeisen voor arbeidsomstandigheden en gezondheid en veiligheid op het werk, die overal in de Europese Unie moeten worden toegepast.
Criteria voor de kwaliteit van werk en werkgelegenheid
Voor het creëren van duurzame arbeidsomstandigheden moeten de belangrijkste kenmerken van een aangename werkomgeving en dus de criteria voor de kwaliteit van die omstandigheden in kaart worden gebracht.
De Europese Stichting tot verbetering van de levens- en arbeidsomstandigheden (Eurofound) in Dublin is een EU- agentschap dat informatie, advies en expertise biedt op het vlak van levens- en arbeidsomstandigheden. Dit agentschap heeft een aantal criteria vastgelegd voor de kwaliteit van werk en werkgelegenheid:
- gezondheid en welzijn op het werk – dit is een cruciaal criterium, want goede arbeidsomstandigheden impliceren dat gezondheidsproblemen op het werk worden voorkomen, zodat men minder wordt blootgesteld aan risico’s en het werk beter wordt georganiseerd
- evenwicht tussen het werk en het leven daarbuiten – burgers moeten de kans krijgen om een evenwicht te vinden tussen de tijd die ze besteden aan werk en aan ontspanning en vrije tijd
- het ontwikkelen van vaardigheden – een kwaliteitsbaan is een baan die opleidings- en groeimogelijkheden en carrièrekansen biedt.
De activiteiten van Eurofound zullen bijdragen tot verwezenlijking van betere levens- en arbeidsomstandigheden in Europa.
Gezondheid en veiligheid op het werk
De Europese Commissie heeft een breed scala aan activiteiten ondernomen ter bevordering van een gezonde werkomgeving in de EU-lidstaten. Zo heeft zij onder meer een strategisch EU-kader voor gezondheid en veiligheid op het werk ontwikkeld voor de periode 2021-2027. Deze strategie is ontwikkeld in samenwerking met nationale overheden, sociale partners en NGO’s en speelt op het gebied van werknemersbescherming in op de veranderende behoeften die zich voordoen als gevolg van de digitale en groene transitie, nieuwe vormen van werk en de COVID-19-pandemie. Tegelijkertijd zal het kader aandacht blijven besteden aan traditionele risico’s voor veiligheid en gezondheid op het werk, zoals risico’s van arbeidsongevallen of blootstelling aan gevaarlijke chemicaliën.
Het EU-beleid inzake gezondheid en veiligheid op het werk is gericht op een duurzame verbetering van het welzijn van de werknemers in de EU. In het beleid wordt rekening gehouden met de fysieke, morele en sociale dimensies van arbeidsomstandigheden. Daarnaast is er ook oog voor de nieuwe uitdagingen waarvoor de uitbreiding van de Europese Unie met Midden- en Oost-Europese landen ons stelt. De invoering van EU-normen voor gezondheid en veiligheid op het werk heeft de situatie van de werknemers in deze landen in hoge mate verbeterd.
Het verbeteren van de arbeidsomstandigheden via minimumeisen voor alle EU-landen
Het verbeteren van de levens- en arbeidsomstandigheden in de EU-lidstaten staat of valt met de invoering van gemeenschappelijke arbeidsnormen. In de arbeidswet- en regelgeving van de EU zijn minimumeisen voor een duurzame werkomgeving vastgelegd, die inmiddels in alle lidstaten worden toegepast. De verbetering van deze normen heeft de werknemers meer rechten gegeven en is een van de belangrijkste resultaten van het sociale beleid van de EU.
Het belang van transparantie – wederzijdse erkenning van diploma’s als cruciale aanvulling op het vrije verkeer van werknemers
Wanneer iemand in een ander EU-land wil gaan werken, kan de erkenning van zijn kwalificaties en vaardigheden hierbij een doorslaggevende rol spelen. Er moet dan ook een Europees systeem worden ontwikkeld dat de wederzijdse erkenning van beroepscompetenties in verschillende lidstaten garandeert. Alleen met een dergelijk systeem kan worden voorkomen dat een gebrek aan erkenning van beroepskwalificaties een belemmering vormt voor de mobiliteit van werknemers binnen de EU.
Hoofdbeginselen voor de erkenning van beroepskwalificaties binnen de EU
Het grondbeginsel is dat een EU-burger de mogelijkheid moet hebben om in elke lidstaat zijn beroep vrij uit te oefenen. Helaas wordt de praktische toepassing van dit beginsel in het gastland vaak belemmerd door nationale regels voor toegang tot bepaalde beroepen.
Om deze verschillen te ondervangen heeft de EU een systeem opgezet voor de erkenning van beroepskwalificaties. In dit systeem wordt een onderscheid gemaakt tussen gereguleerde beroepen (beroepen waarvoor bepaalde wettelijke vereisten gelden) en niet-gereguleerde beroepen in de gastlanden.
Stappen naar transparante kwalificaties in Europa
De Europese Unie heeft belangrijke stappen gezet om te komen tot transparante kwalificaties in Europa:
- sterkere samenwerking op het vlak van beroepsopleidingen, met de bedoeling om alle instrumenten voor transparante diploma’s en certificaten samen te brengen in één gebruiksvriendelijke tool. Voorbeelden zijn het Europese cv of de Europass-opleidingen.
- Het ontwikkelen van concrete activiteiten op het vlak van erkenning en kwaliteit van beroepsopleidingen.
Het ondervangen van de verschillen in onderwijs en opleiding binnen de EU
Onderwijs- en opleidingsstelsels in de EU-lidstaten vertonen nog steeds grote verschillen. Met de laatste uitbreidingen van de EU is deze diversiteit alleen maar toegenomen, vanwege de verschillende onderwijstradities. Dit vraagt om het opstellen van gemeenschappelijke regels om de erkenning van competenties te garanderen.
Om het hoofd te bieden aan deze diversiteit van nationale kwalificatienormen, onderwijsmethoden en opleidingsstructuren heeft de Europese Commissie een aantal instrumenten aangedragen om voor meer transparantie en eenvoudigere erkenning van zowel academische als beroepsdiploma’s te zorgen.
Het Europees kwalificatiekader is een hoofdprioriteit van de Europese Commissie bij de erkenning van beroepscompetenties. De hoofddoelstelling van dit kader is het leggen van verbanden tussen de verschillende nationale kwalificatiestelsels en het garanderen van een soepele transfer en erkenning van diploma’s.
Op initiatief van de Europese Commissie is in 1984 een netwerk van nationale informatiecentra voor academische erkenning opgericht. De NARIC’s geven advies over de academische erkenning van studieperioden in het buitenland. De NARIC’s spelen in alle EU-lidstaten en in de landen van de Europese Economische Ruimte een belangrijke rol bij de erkenning van kwalificaties in de EU.
Het Europees systeem voor de overdracht van studiepunten heeft tot doel de erkenning van studietijdvakken in het buitenland te vergemakkelijken. Het in 1989 ingevoerde systeem is gebaseerd op de beschrijving van onderwijsprogramma’s en de toekenning van studiepunten aan de diverse programmaonderdelen. Het vormt een belangrijke aanvulling op Erasmus, het veelgeprezen programma voor studentenmobiliteit.
Europass is een instrument om de transparantie van professionele vaardigheden te waarborgen. Het bestaat uit vijf gestandaardiseerde documenten:
- een cv (curriculum vitae),
- een tool voor het schrijven van sollicitatiebrieven,
- certificaatsupplementen,
- diplomasupplementen, en
- een Europass-mobiliteitsdocument.
Het Europass-systeem maakt vaardigheden en kwalificaties overal in Europa duidelijk en begrijpelijk. In elk land van de Europese Unie en de Europese Economische Ruimte zijn nationale Europass-centra opgericht, die als de voornaamste contactpunten fungeren voor mensen die informatie zoeken over het Europass-systeem.
De belangrijkste wettelijke bepalingen inzake arbeidsovereenkomsten zijn opgenomen in de wet van 3 juli 1978 betreffende de arbeidsovereenkomsten. Deze wet is van toepassing op de status van arbeiders, bedienden, vertegenwoordigers en huishoudelijk personeel. Naast deze vier hoofdstatussen voorziet de wet in specifieke regels voor arbeidsovereenkomsten voor thuiswerkers en studentenovereenkomsten.
Sommige specifieke wetten behandelen ook bijzondere situaties zoals tijdelijk werk, werknemers onder het systeem van de "dienstencheque", betaalde sporters enz., maar deze verschillende wetten verwijzen in bepaalde opzichten naar de “klassieke” arbeidsovereenkomst en naar de gemeenschappelijke principes van de wet van 3 juli 1978.
De arbeidsovereenkomst is een belangrijk onderdeel van de relatie tussen een werknemer en een werkgever. Afhankelijk van de rechtspositie van de werknemer (arbeider, bediende, handelsvertegenwoordiger, huishoudelijke hulp, student enz.), de arbeidstijd (voltijds of deeltijds werk) of de duur van de overeenkomst (tijdelijk of voor onbepaalde tijd) kunnen de regels verschillen.
Soorten arbeidsovereenkomsten
Afhankelijk van de duur
- Arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd: de einddatum van de arbeidsovereenkomst is niet vastgelegd (onbepaalde tijd).
- Arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd: een vaste datum of een gebeurtenis die op een bekende datum een einde maakt aan de wederzijdse verplichtingen van de werkgever en de werknemer.
- Arbeidsovereenkomst voor duidelijk omschreven werk: In dit type arbeidsovereenkomst wordt niet de duur van het werk gespecificeerd, maar het precieze werk dat moet worden uitgevoerd (bijvoorbeeld een arbeidsovereenkomst als acteur in een bepaalde film, fruit oogsten op een boerderij, een boek schrijven enz.).
- Vervangingsovereenkomst: dit type contract kan worden aangegaan ter vervanging van een vaste werknemer wiens contract is opgeschort om een andere reden dan gedeeltelijke werkloosheid wegens economische oorzaken, weersomstandigheden, staking of lock-out.
- Arbeidsovereenkomsten voor uitzendwerk: Een arbeidsovereenkomst voor uitzendkrachten is een overeenkomst waarbij een uitzendkracht (werknemer) zich tegenover een uitzendbureau (werkgever) verbindt om tegen een vergoeding tijdelijk werk te verrichten voor een opdrachtgever (derde). De arbeidsovereenkomst voor uitzendwerk wordt gesloten in de vorm van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd, voor duidelijk omschreven werk of voor de vervanging van een werknemer in vaste dienst.
Afhankelijk van het volume van de diensten
- Voltijdse arbeidsovereenkomst: deze arbeidsovereenkomst wordt afgesloten voor de maximale werktijd in het bedrijf.
- Deeltijdse arbeidsovereenkomst: deze overeenkomst wordt afgesloten voor een kortere arbeidsduur dan de normale arbeidsduur in het bedrijf.
Bijzondere arbeidsovereenkomsten
- Studentenovereenkomsten
- Arbeidsovereenkomsten voor handelsvertegenwoordigers
- Arbeidsovereenkomsten voor huishoudelijke hulp
- Betaald sportcontract
Werkende jongeren
In België mag een minderjarige (iemand die nog geen 18 is) een arbeidsovereenkomst afsluiten en opzeggen, met de uitdrukkelijke of stilzwijgende toestemming van zijn of haar vader, moeder of voogd. Indien een van de ouders of de voogd zich verzet, kan de minderjarige toestemming vragen aan de jeugdrechtbank.
Tot de leeftijd van 15 jaar moet elke jongere voltijds onderwijs volgen. Vanaf 15 jaar hoeven jongeren niet meer voltijds naar school, op voorwaarde dat zij twee jaar voltijds middelbaar onderwijs hebben gevolgd (ongeacht of zij geslaagd zijn). Vanaf 16 jaar vervalt de voltijdse leerplicht. Vanaf dat moment kunnen jongeren deeltijds onderwijs volgen en hun opleiding combineren met een arbeidsovereenkomst.
In het kader van een studentenovereenkomst kunnen jongeren die voltijds onderwijs volgen vanaf 15 jaar voltijds werken. Een studentenovereenkomst moet worden afgesloten voor bepaalde tijd.
Seizoensarbeid
In België is seizoenarbeid niet geregeld door specifieke uniforme regels. Om productiepieken en verhoogde activiteit tijdens bepaalde periodes van het jaar op te vangen, kunnen Belgische werkgevers occasionele, seizoensgebonden of “extra” werknemers aanwerven. De toepasselijke wetgeving en de soorten arbeidscontracten verschillen per activiteitensector. Bestaande systemen proberen zwartwerk te beperken door werkgevers kortingen op sociale premies te bieden en door werknemers sociale zekerheid en loon te garanderen.
Land- en tuinbouw: het gelegenheidsformulier
Seizoensarbeid in de land- en tuinbouw valt onder specifieke regelgeving. Het gelegenheidsformulier vervangt de arbeidsovereenkomst. Elke op het formulier vermelde werkdag komt overeen met een dagelijks contract. Het contract wordt dus aan het einde van elke dag automatisch beëindigd zonder dat daarvoor een speciale procedure vereist is. De werkgever bepaalt elke dag welke persoon hij in dienst wil nemen zonder dat daarvoor een nieuw arbeidscontract nodig is.
Toerisme, restaurants en hotels
In de toeristische sector en de horeca kunnen werkgevers verschillende soorten speciale contracten gebruiken om de periodieke toename van hun activiteit te compenseren. In deze sector wordt tijdens vakantieperiodes veel gebruik gemaakt van studentenarbeid.
- Seizoenswerker: een werknemer met een arbeidsovereenkomst van ten minste twee maanden in de periode van 1 mei tot en met 30 september, met een wekelijkse arbeidstijd die gelijk is aan ten minste driekwart van de arbeidstijd van een voltijdse baan, bij dezelfde werkgever, in een badplaats, kuuroord of toeristische voorziening. Voor de werknemer gelden de normale regels voor arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd.
- Flexi-job: met deze status kan een werknemer die al in dienst is bij een of meer werkgevers een bijkomende activiteit uitvoeren, onder voordelige voorwaarden, bij een werkgever in dezelfde sector of via een uitzendbureau. Voor een flexi-job moeten twee overeenkomsten worden gesloten: een raamovereenkomst en een flexi-jobovereenkomst. De werkgever sluit elke keer dat hij de werknemer in dienst wil nemen een flexi-jobcontract.
- De volgende werknemers worden beschouwd als gelegenheidswerknemers of “extra’s” die voor maximaal twee opeenvolgende dagen in dienst worden genomen in de horecasector op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Dit contract hoeft niet schriftelijk te worden opgesteld.
Zie voor meer informatie over specifieke arbeidscontracten en seizoenwerk:
Liens:
Titel/naam | URL |
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg | https://emploi.belgique.be/fr |
Portaal belgium.be – Werkgelegenheid | https://www.belgium.be/en/work |
IBZ Vreemdelingenzaken | Seasonal IBZ |
Jobs Easy-Agri platform | https://jobs.easy-agri.com/cadre-general-de-la-reglementation-du-travai… |
Waarborg en sociaal fonds voor het tuinbouwbedrijf | https://www.fonds-tuinbouw.be/HOME/WSFTUINBOUW/FSGHorticulture/HOOFDNAV… |
VDAB – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling in Vlaanderen | https://www.vdab.be/flexi-job |
VDAB – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling in Vlaanderen | https://www.vdab.be/nieuwsbrief/09-2018/werken-als-seizoenarbeider |
Student@work – Portaal voor werkende studenten | https://www.studentatwork.be/en |
Een arbeidsovereenkomst is een overeenkomst tussen een werknemer en een werkgever, waarbij de werknemer zich er met de werkgever toe verbindt om tegen vergoeding onder diens gezag arbeid te verrichten. Vier elementen zijn essentieel voor het opstellen van een arbeidsovereenkomst:
- een contract,
- werk,
- een loon,
- en het gezag van de werkgever (ondergeschiktheid).
Er is sprake van een arbeidsovereenkomst zodra deze vier elementen daadwerkelijk aanwezig zijn; er is geen sprake van een arbeidsovereenkomst als een of meer van deze elementen ontbreken.
Om geldig te zijn, moet een arbeidsovereenkomst voldoen aan bepaalde geldigheidsvoorwaarden en, in sommige gevallen, aan bepaalde vormvereisten.
Als algemene regel geldt dat arbeidsovereenkomsten niet schriftelijk hoeven te zijn om geldig te zijn. In principe is het dus mogelijk om een arbeidsovereenkomst mondeling te sluiten. Desondanks kiezen partijen in de praktijk vaak voor een schriftelijke overeenkomst. Dit voorkomt eventuele problemen op het gebied van bewijsvoering.
In bepaalde specifieke gevallen is een schriftelijk document echter verplicht.
Werknemers en werkgevers zijn verplicht om de volgende contracten schriftelijk af te sluiten:
- contracten van bepaalde duur of voor een duidelijk omschreven werk;
- vervangingscontracten;
- deeltijdse arbeidscontracten;
- studentenovereenkomsten;
- arbeidscontracten voor thuiswerk;
- arbeidsovereenkomsten voor tijdelijk werk;
- arbeidsovereenkomsten voor uitzendwerk.
Bovendien moet elk niet-concurrentiebeding, elk studiebeding en elk beding met betrekking tot commissies van handelsvertegenwoordigers schriftelijk worden vastgelegd.
Uitgangspunt is dat de proeftijd vanaf 1 januari 2014 is afgeschaft, maar van toepassing blijft op studentenovereenkomsten en op overeenkomsten voor tijdelijk werk en uitzendwerk.
De essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst (waaronder de aard van het werk, de taakomschrijving indien deze in de overeenkomst is vastgelegd, de arbeidstijd en de plaats waar het werk wordt verricht) kunnen niet eenzijdig door de werkgever of de werknemer worden gewijzigd. De overeenkomst moet worden uitgevoerd onder de omstandigheden en op de tijd en plaats zoals deze zijn overeengekomen. Een arbeidsovereenkomst kan alleen met instemming van beide partijen worden gewijzigd. Als de werkgever of de werknemer een van de essentiële elementen van de overeenkomst eenzijdig wijzigt, geldt dit als het verbreken van de arbeidsovereenkomst. De werkgever of de werknemer kan de verbreking constateren en een opzeggingsvergoeding eisen. Deze bepaling geldt niet voor alle wijzigingen. De werkgever, die verantwoordelijk is voor de bedrijfsvoering, kan herstructureringen en reorganisaties doorvoeren die om dwingende economische redenen nodig zijn, voor zover hij geen essentiële elementen van de arbeidsovereenkomst ingrijpend wijzigt. Volgens de wet inzake arbeidsovereenkomsten is iedere clausule nietig wanneer de werkgever zich op grond daarvan het recht voorbehoudt de arbeidsvoorwaarden eenzijdig te wijzigen.
Taalgebruik:
In België is vastgelegd welke taal moet worden gebruikt voor de sociale en professionele betrekkingen. Om te bepalen welk taalregime van toepassing is, is het essentieel om te bepalen in welke gemeente de vestiging van het bedrijf zich bevindt. Als de vestigingsplaats van de werkgever zich in het Nederlandse taalgebied van het land bevindt, moet het Nederlands worden gebruikt; in het Franse taalgebied moet het Frans worden gebruikt en in het Duitse taalgebied het Duits. In het tweetalige Brussels Hoofdstedelijk Gewest moeten bedrijven documenten opstellen in het Nederlands voor Nederlandstalig personeel en in het Frans voor Franstalig personeel.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Informatie over arbeidsovereenkomsten | https://www.belgium.be/fr/emploi/contrats_de_travail |
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg | https://emploi.belgique.be/fr/themes/contrats-de-travail |
Discriminatie op de werkvloer is nog steeds wijdverbreid en komt voor in alle stadia van een arbeidsrelatie: tijdens de wervingsprocedure, tijdens de uitvoering van de arbeidsovereenkomst en aan het eind ervan.
Dit verschijnsel wordt uitvoerig gedocumenteerd en heeft de afgelopen jaren speciale aandacht gekregen vanuit juridische hoek. De federale en gewestelijke overheden hebben alle partijen uit de sector opgeroepen om meer te doen tegen discriminatie op de werkvloer en om beter om te gaan met diversiteit. Twee federale overheidsinstanties zijn verantwoordelijk voor het waarborgen en het bevorderen van het gelijkekansenbeleid en het bestrijden van elke vorm van discriminatie en ongelijkheid: het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding en het Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen.
Personen met een handicap
De meeste personen met een handicap die werken, doen dit zonder bijzondere hulp. Wanneer echter maatregelen die voor de gehele bevolking bedoeld zijn ontoereikend blijken, zorgen bepaalde organisaties voor het bijstellen van het overheidsbeleid om de integratie van personen met een handicap te bevorderen. Deze organisaties bieden hulp bij het zoeken naar werk of scholing en bieden financiële steun voor de aanschaf van specifiek materiaal of voor aanpassingen met het oog op meer zelfstandigheid in het dagelijks leven. Ook erkennen en subsidiëren zij diensten die personen met een handicap opvangen, huisvesten, opleiden, in dienst nemen, adviseren en begeleiden.
In Wallonië zijn dat het AViQ (Agence pour une Vie de Qualité); in Vlaanderen en voor Nederlandstalige Brusselaars het Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap; voor Franstalige Brusselaars is er Service Phare (Service Bruxellois Francophone des Personnes Handicapées). In de Duitstalige Gemeenschap is de bevoegde dienst de Dienstelle für Personen mit Behinderung.
In het Brussels Hoofdstedelijk Gewest werkt Actiris samen met een aantal partners die gespecialiseerd zijn in de ondersteuning van specifieke groepen, waaronder mensen met een handicap Onze partners | Actiris.
Zwangere vrouwen
Vrouwen zijn voor en na de bevalling wettelijk beschermd: vanaf het moment waarop zij hun zwangerschap aan hun werkgever melden tot een maand na afloop van het zwangerschapsverlof mogen zij niet worden ontslagen. Zij mogen ook geen gevaarlijke werkzaamheden verrichten (er is een precieze lijst bij wet vastgesteld) en, in bepaalde gevallen, geen nachtarbeid verrichten.
Studenten
Een studentenovereenkomst kan ten vroegste worden aangegaan door een student met de leeftijd van:
- 15 jaar, op voorwaarde dat de student niet meer onderworpen is aan de voltijdse leerplicht;
- 16 jaar, in alle gevallen.
Studenten worden gedefinieerd als jongeren die zijn ingeschreven voor een erkende opleiding in het middelbaar, hoger of universitair onderwijs:
- voltijds;
- Deeltijds, op voorwaarde dat:
- ze niet werken in het kader van een deeltijds arbeids- of stagecontract;
- ze geen leer-werktraject volgen bij een bedrijf;
- ze geen integratie- of werkloosheidsuitkering (werkloosheidsverzekering) ontvangen;
- ze alleen tijdens de schoolvakanties als student werken.
Studenten uit een EER-land of Zwitserland hebben dezelfde rechten en plichten als Belgische studenten, zelfs als zij geen onderwijs volgen in België.
Studenten mogen 600 uur werken met verlaagde sociale premies.
Links:
Titel/naam | URL |
Student@work – Portaal voor werkende studenten | https://www.studentatwork.be/en |
Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid | https://socialsecurity.belgium.be |
FOD Sociale zekerheid – directoraat-generaal personen met een handicap | https://handicap.belgium.be/fr |
Onafhankelijk centrum voor de bestrijding van discriminatie en de bevordering van gelijke kansen | https://www.unia.be/en |
Instituut voor de gelijkheid van vrouwen en mannen | https://igvm-iefh.belgium.be/en |
Agentschap voor een hoogwaardig leven | https://www.aviq.be/fr/emploi/soutien-et-aides-lemploi |
Vlaams Agentschap voor Personen met een Handicap (Nederlandstalige dienst in Brussel) | http://www.vaph.be |
Service Phare – Franstalige dienst in Brussel voor mensen met een handicap | http://phare.irisnet.be |
Dienststelle für selbstbestimmtes Leben | https://selbstbestimmt.be |
Informatie voor jongeren | www.inforjeunes.be |
Informatie voor jongeren | https://www.watwat.be/werk |
Een zelfstandige oefent een beroep uit als hoofd- of nevenactiviteit en is daarbij niet gebonden aan een arbeidsovereenkomst of status (rechtspositie): handel (inclusief ambulante handel), vrije beroepen (advocaat, architect, apotheker, arts enz.), ambachtsnijverheid, landbouw en veehouderij enz. De minimumleeftijd voor vestiging als zelfstandige is 18 jaar (behalve voor ambachtslieden: zij moeten minimaal 16 jaar oud zijn en toestemming hebben van hun ouders of voogd).
Wanneer u zich als zelfstandige vestigt, moet u de volgende stappen nemen:
- een zichtrekening openen speciaal voor uw zakelijke activiteiten en gescheiden van de privérekening;
- inschrijven bij een erkend ondernemingsloket. Voor het verrichten van handels- of ambachtelijke werkzaamheden moeten zelfstandigen ingeschreven staan bij de Kruispuntbank van Ondernemingen (KBO). U kunt zich inschrijven bij een van de erkende ondernemingsloketten. Daarvoor moet u documenten overleggen waaruit blijkt dat u de beoogde werkzaamheden mag verrichten: ondernemerskennis, beroepskennis (voor gereglementeerde beroepen), diploma’s, vergunningen enz.;
- de belasting over de toegevoegde waarde (btw) regelen: na inschrijving bij een erkend ondernemingsloket moet u contact opnemen met het bevoegde btw-controlekantoor om na te gaan of u voor uw werkzaamheden btw in rekening moet brengen. Voor natuurlijke personen is het btw-controlekantoor van de fiscale woonplaats bevoegd. Voor rechtspersonen is dit het btw-controlekantoor van de statutaire zetel. Het ondernemingsloket kan dit tegen betaling voor u doen.
Links:
In België is de hoogte van het minimumloon niet bij wet geregeld.
In de meeste gevallen wordt deze vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten (cao’s). De collectieve arbeidsovereenkomsten zijn overeenkomsten tussen vakbondsorganisaties en werkgevers. Ze kunnen worden afgesloten voor een specifieke onderneming of voor een specifieke activiteitensector.
In iedere cao worden basisschalen vastgelegd, maar ook regels voor loonindexering en eventuele bovenwettelijke voordelen, waaronder eindejaarspremies, maaltijdcheques, toeslagen voor ploegendiensten, nacht- en weekendwerk enz. Voor het vakantiegeld bestaat echter speciale wetgeving.
In de arbeidsovereenkomst wordt het brutosalaris vermeld. Een bedrag hiervan wordt ingehouden om het nettosalaris te verkrijgen, d.w.z. het bedrag dat u daadwerkelijk ontvangt.
De twee belangrijkste inhoudingen zijn:
- de sociale premies die worden afgedragen aan de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid – RSZ. Hiermee worden inkomensvoorzieningen (pensioenen, werkloosheidsuitkeringen enz.) en aanvullende toelagen (terugbetaling van medische kosten, gezinstoelagen enz.) betaald. De sociale premies vormen 13,07 % van het brutoloon van werknemers in loondienst in de particuliere sector;
- de zogenoemde bedrijfsvoorheffing, de belasting die maandelijks op uw loon wordt ingehouden. Dit bedrag wordt berekend op basis van het belastbare brutoloon (d.w.z. het brutoloon dat in de arbeidsovereenkomst wordt vermeld, na aftrek van de sociale premies). Het is ook afhankelijk van de gezinssamenstelling en andere complexe regels.
Als er geen specifieke loonschaal geldt, heeft de werknemer recht op het maandelijkse minimuminkomen (GMMI ). Het GMMI is de absolute ondergrens voor de vergoeding. Dit minimumbedrag is vastgelegd in een sectoroverstijgende collectieve arbeidsovereenkomst. Het minimumloon (bruto) voor werknemers van 18 jaar en ouder die voltijds werken, bedraagt 2070.48 EUR (sinds juli 2024 ). Werknemers jonger dan 18 jaar en studenten jonger dan 21 jaar ontvangen een lager loon dat afhankelijk is van hun leeftijd.
Werknemers mogen vrij over hun loon beschikken. Werkgevers mogen deze vrijheid op geen enkele manier beperken. Het loon moet ten minste eenmaal per maand worden uitbetaald aan bedienden en tweemaal per maand aan arbeiders.
Het loon moet uiterlijk vier werkdagen na het desbetreffende tijdvak worden uitbetaald, tenzij in een collectieve arbeidsovereenkomst of arbeidsregeling een andere termijn (maximaal zeven werkdagen) is vastgelegd.
De werkgever is verplicht om de werknemer bij elke laatste betaling een loonstrookje te geven. De informatie die op elke loonstrook moet staan, wordt door elk paritair comité afzonderlijk bepaald. Als er geen bepaling is, is de informatie die moet worden vermeld de informatie die door de wet is vastgelegd:
- de naam en het adres van de werkgever;
- de naam en de initialen van de voornaam van de werknemer;
- het registratienummer van de werknemer bij de werkgever;
- de periode waarop de verklaring betrekking heeft;
- de omvang van de prestaties (uren, dagen, maanden, aantal stuks enz.);
- het basisloon, ongeacht de eenheid die wordt gebruikt om het vast te stellen (maandelijks, per uur, stukloon enz.);
- verschuldigde bedragen in contanten:
- voor de uitgevoerde werkzaamheden (5 x 6),
- als aanvullend salaris voor overwerk,
- voor officiële feestdagen en compenserende rustdagen,
- op grond van wettelijke en contractuele verplichtingen met betrekking tot het behoud van loon tijdens opschorting van de uitvoering van het contract,
- zoals bonussen enz.;
- voordelen in natura;
- totaal brutoloon, inclusief:
- inhoudingen voor sociale zekerheid,
- bedragen waarop geen inhouding voor sociale zekerheid van toepassing is,
- belastbaar bedrag,
- het bedrag van de bedrijfsvoorheffing (belastingrecht),
- niet-belastbare bedragen,
- het netto toegekende bedrag,
- de in mindering te brengen bedragen (voorschotten, voordelen in natura, boetes voorzien in de arbeidsregeling, overdracht en beslag op loon enz.), indien nodig, nader uit te werken in de bijlage,
- het netto te betalen bedrag in contanten.
De lonen moeten in principe worden uitbetaald in geld dat in België wettig betaalmiddel is (de euro), in girale vorm (overschrijving, circulaire cheque, postassignatie, postchequerekening). Indien echter een sectorale collectieve arbeidsovereenkomst, een impliciete sectorale overeenkomst of een sectoraal gebruik de betaling van lonen van hand tot hand toestaat, mogen de lonen verder van hand tot hand worden betaald volgens de voorwaarden van die overeenkomst. Het is altijd nuttig om op de website van de FOD Werkgelegenheid te controleren of een sectorale overeenkomst die de uitbetaling van lonen van hand tot hand toestaat, van kracht is dan wel, integendeel, is beëindigd.
Een deel van het loon mag in natura worden uitbetaald als die betalingswijze gebruikelijk of gewenst is wegens de aard van de sector of het beroep in kwestie. De werkgever mag echter geen betaling in natura eisen. Deze betalingswijze is alleen toegestaan als aan bepaalde zeer specifieke voorwaarden is voldaan.
Links:
Titel/naam | URL |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Loon voor arbeid en minimumloon | https://emploi.belgique.be/fr/themes/remuneration |
Bankgegevens Minimumlonen | https://www.salairesminimums.be/jc_overview.html?locale=fr |
Als buitenlander in Brussel komen werken | https://economie-emploi.brussels/ressortissant-non-eu |
In België bedraagt de arbeidsduur (de tijd waarin de werknemer ter beschikking van de werkgever staat) maximaal 8 uur per dag en 38 uur per week (gemiddeld op jaarbasis). Het is in beginsel verboden langer dan de wettelijke arbeidsduur, buiten de toepasselijke werktijden, op zondag, op feestdagen en ’s nachts te werken.
Afwijking zonder voorafgaande toestemming: het is mogelijk af te wijken van het beginsel van 8 uur per dag en 38 uur per week. In bepaalde gevallen is afwijking mogelijk, op voorwaarde dat voorafgaande toestemming wordt verleend en de arbeidsduur niet meer dan 11 uur per dag en 50 uur per week bedraagt. Het is aan de werkgever om een dergelijke voorafgaande toestemming aan te vragen. Ook afwijking zonder voorafgaande toestemming is mogelijk. De maximale arbeidsduur kan dan worden verlengd tot 9 uur per dag bij een vijfdaagse werkweek wanneer in de arbeidsregeling een halve dag, een dag of meer dan een dag rust per week is vastgelegd die niet op een zondag valt. Wanneer werkzaamheden niet kunnen worden onderbroken, mag de arbeidsduur maximaal 12 uur per dag bedragen. In de meeste gevallen van overmacht geldt geen maximum. Als de arbeidsregeling nachtarbeid omvat, moet een collectieve arbeidsovereenkomst worden afgesloten met de vakbondsorganisaties. In bedrijven waar geen vakbondsafvaardiging is, kunnen deze werkafspraken worden ingevoerd via een procedure tot wijziging van de arbeidsregeling, na raadpleging van de werknemers.
Flexibele werktijden: er moet een duidelijk onderscheid bestaan tussen flexibele en glijdende werktijden. In het geval van flexibele werktijden hebben werknemers meer vrijheid bij het kiezen van hun begin- en eindtijd. Flexibele werktijden zijn daarentegen zijn vastgelegd in collectieve arbeidsovereenkomsten of arbeidsregelingen. Met flexibele werktijden kan de normale arbeidsduur worden verlengd (deze mag echter niet meer dan 9 uur per dag en 45 uur per week bedragen) en kunnen andere werktijden in de onderneming worden toegepast. De werknemers moeten hiervan publiekelijk door affichering zeven dagen vooraf op de hoogte worden gesteld.
Compensatie in vrije tijd en overuren: in de meeste gevallen waarin de reglementaire werktijdgrenzen mogen worden overschreden, in het kader van reguliere arbeidsregelingen of in het kader van overwerk, is compensatie in vrije tijd verplicht. Bij deze compensatie dient de gemiddelde normale arbeidsduur voor een week over een bepaalde referentieperiode in acht te worden genomen. Overuren worden minimaal vergoed tegen een tarief van 150 % van het normale loon; bij overwerk op zon- of feestdagen is deze vergoeding 200 %.
Werken op zondag: de wet verbiedt werken op zondag. Bepaalde werkzaamheden mogen echter wel op zondag worden verricht, met name werkzaamheden die niet op een andere dag van de week kunnen worden verricht zonder de normale bedrijfsvoering te verstoren; werkzaamheden in bepaalde instellingen en bedrijven (horeca en zorginstellingen). Werknemers die op zondag werken, hebben recht op compensatie in vrije tijd in de zes dagen die erop volgen.
Nachtwerk: het is verboden tussen 20.00 uur ’s avonds en 6.00 uur ’s ochtends te werken. Er zijn echter uitzonderingen. Deze gelden voor zowel mannelijke als vrouwelijke werknemers, op voorwaarde dat zij minimaal 18 jaar oud zijn. Nachtwerk is toegestaan wanneer de aard van de werkzaamheden of de soort activiteit dat rechtvaardigt. Zo is nachtwerk toegestaan in hotels, in de amusementssector, in krantenuitgeverijen, in instellingen voor gezondheidszorg, preventie of hygiënische verzorging, in apotheken, in de landbouw, in ambachtelijke (banket)bakkerijen, in instellingen voor opvoeding en huisvesting enz.
Links:
Titel/naam | URL |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg - Arbeidsduur | https://emploi.belgique.be/fr/themes/reglementation-du-travail/duree-du-travail-et-temps-de-repos |
Vakantiedagen
Werknemers in loondienst die voltijds werken, hebben in België gewoonlijk recht op vier weken vakantie per jaar. Deze vakantiedagen geven recht op vakantiegeld.
De berekening van het aantal vakantiedagen en het vakantiegeldverschilt echter voor arbeiders, bedienden, leerlingen, kunstenaars en ambtenaren.
Speciaal verlof
Bijzondere omstandigheden werknemers in loondienst hebben in België het recht om met behoud van hun gewone loon van hun werk afwezig te zijn in geval van belangrijke familieomstandigheden, voor het vervullen van hun burgerplichten of wanneer zij voor een rechtbank moeten verschijnen.
Verlof om dwingende redenen U hebt het recht van uw werk afwezig te zijn wegens dwingende redenen. Onder “dwingende redenen” wordt verstaan elke onvoorzienbare gebeurtenis die de dringende tussenkomst van de werknemer vereist, en dit voor zover de uitvoering van de arbeidsovereenkomst deze tussenkomst mogelijk maakt. Voorbeelden: een ongeval van iemand die met u samenwoont of schade aan uw woning door brand.
U mag echter niet langer dan tien werkdagen per jaar om dwingende redenen afwezig zijn. Bij dergelijke afwezigheid ontvangt u geen loon, behalve wanneer hierover door werkgever en werknemer afspraken zijn gemaakt.
Loopbaanonderbreking, tijdskrediet en thematisch verlof
Er zijn een aantal manieren waarop u een loopbaanonderbreking kunt nemen of uw arbeidstijd kunt verminderen:
- loopbaanonderbreking in de publieke sector;
- tijdskrediet in de particuliere sector;
- thematisch verlof (ouderschapsverlof, palliatieve zorg en medische bijstand) in alle sectoren.
Tijdens deze periode kunt u, onder bepaalde voorwaarden, recht hebben op onderbrekingsuitkering.
Tien nationale feestdagen in België:
1 januari (Nieuwjaar)
Paasmaandag
1 mei (Dag van de arbeid)
Hemelvaart (zesde donderdag na Pasen)
Pinkstermaandag (zevende maandag na Pasen)
21 juli (nationale feestdag)
15 augustus (Maria-Hemelvaart)
1 november (Allerheiligen)
11 november (wapenstilstand van 1918)
25 december (Kerstmis)
De federale overheidsdiensten zijn ook gesloten op 2 november, 15 november (Koningsdag) en 26 december.
Educatief verlof
Als u in de particuliere sector werkt en een opleiding wilt volgen, kunt u betaald educatief verlof opnemen. Dit betekent dat u de opleiding tijdens of buiten werktijd kunt volgen en zoals gebruikelijk door uw werkgever wordt betaald.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Officiële diensten en informatie | https://www.belgium.be/fr/emploi/conges_et_interruption_de_carriere |
RJV – Rijksdienst voor Jaarlijkse Vakantie | http://www.onva.be |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Verloven | https://werk.belgie.be/nl/themas/feestdagen-en-verloven?id=534 |
Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg – Opschorting van het contract | https://emploi.belgique.be/fr/themes/contrats-de-travail/suspension-du-contrat-de-travail/suspensions-du-contrat-de-travail |
Portaal van de Belgische sociale zekerheid | https://www.socialsecurity.be/citizen/fr/conges-credit-temps-et-interruption-de-carriere |
RVA – Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening |
Beide partijen kunnen een arbeidsovereenkomst op elk moment beëindigen, maar moeten daarbij bepaalde specifieke voorwaarden in acht nemen, met name:
- de naleving van een opzegtermijn (een periode waarin de arbeidsovereenkomst voortduurt);
- de betaling van een beëindigingsvergoeding.
Ontslag vindt plaats wanneer de werkgever het contract beëindigt en ontslagneming wanneer de werknemer ontslag neemt.
Andere gevallen van beëindiging van de arbeidsovereenkomst:
- verstrijken van de looptijd van een overeenkomst voor bepaalde tijd;
- beëindiging van het werk in het geval van een contract voor een duidelijk omschreven taak;
- overeenstemming tussen de partijen;
- overlijden van één van de partijen;
- overmacht met definitieve gevolgen.
Bij arbeidsovereenkomsten voor onbepaalde tijd kunnen de partijen ervoor kiezen de arbeidsovereenkomst te verlengen (opzegtermijn) of onmiddellijk te beëindigen, onder voorbehoud van betaling van een beëindigingsvergoeding (onmiddellijke beëindiging). De opzegging is alleen geldig als die schriftelijk gebeurt en het begin en de duur van de opzeggingstermijn vermeldt.
Om de toepasselijke opzegtermijn vast te stellen, is het belangrijk om een onderscheid te maken tussen:
- de begindatum van het contract (voor of op of na 1 januari 2014);
- of de opzegging wordt gevraagd door de werkgever (ontslag) of door de werknemer (ontslagneming);
- of de werknemer een arbeider of bediende is.
Wanneer de werkgever een werknemer ontslaat, moet deze erop toezien dat de regels met betrekking tot de redenen voor het ontslag in acht worden genomen.
Een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd of een overeenkomst voor duidelijk omschreven werk moet normaal gesproken worden uitgevoerd tot de overeengekomen datum. Een partij die een dergelijk contract zonder dringende reden vóór de overeengekomen termijn beëindigt, moet een schadevergoeding betalen aan de andere partij.
Aan het einde van de arbeidsrelatie moet de werkgever de werknemer verschillende sociale documenten geven en een certificaat met de begin- en einddatum van het contract en de aard van het uitgevoerde werk (formulier C4).
- Wijze van beëindiging voor alle soorten overeenkomsten
- Onmiddellijke beëindiging om een dringende reden: de werkgever (of werknemer) kan om een dringende reden de arbeidsverhouding onmiddellijk zonder opzegtermijn of vergoeding beëindigen. Elke wanprestatie die een professionele samenwerking tussen beide partijen onmiddellijk en permanent onmogelijk maakt, vormt een dringende reden. De partij die een dringende reden inroept, dient hiervan het bewijs te leveren. Op straffe van nietigverklaring dient een strikte procedure te worden gevolgd.
- Handelingen die gelijkstaan aan een contractbreuk: een handeling van een van de partijen kan de arbeidsvoorwaarden zodanig wijzigen dat deze gelijkstaat aan een onmiddellijke verbreking van de arbeidsovereenkomst (bijvoorbeeld een ongerechtvaardigde afwezigheid van meerdere dagen zonder de werkgever hiervan in kennis te hebben gesteld).
- Beperking van het recht van ontslag
In bepaalde gevallen en voor sommige categorieën werknemers wordt het ontslagrecht voor de werkgever door de wet ingeperkt.
- Pensioen
België kent drie pensioenstelsels:
- pensioenen van werknemers (algemeen stelsel);
- pensioenen van zelfstandigen;
- pensioenen van vastbenoemde ambtenaren.
Deze drie specifieke pensioenstelsels verschillen zowel wat betreft bijdragen als toegekende pensioenen.
De wettelijke pensioengerechtigde leeftijd is in principe 65 jaar voor de drie categorieën: werknemers, zelfstandigen en ambtenaren die 45 jaar hebben gewerkt. Onder bepaalde voorwaarden, die afhankelijk zijn van uw beroepssituatie, kunt u vervroegd met pensioen gaan. Deze wettelijke leeftijd wordt geleidelijk opgetrokken tot 66 jaar in 2025 en 67 jaar in 2030.
Pensioenen worden doorgaans berekend door:
- het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen (RSVZ), in het geval van zelfstandigen;
- de Federale Pensioendienst (FPD), bij een loopbaan bij de overheid of als werknemer.
De pensioenen van mensen die buiten de Europese Unie, in Noorwegen, IJsland, Liechtenstein en Zwitserland hebben gewerkt en die bijdragen hebben betaald aan de dienst Overzeese Sociale Zekerheid, worden berekend en betaald door deze afdeling van de RSZ.
Het pensioenbedrag wordt op basis van drie gegevens berekend: de loopbaan, het loon en de gezinssituatie.
Links:
Titel/naam | URL |
Federale Pensioendienst | https://www.sfpd.fgov.be |
Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen | |
Portaal belgium.be - Pensioen en einde van de loopbaan | https://www.belgium.be/nl/werk/pensioen_en_einde_loopbaan https://www.belgium.be/fr/emploi/pensions_et_fin_de_carriere |
Overzeese Sociale Zekerheid | https://www.securitesocialedoutremer.be/fr |
Reeds in 1831 waarborgt de Belgische grondwet de vakbondsvrijheid, dat wil zeggen het recht om een vakbond op te richten, een vakbond te kiezen, lid te worden, zich aan te sluiten, zich niet bij een vakbond aan te sluiten of een vakbond te verlaten. Meer dan de helft van alle werknemers in België is lid van een vakbond.
België heeft drie belangrijke vakbondsorganisaties:
- het ABVV – Algemeen Belgisch Vakverbond;
- de ACLVB – Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België;
- het ACV – Algemeen Christelijk Vakverbond.
De vakbonden zijn onderverdeeld in gewesten: Brussel, Wallonië en Vlaanderen. Deze gewesten zijn op hun beurt onderverdeeld in professionele centra die leden uit dezelfde beroepssector groeperen.
Vakbonden bieden een aantal diensten aan hun aangesloten leden.
- Betaling van werkloosheidsuitkering
Naast HVW (hulpkas voor werkloosheidsuitkeringen), de gratis overheidsinstantie die verantwoordelijk is voor de betaling van werkloosheidsuitkeringen in België, voorzien de vakbonden werklozen van de nodige informatie en documenten, dienen ze uitkeringsaanvragen in bij de werkloosheidsbureaus en zorgen ze ervoor dat werkloosheidsuitkeringen en andere uitkeringen worden betaald.
- De juridische dienst voor alle vragen met betrekking tot werk, werkloosheid, geschillen met werkgevers of arbeidsongevallen.
- Ondersteuning voor werklozen in het kader van controles om ervoor te zorgen dat ze actief op zoek zijn naar werk
- Vakbonden bieden ook een “jongerenvakbond” aan, die specifiek gericht is op jonge werknemers, studenten en leerlingen.
Binnen een bedrijf spelen de vakbonden een rol in verschillende overlegorganen, zoals de vakbondsafvaardiging, de ondernemingsraad of het Comité voor preventie en bescherming op het werk.
Op politiek en nationaal niveau behoren ze tot de sociale partners waarop een beroep wordt gedaan om te onderhandelen over collectieve arbeidsovereenkomsten.
Om toegang te krijgen tot de verschillende vakbondsdiensten betalen werknemers een lidmaatschapsbijdrage. De kosten hiervan variëren naargelang de persoonlijke situatie van de werknemer en de vakbond.
Links:
Titel/naam | URL |
ABVV – Socialistische vakbond | |
ACLVB – Liberale vakbond | |
ACV – Algemeen Christelijk Vakverbond |
In België zijn er geen wettelijke bepalingen die de term staking definiëren. Een staking is een tijdelijke werkonderbreking zonder dat de betrokken werknemers de intentie hebben om ontslag te nemen. Een staking is over het algemeen collectief van aard. Lock-outs zijn zeldzaam in België.
Bij de ondertekening van de CAO verbinden de contracterende partijen zich ertoe om tijdens de looptijd van de overeenkomst de bepalingen van de CAO na te leven en zo de sociale vrede te garanderen. Mocht er toch een geschil ontstaan, dan moeten eerst alle bemiddelingsmogelijkheden worden uitgeput voordat er actie wordt ondernomen.
Dergelijke acties, staking of lock-out, moeten vooraf per aangetekende brief worden gemeld aan de voorzitter van het paritair comité, of aan de werkgever, of aan de vakbondsorganisaties die bij het geschil betrokken zijn in het geval van een lock-out. Vóór de daadwerkelijke staking of lock-out moet een kennisgevingstermijn in acht worden genomen. Zowel de methode als de kennisgevingstermijn worden over het algemeen bepaald in een collectieve arbeidsovereenkomst in het huishoudelijk reglement van het paritair comité.
Stakingen of lock-outs die zonder geijkte procedure worden uitgevoerd, worden over het algemeen niet ondersteund door representatieve werkgeversorganisaties of vakbonden.
Bij een staking wordt het werk volledig neergelegd. Vertraagd werken of het werk met opzet hinderen zonder echte werkonderbreking (“langzaamaanactie”) wordt echter niet als staking beschouwd en kan daarom als overtreding worden gezien waarvoor disciplinaire sancties kunnen worden opgelegd.
Met de term beroepsonderwijs en -opleiding worden praktische activiteiten en cursussen bedoeld die verband houden met een specifiek beroep en tot doel hebben om de deelnemers voor te bereiden op hun toekomstige loopbaan. Beroepsopleiding is een essentieel middel om professionele erkenning te krijgen en de kans op een baan te vergroten. Het is dan ook van cruciaal belang dat de beroepsopleidingstelsels in Europa beantwoorden aan de behoeften van de burgers en de arbeidsmarkt, om de toegang tot de arbeidsmarkt te vergemakkelijken.
Beroepsonderwijs- en opleiding maken al sinds de oprichting van de Europese Gemeenschap een belangrijk deel uit van het EU-beleid en vormen een essentieel onderdeel van de zogeheten Lissabonstrategie van de EU, die erop is gericht van Europa de meest competitieve en dynamische kenniseconomie ter wereld te maken. De Europese Raad heeft deze essentiële rol in 2002 nog eens benadrukt. Hij heeft toen tevens een andere ambitieuze doelstelling geformuleerd, namelijk om Europese onderwijs- en opleidingsstelsels tegen 2010 wereldwijd befaamd te maken door een aantal initiatieven van wereldklasse te ondersteunen en met name door de samenwerking op het vlak van beroepsopleidingen te versterken.
Op 24 november 2020 heeft de Raad van de Europese Unie een aanbeveling inzake beroepsonderwijs en ‐opleiding voor duurzaam concurrentievermogen, sociale rechtvaardigheid en veerkracht aangenomen.
In de aanbeveling zijn hoofdbeginselen omschreven die ervoor moeten zorgen dat beroepsonderwijs en -opleiding zich flexibel en snel aanpassen aan de behoeften van de arbeidsmarkt en hoogwaardige leermogelijkheden bieden voor zowel jongeren als volwassenen.
In de aanbeveling wordt sterk de nadruk gelegd op de grotere flexibiliteit van beroepsonderwijs en -opleiding, meer mogelijkheden voor werkplekleren, leerlingplaatsen en betere kwaliteitsborging.
De aanbeveling vervangt tevens de aanbeveling inzake een Europees referentiekader voor kwaliteitsborging in beroepsonderwijs en -opleiding (Eqavet) en bevat een geactualiseerd Eqavet-kader met kwaliteitsindicatoren en beschrijvende elementen. De voormalige ECVET-aanbeveling wordt ingetrokken.
Om deze hervormingen te bevorderen, steunt de Commissie kenniscentra voor beroepsopleiding (Centres of Vocational Excellence – CoVEs), die lokale partners bijeenbrengen om “ecosystemen voor vaardigheden” te ontwikkelen. Ecosystemen voor vaardigheden zullen bijdragen aan regionale economische en sociale ontwikkeling, innovatie en slimme-specialisatiestrategieën.
Erasmus+ is het EU-programma ter ondersteuning van onderwijs, opleiding, jeugd en sport in Europa.
Het beschikt over een geraamde begroting van 26,2 miljard EUR. Dit is bijna het dubbele van de financiering voor het voorgaande programma (2014-2020).
Het programma 2021-2027 legt sterk de nadruk op sociale inclusie, de groene en de digitale transitie en de bevordering van de participatie van jongeren in het democratische leven.
Het ondersteunt de prioriteiten en activiteiten die zijn beschreven in de Europese onderwijsruimte, het actieplan voor digitaal onderwijs en de Europese vaardighedenagenda. Het programma is bovendien gericht op
- ondersteuning van de Europese pijler van sociale rechten,
- uitvoering van de EU-jongerenstrategie 2019-2027,
- ontwikkeling van de Europese dimensie van de sport.
Wie kan eraan deelnemen? Kijk hier voor meer informatie.
Volwasseneneducatie en een leven lang leren in Europa
Een leven lang leren is een proces dat alle vormen van onderwijs omvat: formeel, informeel en niet-formeel. Het begint al voor de leerplichtige leeftijd en loopt door tot na het pensioen. Het is bedoeld om mensen in staat te stellen gedurende hun hele leven belangrijke competenties te ontwikkelen en te onderhouden, waardoor ze ook makkelijker in alle vrijheid van baan, regio of land kunnen veranderen. Daarnaast is een leven lang leren een hoofdbestanddeel van de hierboven genoemde Lissabon strategie. Het is immers essentieel voor zelfontplooiing en een betere concurrentiepositie, en het verhoogt de kans op een baan. De EU heeft verschillende instrumenten aangenomen voor het bevorderen van volwassenenonderwijs in Europa.
Een Europese ruimte voor een leven lang leren
Om een leven lang leren in Europa tot werkelijkheid te maken heeft de Europese Commissie zich ten doel gesteld een Europese ruimte voor een leven lang leren te creëren. In dit verband richt de Commissie zich op het in kaart brengen van de behoeften van zowel de leerlingen als de arbeidsmarkt, om onderwijs toegankelijker te maken en samenwerkingsverbanden op te richten tussen overheden, onderwijsaanbieders en het maatschappelijk middenveld.
Dit EU-initiatief is gericht op mogelijkheden om basisvaardigheden op te doen. Dit gebeurt door de versterking van advies- en informatiediensten op Europees niveau en door de erkenning van alle leervormen, dus zowel formeel onderwijs, als informele en niet-formele opleidingen.
EU-organisaties die beroepsonderwijs in Europa bevorderen
De EU heeft gespecialiseerde organen opgericht die actief zijn op het gebied van beroepsopleiding, om samenwerking en uitwisselingsprojecten op dit gebied te vergemakkelijken.
Het Europees Centrum voor de ontwikkeling van de beroepsopleiding (CEDEFOP – Centre Européen pour le Développement de la Formation Professionnelle) is opgericht in 1975 als een gespecialiseerd EU-agentschap voor de bevordering en ontwikkeling van beroepsonderwijs en –opleidingen in Europa. Het is gevestigd in Thessaloniki (Griekenland) en voert onderzoek en analyses uit op het gebied van beroepsopleidingen. Het biedt expertise aan verschillende Europese partners, zoals onderzoeksinstellingen, universiteiten of opleidingsinstellingen.
De Europese Stichting voor opleiding is opgericht in 1995 en werkt nauw samen met CEDEFOP. De instelling heeft tot taak om partnerlanden (van buiten de EU) te ondersteunen bij de modernisering en ontwikkeling van hun beroepsopleidingstelsels.
Levenskwaliteit – bovenaan de sociale agenda van de EU
Goede levensomstandigheden zijn afhankelijk van een groot aantal factoren, zoals goede gezondheidszorg, onderwijs- en opleidingsmogelijkheden of goede vervoersfaciliteiten, om maar een paar aspecten te noemen waar de burger dagelijks in zijn leven en op zijn werk mee te maken heeft. De Europese Unie heeft zichzelf ten doel gesteld om de kwaliteit van leven in alle lidstaten voortdurend te blijven verbeteren. Ze houdt hierbij rekening met de nieuwe uitdagingen van het hedendaagse Europa, zoals de sociale uitsluiting van mensen en de vergrijzing.
Werkgelegenheid in Europa
Het verbeteren van arbeidskansen in Europa is een hoofdprioriteit voor de Europese Commissie. Om het probleem van de werkloosheid aan te pakken en de mobiliteit tussen banen en regio’s te verhogen, wordt op EU-niveau een groot aantal initiatieven ontwikkeld en uitgevoerd ter ondersteuning van de Europese werkgelegenheidsstrategie. Hiertoe behoren het Europees netwerk van diensten voor de arbeidsvoorziening (Eures) en het EU-vaardighedenpanorama.
Gezondheid en gezondheidszorg in de Europese Unie
Gezondheid is een gekoesterde waarde die invloed heeft op het dagelijks leven van de mensen en daarom een belangrijke prioriteit is voor alle Europeanen. Een gezonde omgeving is essentieel voor onze individuele en professionele ontwikkeling en EU-burgers worden steeds veeleisender waar het gaat om gezondheid en veiligheid op het werk en kwalitatief hoogstaande gezondheidszorg. Ze eisen snelle en gemakkelijke toegang tot medische zorg wanneer ze door de Europese Unie reizen. Het gezondheidsbeleid van de EU is erop gericht aan deze behoeften tegemoet te komen.
De Europese Commissie heeft een gecoördineerde benadering voor volksgezondheid ontwikkeld en daarbij een aantal initiatieven genomen die een aanvulling vormen op de activiteiten van nationale overheden. De gemeenschappelijke activiteiten en doelstellingen van de Unie zijn opgenomen in de gezondheidsprogramma’s en ‑strategieën van de EU.
Het huidige EU4Health-programma (2021-2027) is de ambitieuze respons van de EU op COVID-19. De pandemie heeft grote gevolgen voor patiënten, medisch en zorgpersoneel en de gezondheidszorgstelsels in Europa. Het nieuwe EU4Health-programma gaat verder dan crisisrespons om de veerkracht van de gezondheidszorgstelsels te vergroten.
In het kader van het EU4Health-programma, dat in het leven is geroepen bij Verordening (EU) 2021/522, zal financiering worden verstrekt aan entiteiten, gezondheidsorganisaties en ngo’s uit EU-lidstaten en aan het programma deelnemende niet-EU-landen.
Met EU4Health investeert de EU 5,3 miljard EUR (in huidige prijzen) in maatregelen die een toegevoegde waarde hebben voor de EU, in aanvulling op het beleid van de EU-lidstaten en ter verwezenlijking van een of meer doelstellingen van EU4Health:
- het verbeteren en bevorderen van de gezondheid in de Unie:
- ziektepreventie en gezondheidsbevordering
- internationale gezondheidsinitiatieven en samenwerking
- het aanpakken van grensoverschrijdende bedreigingen voor de gezondheid:
- preventie, paraatheid en reactie op grensoverschrijdende gezondheidsbedreigingen
- aanvulling van de nationale voorraden van essentiële crisisrelevante producten
- het aanleggen van een reserve van medisch, zorg- en ondersteunend personeel
- het verbeteren van geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en crisisrelevante producten:
- geneesmiddelen, medische hulpmiddelen en crisisrelevante producten beschikbaar en betaalbaar maken
- het sterker, veerkrachtiger en efficiënter maken van de gezondheidsstelsels:
- versterken van gezondheidsgegevens, digitale hulpmiddelen en diensten, digitale transformatie van de gezondheidszorg
- toegang tot gezondheidszorg verbeteren
- EU-gezondheidswetgeving en empirisch onderbouwde beleidsvorming ontwikkelen en uitvoeren
- samenwerking tussen nationale gezondheidsstelsels
Onderwijs in de EU
Het onderwijs in Europa is diepgeworteld en wordt gekenmerkt door een grote diversiteit. Al in 1976 hebben de ministers van onderwijs besloten een informatienetwerk op te zetten om meer inzicht te krijgen in het onderwijsbeleid en de onderwijsstelsels van de negen toenmalige lidstaten van de Europese Gemeenschap. Hierbij werd uitgegaan van het beginsel dat het bijzondere karakter van een onderwijsstelsel in een bepaalde lidstaat volledig moest worden gerespecteerd, terwijl de gecoördineerde interactie tussen onderwijs-, opleidings- en werkgelegenheidsstelsels moest worden verbeterd. Eurydice, het informatienetwerk over onderwijs in Europa, ging officieel van start in 1980.
In 1986 verschoof aandacht verschoof van informatie-uitwisseling naar studentenuitwisselingen met de lancering van het Erasmus-programma, inmiddels uitgegroeid tot het Erasmus+-programma, dat vaak wordt genoemd als een van de meest succesvolle initiatieven van de EU.
Vervoer in de EU
Vervoer was een van de eerste gemeenschappelijke beleidsterreinen van de Europese Gemeenschap. Sinds 1958, toen het Verdrag van Rome van kracht werd, is het vervoersbeleid van de EU gericht op het opheffen van douanebelemmeringen tussen lidstaten, zodat personen en goederen zich snel, efficiënt en goedkoop kunnen verplaatsen.
Dit beginsel hangt nauw samen met de centrale doelstelling van EU om te komen tot een dynamische economie en een zeer hechte maatschappij. De vervoerssector genereert 10% van de welvaart in de EU, gemeten naar bruto binnenlands product (BBP). Dit komt neer op ongeveer een biljoen euro per jaar. Ook is de sector goed voor meer dan tien miljoen banen.
Het Schengengebied
Met de Schengen overeenkomst, van kracht sinds maart 1995, zijn de grenscontroles binnen het gebied van de verdragsluitende partijen afgeschaft en is een gemeenschappelijke buitengrens ontstaan, waar volgens gemeenschappelijke regels moet worden gecontroleerd.
Momenteel omvat het Schengengebied de meeste EU-lidstaten, met uitzondering van Bulgarije, Kroatië, Cyprus, Ierland en Roemenië. Bulgarije, Kroatië en Roemenië bereiden zich momenteel echter voor op hun toetreding tot het Schengengebied en passen het Schengenacquis reeds grotendeels toe. Daarnaast zijn ook de niet-EU-landen IJsland, Noorwegen, Zwitserland en Liechtenstein tot het Schengengebied toegetreden.
Luchtvervoer
De vorming van een gemeenschappelijke Europese markt voor luchtvervoer heeft geleid tot lagere tarieven en een ruimere keuze aan luchtvaartmaatschappijen en diensten voor passagiers. De EU heeft ook in een aantal rechten voorzien om ervoor te zorgen dat luchtvaartpassagiers eerlijk worden behandeld.
Rechten van luchtvaartpassagiers
Als luchtvaartpassagier hebt u bepaalde rechten in verband met informatie over vluchten en reserveringen, schade aan bagage, vertragingen en annuleringen, geweigerde boarding, compensatie in geval van een ongeval of problemen met package reizen. Deze rechten gelden voor lijn- en chartervluchten, zowel in binnen- als buitenland, vanaf een EU-luchthaven of naar een EU-luchthaven vanaf een locatie buiten de EU, mits uitgevoerd door een luchtvaartmaatschappij uit de EU.
De afgelopen 25 jaar heeft de Commissie talloze voorstellen gedaan om de Europese markt voor spoorwegvervoer te herstructureren en de positie van het spoor ten opzichte van andere vervoerswijzen te versterken. De inspanningen van de Commissie hebben zich geconcentreerd op drie aspecten die van cruciaal belang zijn voor de ontwikkeling van een sterke en concurrerende spoorwegsector:
- het openstellen van de spoorwegmarkt voor concurrentie,
- het verbeteren van de interoperabiliteit en veiligheid van nationale netwerken, en
- het ontwikkelen van de spoorweginfrastructuur.
Sinds 1830 is België een onafhankelijke federale staat en een constitutionele monarchie.
De grondbeginselen van het Belgische kiesstelsel zijn vastgelegd in de grondwet. Er geldt een algemeen kiesrecht en verkiezingen vinden plaats op basis van een evenredige vertegenwoordiging.
Onderdanen van andere landen (lidstaten van de EU of andere landen) hebben onder bepaalde voorwaarden stemrecht bij gemeenteraadsverkiezingen. Ingezetenen met een niet-Europese nationaliteit konden in 2006 voor het eerst stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen.
België is een representatieve en parlementaire democratie. De federale parlementsverkiezingen worden om de vijf jaar georganiseerd, gewestelijke en Europese verkiezingen eveneens om de vijf jaar en gemeente- en provincieraadsverkiezingen om de zes jaar.
België is een federale staat die bestaat uit gemeenschappen en gewesten. Besluiten worden niet langer alleen door de federale regering en het federale parlement genomen. De gewesten en gemeenschappen mogen besluiten nemen op de gebieden waarop zij bevoegd zijn.
België heeft drie officiële talen: het Nederlands, het Frans en het Duits. Daarom telt het land ook drie gemeenschappen: de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap – de Federatie Wallonië-Brussel — en de Duitstalige Gemeenschap.
Het land is verder nog verdeeld in 10 provincies en 581 gemeentes.
De federale staat behoudt belangrijke bevoegdheden, niet alleen op het gebied van buitenlandse zaken, defensie, justitie, financiën en sociale zekerheid, maar ook op het gebied van volksgezondheid en binnenlandse zaken. Niettemin hebben de gewesten en gemeenschappen het recht betrekkingen met het buitenland te onderhouden op beleidsterreinen waarop zij bevoegd zijn.
Op de arbeidsmarkt houden zich vier overheidsdiensten bezig met werkgelegenheid: Actiris voor het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, Forem voor het Franstalige gedeelte van Wallonië, de VDAB voor Vlaanderen en het ADG voor de Duitstalige Gemeenschap.
De RVA (Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening) voert de werkloosheidsverzekeringen en een aantal werkgelegenheidsmaatregelen uit.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be | http://www.belgium.be |
RVA – Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening | |
VDAB – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling (Vlaanderen) | http://www.vdab.be |
Le FOREM – Waalse dienst voor beroepsopleiding en arbeidsbemiddeling | http://www.forem.be |
Actiris – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling (Brussels Hoofdstedelijk Gewest) | https://www.actiris.brussels/nl/burgers |
ADG – Overheidsdienst voor arbeidsbemiddeling (Duitstalige Gemeenschap) | http://www.adg.be |
In België is de hoogte van lonen niet bij wet of overheidsregels geregeld; deze wordt bepaald op basis van collectief overleg. De collectieve afspraken verschillen per sector en per functie. Deze overeenkomsten gelden voor alle werknemers. Toch is het al gebeurd dat er wettelijke grenzen zijn gesteld aan de stijging van de lonen om het internationale concurrentievermogen van België veilig te stellen. De lonen zijn gebonden aan bepaalde normen en er bestaan vastgelegde minimumlonen.
Het Toezicht op de Sociale Wetten bewaakt deze afspraken ter bescherming van de werknemers. Bij vakbonden en op internet kunt u terecht voor meer informatie over lonen en andere zaken in verband met het arbeidsrecht en arbeidsovereenkomsten. Lonen worden uitgedrukt in brutoloon per uur of per maand.
Er zijn twee soorten inhoudingen op het brutoloon van de werknemer: de sociale premies en de bedrijfsvoorheffing. Sociale premies bedragen altijd 13,07 % van het volledige loon. Bij de berekening van het nettoloon moeten de sociale premies en de bedrijfsvoorheffing van het brutoloon worden afgetrokken. De hoogte van de voorheffing is afhankelijk van de gezinssituatie (namelijk van de vraag of ook de partner werkt en van het aantal kinderen). De vakbonden bieden online calculators om het nettobedrag van een brutosalaris uit te rekenen.
Let wel: kinderbijslag is een nominatief bedrag dat los staat van de overige parameters. Er wordt geen belasting op geheven. De tarieven, bedragen en voorwaarden worden bepaald door de gewesten.
Belastingplichtigen hebben recht op een belastingvrije som: dit houdt in dat over een deel van het belastbaar inkomen in werkelijkheid geen belasting wordt geheven. Als het inkomen hoger is dan de belastingvrije som, wordt er belasting geheven. Deze belasting is progressief. Met andere woorden, de verhoging van het belastingtarief hangt samen met de stijging van de inkomsten. De belastingtabel telt meerdere inkomensschijven en dus ook meerdere belastingschijven.
De onderstaande tabel toont de belastingschijven en de toepasselijke percentages voor het inkomen van 2024 (jaar 2023):
Tot en met 15 200 EUR | 25 % |
Van 15 200,01 EUR tot 26 830 EUR | 40 % |
Van 26 830 EUR tot 46 440 EUR | 45 % |
Vanaf 46 440 EUR | 50 % |
Er bestaan verschillende vormen van belastingverlaging en -verhoging, afhankelijk van de aard van de inkomsten, de uitgaven die in het belastingtijdvak zijn gedaan, mogelijke aftrekposten zoals pensioensparen enz. Het is daarom altijd nuttig een deskundige te raadplegen (bijv. de belastingdienst zelf, een bank of een belastingadviseur).
Bent u in België woonachtig, dan doet u als volgt aangifte: iedereen die in België woont, ontvangt een aangifteformulier voor de inkomstenbelasting. Deze aangifte moet doorgaans vóór eind juni van het jaar volgend op het jaar waarin de arbeid is verricht worden ingediend bij het kantoor van het ministerie van Financiën van uw woonplaats. Als u in België woont, betaalt u ook gemeentebelastingen. Deze belastingen verschillen per gemeente.
Met de website “Tax-on-web” kunt u uw aangifte online invullen.
Links:
Titel/naam | URL |
Belastingen in België | |
Ministerie van Financiën | |
Loon berekenen | https://www.jobat.be/nl/art/hoeveel-blijft-er-van-mijn-brutoloon-netto-over http://www.votresalaire.be/main/salaire/calculbrutnet FGTB || Calculez votre salaire brut-net https://abvv.be/bereken-je-nettoloon |
Tax-on-web – Onlinedienst voor belastingaangiften | https://eservices.minfin.fgov.be/myminfin-web |
België wordt beschouwd als een land waar de levensstandaard comfortabel is, maar waar de kosten van levensonderhoud vrij hoog zijn. De prijzen van dagelijkse consumptiegoederen, energie en woningen verschillen per gewest maar zijn ook afhankelijk van de grootte van steden.
De website “Loonwijzer” geeft informatie over de kosten van levensonderhoud per gewest.
Links:
Titel/naam | URL |
Loonwijzer | |
Vergelijking van kosten van levensonderhoud | https://www.numbeo.com/cost-of-living/country_result.jsp?country=Belgium |
Kopen en verkopen
Veel Belgen willen graag een eigen woning kopen. Maar een huis kopen is zo’n complex proces dat u gemakkelijk het spoor bijster raakt.
Voordat u tot de aankoop van een woning overgaat, is het belangrijk dat u zich goed laat informeren (https://www.belgium.be/nl/huisvesting/kopen_en_verkopen/voorbereiding). Om de aankoop te financieren, moet u waarschijnlijk een hypothecaire lening aangaan. Na de ondertekening van de notariële akte bent u officieel eigenaar van een woning en zult u daar jaarlijks de zogenoemde onroerende voorheffing voor moeten betalen. Het is raadzaam een woningverzekering voor uw nieuwe woning af te sluiten, in sommige gevallen is dit verplicht.
Wanneer u een huis of bouwkavel koopt, bent u in de meeste gevallen onderworpen aan het registratierecht.
Huren en verhuren
Huurovereenkomsten vallen onder de woninghuurwet. Die wet streeft een evenwicht na tussen de rechten van de verhuurder en de belangen van de huurder. De woninghuurwet is alleen van toepassing op de huur van woningen die dienen als hoofdverblijfplaats van de huurder en dat met toestemming van de verhuurder. De huurder moet dus daadwerkelijk en hoofdzakelijk in de gehuurde woning wonen.
Alleen schriftelijke tijdelijke huurovereenkomsten van vóór 28 februari 1991 vallen niet onder de huurwet. Sinds de invoering van de woninghuurwet in 1991 is het niet meer mogelijk om een huurovereenkomst voor onbepaalde tijd af te sluiten. Huurovereenkomsten zijn dus nu in alle gevallen voor bepaalde tijd. De huurder en verhuurder kunnen een huurovereenkomst aangaan voor de duur van:
- negen jaar (dat is ook de standaardlooptijd, tenzij in het contract anders wordt bepaald);
- drie jaar of minder (huurovereenkomst met een korte duur);
- meer dan negen jaar (huurovereenkomst met een lange duur);
- het leven van de huurder (huurovereenkomst voor het leven).
Sinds de zesde staatshervorming valt de huurwetgeving onder de bevoegdheid van de gewesten. Meer informatie vindt u op de website van elk gewest:
- Wallonië: Huisvesting in Wallonië
- Brussels Hoofdstedelijk Gewest: huisvesting.brussels
- Vlaanderen: www.wonenvlaanderen.be
Huurprijzen verschillen per regio en per stad; zelfs tussen stadsdelen en wijken kunnen er aanzienlijke prijsverschillen bestaan. Uiteraard zijn ook de specifieke kenmerken van de woning van invloed op de prijs, waaronder oppervlakte, aantal kamers, staat en ouderdom, kwaliteit van de afwerking enz.
De huurwaarborg beschermt de verhuurder wanneer de huurder zijn verplichtingen niet volledig of helemaal niet nakomt (schade aan de woning enz.). In de meeste huurovereenkomsten wordt dan ook bepaald dat de huurder een huurwaarborg geeft. Deze is echter niet wettelijk voorgeschreven. Een waarborg is dus alleen verplicht als dat in de overeenkomst is vastgelegd.
Naast de huurprijs moet de huurder ook kosten en lasten voldoen of ze aan de verhuurder terugbetalen. Het gaat dan om kosten die verbonden zijn aan het gebruik van de woning: water, elektriciteit, gas, onderhoud van gemeenschappelijke ruimtes, inspectie van liften enz.
Er zijn hierbij twee mogelijkheden: de huurder kan een vast (forfaitair) bedrag betalen of de huurder betaalt de werkelijke kosten en lasten (niet-forfaitair). In beide gevallen moeten de kosten en lasten los van de basishuurprijs opgegeven worden.
Bron: http://www.belgium.be/nl/huisvesting
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Huren en verhuren | https://www.belgium.be/nl/huisvesting/huren_en_verhuren |
Portaal over huisvesting in Wallonië | https://logement.wallonie.be/fr |
Portaal over huisvesting in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest | |
Informatie over huurprijzen in het Brussels Gewest | |
Portaal over huisvesting in Vlaanderen | https://www.vlaanderen.be/wonen-in-vlaanderen |
Gelijke kansen bij het zoeken naar een woning | https://www.unia.be |
Organisatie van de gezondheidszorg
Het Belgische gezondheidszorgsysteem is gebaseerd op een verplichte ziekteverzekering, gebaseerd op het principe van solidariteit tussen alle Belgische inwoners. De belangrijkste financieringsbron zijn de sociale bijdragen, die evenredig zijn met het inkomen. Het is dus niet gratis.
De zorgverlening is gebaseerd op de principes van medische onafhankelijkheid en vrije keuze van zorgverlener of instelling. Betaling vindt voornamelijk plaats op basis van een vergoeding per verstrekking.
De verplichte ziektekostenverzekering wordt beheerd door het RIZIV/INAMI, dat een budget toewijst aan de ziekenfondsen. Dit zijn particuliere organisaties zonder winstoogmerk die hun leden vergoeden voor gezondheidszorg die gedekt is door de verplichte verzekering en die hen een vervangingsinkomen betalen in geval van langdurige ziekte. Alle Belgische inwoners zijn verplicht om zich aan te sluiten bij een ziekenfonds van hun keuze of bij de Hulpkas/Caisse Auxiliaire.
Daarnaast kunnen Belgische inwoners ook een vrijwillige ziektekostenverzekering afsluiten voor diensten die niet of slechts gedeeltelijk gedekt worden door de verplichte ziektekostenverzekering (bijvoorbeeld voor supplementen wanneer patiënten kiezen voor een eenpersoonskamer in een ziekenhuis). Vrijwillige ziektekostenverzekeringen worden aangeboden door verzekeringsmaatschappijen en ziekenfondsen.
Wanneer u ziek bent, neemt u doorgaans contact op met uw huisarts (ook wel behandelend arts genoemd), die de eerstelijnszorg voor rekening neemt. In sommige gevallen wordt u doorverwezen naar een specialist die spreekuur houdt in een eigen praktijk, in een groepspraktijk met verschillende disciplines of in het ziekenhuis. In andere gevallen wordt u door een medische spoedhulpdienst verder geholpen.
Medische kosten
Verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen
Als (mede)verzekerde hebt u recht op een vergoeding uit de zogenoemde verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen als u aangesloten bent bij een verzekeraar (een ziekenfonds, de Hulpkas voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (HZIV) . U hebt onder meer recht op vergoeding van de kosten voor een consult bij de arts, een vaste vergoeding bij ziekenhuisopname en een uitkering bij arbeidsongeschiktheid of zwangerschap.
Basisvergoedingen
De verplichte ziektekostenverzekering geeft recht op een basisvergoeding. Dit omvat de terugbetaling van bepaalde geneesmiddelen en de vergoeding voor veel gezondheidsdiensten die worden geleverd door zorgverleners zoals artsen, tandartsen, fysiotherapeuten en verpleegkundigen.
Bijzondere vergoedingen
Gezien hun specifieke situatie komen bepaalde categorieën personen in aanmerking voor een verhoogde tegemoetkoming. Met andere woorden, zij betalen een lagere bijdrage in de medische kosten. Bovendien kunnen zij onder bepaalde voorwaarden een beroep doen op het Bijzonder Solidariteitsfonds voor bepaalde medische verrichtingen die niet gedekt zijn door de ziektekostenverzekering.
Maximumfactuur
Dankzij de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging vergoedt het ziekenfonds een groot deel van de medische kosten. Toch kan het gedeelte dat u zelf moet betalen hoog oplopen, bijvoorbeeld bij een ernstige, chronische of langdurige ziekte. De zogenoemde maximumfactuur (MAF) is een systeem dat de zorgkosten voor patiënten in de hand houdt.
Particuliere verzekering
Meestal bieden ziekenfondsen – naast de verplichte verzekering voor geneeskundige zorg – tegen bijbetaling ook aanvullende verzekeringen. U kunt een dergelijke verzekering ook afsluiten bij een particuliere verzekeringsmaatschappij.
Deze aanvullende particuliere verzekeringen dekken bijvoorbeeld de kosten voor ziekenhuisopname, de aankoop van brillen en lenzen, sommige vormen van tandheelkundige zorg, sommige vaccinaties, de opvang van zieke kinderen of medische zorg in het buitenland.
De dekking van deze verzekeringen verschilt per ziekenfonds en soms zelfs – binnen hetzelfde ziekenfonds – per gewest. Om te weten te komen voor welke diensten u betaalt, kunt u het beste contact opnemen met uw ziekenfonds.
2 Bron: http://www.belgium.be/fr/sante
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Gezondheid | |
Beschrijving van het Belgische gezondheidssysteem (ENG) | https://www.healthybelgium.be/en/hit |
Portaal belgium.be – Kosten van de zorg | |
Ziekenfondsen in België – Overzicht | https://www.riziv.fgov.be/fr/professionnels/autres/mutualites/Pages/contactez-mutualites.aspx |
Ziekenfondsen in België – Vergelijking | http://www.ziekenfondsenvergelijken.be |
Terugbetaling van geneesmiddelen |
Recht op onderwijs
Sinds de oprichting van België als onafhankelijke staat in 1830 is de vrijheid van onderwijs een grondrecht.
Het lager en middelbaar onderwijs is gratis en het land heeft een uitgebreid stelsel van beurzen en subsidies opgezet. Tegenwoordig behoort het opleidingsniveau in België tot de hoogste van Europa.
Organisatie van het onderwijs
Bij de staatshervorming werd het onderwijs op 1 januari 1989 een bevoegdheid van de gemeenschappen. Tegelijkertijd kregen scholen meer autonomie. Het initiatief kan zowel uitgaan van de overheid als van particulieren. Onder de overheid vallen gemeentes, provincies en gemeenschappen.
Er zijn drie grote onderwijsnetten: gemeenschapsonderwijs, gesubsidieerd vrij onderwijs – in hoofdzaak katholiek – en gesubsidieerd officieel onderwijs, georganiseerd door de gemeentes en provincies.
Leerplicht
De leerplicht duurt 13 jaar en loopt van 5 tot 18 jaar, maar het is mogelijk om naar de kleuterschool te gaan vanaf 2,5 jaar (3 jaar in de Duitstalige Gemeenschap). Het lager onderwijs duurt net als het middelbaar (voortgezet) onderwijs zes jaar. Het middelbaar onderwijs begint op de leeftijd van 12 jaar en omvat drie graden. Elke graad omvat twee schooljaren. Vanaf het tweede jaar nemen de keuzemogelijkheden toe. Binnen het middelbaar onderwijs bestaan vier hoofdrichtingen: algemeen, technisch, kunst- en beroepsonderwijs.
Het hoger onderwijs bestaat uit universitair en niet-universitair onderwijs.
België telt een klein aantal scholen die niet door de overheid zijn erkend. Dat zijn particuliere scholen die niet door een overheid worden georganiseerd of gesubsidieerd. Tot deze categorie behoren de Europese en internationale scholen. Particuliere scholen die inspectie van de overheid accepteren, geven diploma’s af die gelijkwaardig zijn aan die van de openbare en vrije scholen. Thuisonderwijs (en gelijkaardig) stelt kinderen in de leerplichtige leeftijd in staat om hun opleiding voort te zetten buiten een school die georganiseerd of gesubsidieerd wordt door de overheid.
Beroepsopleidingen
België telt een groot aantal openbare en particuliere instellingen die opleidingen organiseren. Sommige onderwijsinstellingen zijn gratis; andere niet en zijn heel duur. Bij sommige kunnen erkende diploma’s en getuigschriften worden behaald, bij andere niet. Het is dus belangrijk zo goed mogelijk na te gaan of de beoogde opleiding daadwerkelijk de moeite waard is en beantwoordt aan uw behoeften.
Afhankelijk van het gewest waar u woont, zijn er diverse overheidsdiensten waar u terecht kunt voor informatie over alle beroepsopleidingen die u kunt volgen: de VDAB in Vlaanderen, Forem in Wallonië, Bruxelles Formation voor de beroepsopleiding van Franstaligen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (voor de Nederlandstalige Brusselaars is de VDAB bevoegd) en het Arbeitsamt in de Duitstalige gemeenschap.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Opleidingen | |
Onderwijs in Vlaanderen | http://www.ond.vlaanderen.be |
Onderwijs in de Federatie Wallonië-Brussel | http://www.enseignement.be |
Onderwijs in de Duitstalige Gemeenschap | www.ostbelgienbildung.be |
Met zijn rijke cultuurgeschiedenis hoeft België geenszins onder te doen voor de culturele traditie van grotere en oudere Europese landen. Deze rijkdom komt duidelijk tot uitdrukking in de kunst: talrijke Belgische meesters hebben een internationaal toonaangevende rol gespeeld. Ze genieten nog steeds van deze internationale bekendheid, net als vele hedendaagse kunstenaars (in vele domeinen). Schilderkunst, literatuur, detectives, stripverhalen, architectuur, muziek, theater en dans, film, mode, tentoonstellingen enz. zijn maar een paar van de domeinen waarin Belgen uitblinken met hun creativiteit.
Belgen doen ook in de gastronomie van zich spreken, met chocolade, koekjes, pralines en diverse soorten bier. Bier werd uitgevonden door monniken en is de nationale drank. Geen enkel ander land kan tippen aan de kwaliteit en diversiteit van onze schuimende dranken. België behoort ook tot de top van de moderne haute cuisine. Bovendien staat België op gastronomisch gebied internationaal uitstekend bekend.
Inventiviteit is eveneens een Belgisch handelsmerk. Hierbij valt onder meer te denken aan bootliften, luchtvaart enz.
Er zijn twee grote toeristische trekpleisters: het vrijwel intact gebleven natuurgebied van de Ardennen en de Belgische kust, met zo’n 15 badplaatsen. Veel Belgen en buitenlanders brengen ook een bezoek aan een van de talrijke andere plaatsen, waaronder de steden met hun geschiedenis en cultuur.
In Brussel, het hoofdstedelijke gewest, wonen en werken maar liefst 181 verschillende nationaliteiten (36,9% van de inwoners is niet Belgisch). Hier zijn ook de instellingen van de Europese Unie en vele internationale organisaties gevestigd (vb NAVO, ...).. Dit brengt een rijkdom aan culturele diversiteit met zich mee, die weerspiegeld wordt in het culturele en artistieke aanbod.
Sport neemt eveneens een belangrijke plaats in. De Belgen doen niet alleen aan beroepssport, zoals voetbal, wielrennen, judo, volleybal, tennis, motorcross en veldhockey, waarin ze een gevestigde reputatie hebben, maar ook veel aan amateursport. Het verenigingsleven biedt talloze mogelijkheden: van scouting en tango tot boogschieten. De goed toegankelijke natuurgebieden van de Ardennen bieden volop mogelijkheden om te klimmen, abseilen en skiën op natuurlijke of kunstmatige hellingen, fietsen en lange wandelingen te maken. Anders dan in vele andere Europese landen blijven cafés en discotheken tot diep in de nacht open.
Een Belg wordt vaak omschreven als bourgondisch, gereserveerd en voorzichtig.
Links:
Titel/naam | URL |
Toerisme in België | |
Toerisme in Vlaanderen | http://www.toerismevlaanderen.be |
Toerisme in Brussel | https://visit.brussels/fr |
Toerisme in Wallonië | http://walloniebelgiquetourisme.be |
Toerisme in de Oostkantons | https://www.ostbelgien.eu |
Binnen 14 dagen na de geboorte moet de vader of moeder – of beiden – bij de gemeente aangifte doen van de geboorte. De volgende documenten zijn nodig: het geboorteattest, het trouwboekje en de identiteitskaarten van de ouders. In sommige gemeentes kan ook in de kraamkliniek aangifte worden gedaan van de geboorte van een kind.
In België mag men vanaf de leeftijd van 18 jaar trouwen. De huwelijkskandidaten moeten een huwelijksaangifte doen bij de ambtenaar van de burgerlijke stand in de gemeente waar ten minste een van de toekomstige echtgenoten staat ingeschreven. De volgende documenten zijn hierbij nodig: een gewaarmerkte kopie van de geboorteakte, een identiteitsbewijs, een bewijs van inschrijving in het bevolkingsregister en een bewijs van nationaliteit. Een eventueel kerkelijk huwelijk kan pas worden ingezegend nadat het burgerlijk huwelijk is voltrokken.
Personen van hetzelfde geslacht mogen krachtens de wet van 13 februari 2003 met elkaar trouwen. Zij mogen sinds de wet van 18 mei 2006 ook kinderen adopteren.
Er bestaan in België twee vormen van echtscheiding: echtscheiding met onderlinge toestemming en echtscheiding op grond van onherstelbare ontwrichting van het huwelijk. De echtscheiding wordt uitgesproken door de rechter.
Personen die samenwonen, kunnen een verklaring van wettelijke samenwoning afleggen bij de burgerlijke stand van hun woonplaats. Dit biedt aan samenwonenden een zekere legale bescherming (maar gaat minder ver dan het juridisch kader van een huwelijk). De wettelijke samenwoning eindigt wanneer een van de partijen een huwelijk aangaat of overlijdt, bij onderling akkoord van de samenwonenden of door eenzijdige opzegging door een van beiden.
Overlijden
De familie, een medewerker van de begrafenisonderneming of een vriend/buurman of buurvrouw moet het overlijden zo snel mogelijk melden aan de dienst Burgerlijke Stand van de gemeente waar de persoon in kwestie is overleden of eventueel van de gemeente waar de overledene zal worden begraven of gecremeerd.
De verklaring moet worden afgelegd in aanwezigheid van een meerderjarige getuige. Bij een overlijden in een particuliere woning moet dit worden aangegeven door twee meerderjarige getuigen, bij voorkeur naaste bloed- of aanverwanten.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Familie | |
Portaal belgium - Financiën Gezinssituaties |
België heeft een zeer dicht verkeersnet. Dit geldt zowel voor het openbaar vervoer (trein, tram, bus, metro) als voor het particulier vervoer. Het wegennet is goed ontwikkeld.
Luchthavens en vliegverkeer
De volgende luchthavens verwerken internationaal luchtverkeer: Brussel-Nationaal (BRU Brussels airport/Zaventem), Charleroi (CRL Brussels South), Luik LGG, Oostende OST en Antwerpen ANR (Deurne). Elk van deze luchthavens wordt aangedaan door lijndiensten, charters en lowcostmaatschappijen. Belangrijk om te weten: als u de trein neemt naar of van luchthaven Brussel-Nationaal, moet u naast de prijs van uw treinticket een extra toeslag betalen, de zogenaamde Diabolotoeslag. Deze moet betaald zijn voordat u in de trein stapt.
België heeft verder vier zeehavens (Antwerpen, Gent, Oostende en Zeebrugge), alsook de haven van Brussel en het havencomplex van Luik. Wat het spoorvervoer betreft, heeft België goede hogesnelheidsverbindingen (TGV(SNCF)/Eurostar) met Frankrijk. Er zijn ook verbindingen met Duitsland (ICE en Eurostar), Nederland en het Verenigd Koninkrijk (NC en Eurostar). De luchthavens Parijs-Charles de Gaulle en Amsterdam-Schiphol zijn snel te bereiken (per trein ongeveer anderhalf uur zonder overstappen vanaf Brussel-Zuid).
Het openbaar vervoer (treinen, trams/bussen en taxi’s) heeft een zeer goede infrastructuur als het gaat om punctualiteit en de fijnmazigheid van het netwerk. Tickets voor het openbaar vervoer kunnen betaald worden aan de kaartautomaten of loketten in de stations, cash of met bankkaart, maar ook via de applicaties en websites van de vervoersbedrijven of per sms. Dit heeft de voorkeur op het kopen van tickets bij de chauffeur van bus of tram.
Treinen: de verantwoordelijkheid voor de organisatie van het treinverkeer ligt bij de NMBS – Nationale Maatschappij der Belgische Spoorwegen. Er zijn veel kortingsmogelijkheden voor jongeren en ouderen. Het is ook mogelijk om kaarten te kopen voor tien reizen tegen een speciale prijs, en er zijn weekendtarieven beschikbaar. De treinen hebben eerste- en tweedeklasserijtuigen. Er zijn ook kaartautomaten in de stations. Het is ook mogelijk om de fiets mee te nemen op de trein.
Trams en metro rijden in enkele grote steden, waaronder Antwerpen, Brussel, Charleroi en Gent. De ingebruikneming van een tramlijn in Luik is gepland voor 2024-2025. U kunt goedkoper reizen als u bijvoorbeeld bij een krantenkiosk een meerrittenkaart koopt. U kunt ook in de tram of de bus bij de chauffeur een enkeltje kopen.
Bussen: vrijwel alle lijnen worden gereden door De Lijn in Vlaanderen, de MIVB in Brussel en de TEC in Wallonië. Kaartjes zijn te koop bij de chauffeur. Het is echter voordeliger om meerrittenkaarten in de voorverkoop op grote stations of bij krantenkiosken te kopen.
Taxi’s: u kunt vooraf vragen wat een rit ongeveer zal kosten, maar de uiteindelijke prijs wordt bepaald door de taximeter. U kunt een taxi bestellen via de telefoon of bij een taxistandplaats. Het is niet gebruikelijk om op straat een taxi aan te houden.
Links:
Titel/naam | URL |
Portaal belgium.be – Mobiliteit | |
De Lijn – Openbaar vervoer in Vlaanderen | http://www.delijn.be |
TEC – Openbaar vervoer in Wallonië | http://www.infotec.be |
MIVB – Openbaar vervoer in Brussel | http://www.stib-mivb.be |
NMBS – Treinen | http://www.belgianrail.be |
Luchthaven van Antwerpen | https://www.luchthaven-antwerpen.com |
Luchthaven van Brussel (Zaventem) | http://www.brusselsairport.be |
Luchthaven Charleroi/Brussel-Zuid | https://www.brussels-charleroi-airport.com/fr |
Luchthaven Luik | |
Luchthaven van Oostende | https://www.luchthaven-oostendebrugge.com |
Taxi’s in Brussel en informatie over mobililteit in Brussel | https://mobilite-mobiliteit.brussels/eng |
Gouden Gids – Taxi’s |