In Nederland wonen 17,6 miljoen inwoners, waarvan 13,2 miljoen in de leeftijd van 15 tot 75 jaar. De netto participatiegraad, oftewel het aantal werkenden t.o.v. de bevolking van 15 tot 75 jaar, ligt in 2022 op 73%. Dit ligt voor mannen (76%) iets hoger dan voor vrouwen (68%). Ten opzichte van andere landen heeft Nederland een erg hoge netto participatiegraad (in het Nederlands ‘netto participatiegraad’). Veel jongeren zijn al tijdens hun studie aan het werk via een bijbaan en ouderen werken lang door. De pensioenleeftijd is in 2022 opgetrokken tot 66 jaar en 7 maanden. In Nederland wordt wel vaak in deeltijd gewerkt. Er is geen ander land in Europa waarbij zo’n groot deel van de vrouwen en mannen in deeltijd werkt.
Van de Nederlandse beroepsbevolking is 21% laag opgeleid, 38% middelbaar opgeleid en 41% hoog opgeleid. In internationaal opzicht hebben veel werknemers een flexibele arbeidsrelatie en bovendien heeft Nederland relatief veel zelfstandigen zonder personeel. De zorg- en welzijnssector is veruit de grootste sector met bijna 1,5 miljoen banen (17% van het totaal). Op de tweede en derde plek komen de detailhandel en de industrie met elk zo’n 10% van het aantal banen.
De economische groei is in 2022 uitgekomen op 4,5%. De groei in 2022 is vooral te danken aan de hogere consumptie door huishoudens. Ook het handelssaldo, de investeringen en de overheidsconsumptie droegen positief bij. De groei was ook al hoog in 2021 (4,9%). De economie is sterk hersteld van het coronajaar 2020 (-3,9%) en doet het ook in internationaal perspectief goed. Voor maart 2023 raamde het Centraal Planbureau (CPB) een economische groei van 1,6% voor 2023 en van 1,4% voor 2024. De werkloosheid loopt volgens het CPB iets op naar 3,9% in 2023 en 4,1% in 2024. Een aantal remmende factoren vanuit de internationale omgeving drukt de groei: de uitvoer heeft te maken met een afgekoelde wereldhandel, daarnaast lijden de investeringen onder de hoge geopolitieke onzekerheid (oorlog in Oekraïne) en de hogere rente. Daarnaast zijn er binnenlandse factoren die de groei remmen, zoals de omslag op de woningmarkt en de stikstofproblematiek. Verder speelt de hoge inflatie een negatieve rol in de koopkracht van mensen. Verder kan de krappe arbeidsmarkt een rem vormen voor de economische groei.
Voor meer actuele informatie over de arbeidsmarkt, zie www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
Links:
www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie
Volgens de spanningsindicator van UWV wordt de krapte op kwartaalbasis voor 92 beroepsgroepen en 35 regio’s berekend. Dat wordt gedaan door de verhouding te nemen tussen het aantal openstaande vacatures en het aantal werkzoekenden dat direct inzetbaar is op de arbeidsmarkt. Vervolgens wordt dit getal in vijf categorieën ingedeeld: zeer ruim, ruim, gemiddeld, krap en zeer krap.
Na de coronacrisis is de spanning op de Nederlandse arbeidsmarkt sterk toegenomen. In het vierde kwartaal van 2022 kan de arbeidsmarkt in 10 regio’s worden getypeerd als krap en in 25 regio’s als zeer krap.
Krapte naar beroep
In het laatste kwartaal van 2022 was voor 65 beroepsgroepen sprake van een zeer krappe arbeidsmarkt en voor 25 van een krappe arbeidsmarkt. Bij de overige 2 beroepsgroepen was de arbeidsmarktkrapte ‘gemiddeld’. Deze situatie gold voor reisbegeleiders en hulpkrachten bouw en industrie.
De top 15 van beroepsgroepen in het vierde kwartaal van 2022 met de hoogste krapte:
Databank- en netwerkspecialisten |
Software- en applicatieontwikkelaars |
Managers detail- en groothandel |
Elektrotechnisch ingenieurs |
Machinemonteurs |
Gespecialiseerd verpleegkundigen |
Ingenieurs (geen elektrotechniek) |
Productieleiders industrie en bouw |
Transportplanners en logistiek medewerkers |
Militaire beroepen |
Elektriciens en elektronicamonteurs |
Verpleegkundigen (mbo) |
Financieel specialisten en economen |
Automonteurs |
Laboranten |
Voor meer actuele informatie over de arbeidsmarkt, zie Dashboard Spanningsindicator (werk.nl).
Links:
Spanningsindicator: arbeidsmarkt eind 2022 nog zeer krap (werk.nl)
De werkloosheid is in Nederland zowel in historisch als in Europees perspectief laag. Gemiddeld was in 2022 3,5% van de beroepsbevolking werkloos, wat neerkomt op 350 duizend mensen. Voor jongeren (15 tot 25 jaar) ligt het werkloosheidspercentage op 7,6% en voor 45-plussers op 2,5%. Ouderen hebben een kleine kans om werkloos te worden, maar eenmaal werkloos is het voor hen lastig om een nieuwe baan te vinden. Voor 2024 verwacht het CPB een licht oplopend werkloosheidspercentage van 4,1% (415 duizend personen).
Het arbeidspotentieel is echter groter dan uit de werkloosheidsstatistieken blijkt. Er zijn ook niet-werkenden die niet direct beschikbaar zijn voor werk of niet op zoek zijn naar werk. Zij worden niet tot de werklozen gerekend, maar wel tot het onbenut arbeidspotentieel. Verder behoren tot het onbenut arbeidspotentieel (officiële Engelse term labour market slack) de onderbenutte deeltijders (underemployed parttimers). In Nederland zijn er veel mensen die in deeltijd werken en 1 op de 8 van hen wil meer uren werken en is daarvoor direct beschikbaar. Dit betreft een half miljoen onderbenutte deeltijders. Ofschoon de werkloosheid in Nederland laag is, ligt het onbenut arbeidspotentieel maar net onder het EU-gemiddelde.
UWV zag het aantal WW-uitkeringen met 22% teruglopen naar bijna 149 duizend eind 2022 . Eind december 2021 werden er nog 192 duizend WW-uitkeringen verstrekt. Een deel van deze groep, ruim 40% heeft echter een (gedeeltelijk) dienstverband en ontvangt daarnaast nog een aanvullende WW-uitkering.
De meeste mensen met een WW-uitkering stonden ingeschreven met een bedrijfseconomisch of administratief beroep (21%). Hierbij gaat het veelal om administratief medewerkers, receptionisten/telefonisten, secretaresses en boekhoudkundig medewerkers. De kansen op werk voor deze beroepen zijn niet groot. Op hoger niveau zijn er wel kansen voor werkzoekenden; vaak betreft het dan vacatures voor hoger financieel of economisch geschoolden. De verwachting is dat het in de komende jaren als gevolg van de voortgaande automatisering moeilijker wordt om werk te vinden in deze sector.
Ook staan er relatief veel mensen met een WW-uitkering ingeschreven met een technisch beroep (16%). Hierbij gaat het vaak om lager geschoolden, zoals productiemedewerkers. De kansen op werk zijn voor technisch onderlegde personen echter veel groter dan voor administratief personeel. Bijna alle beroepen met een technische achtergrond bieden goede perspectieven op werk. In deze beroepsgroep, waarin werkgevers al moeilijk voldoende gekwalificeerd personeel kunnen vinden, worden de komende jaren juist nog meer vacatures verwacht. De klimaatdoelen en energietransitie zorgt voor een verdere groei, zowel in de bestaande bouw, de nieuwbouw, de utiliteitsbouw als bij het transport van duurzame energie.
Van het arbeidsaanbod in Nederland staat een gedeelte ingeschreven bij UWV (GWU). De groep bestond eind 2022 uit 703 duizend personen zonder dienstverband. Het gaat om een diverse groep werkzoekenden zoals bijstandsgerechtigden en mensen met een arbeidsongeschiktheidsuitkering die lang niet allemaal direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Van de verschillende groepen die deel uitmaken van GWU hebben mensen met een WW-uitkering gemiddeld genomen de beste kans op werk. Zij zijn vaak direct inzetbaar en beschikken over recente werkervaring.
Voor meer actuele informatie over de arbeidsmarkt, zie www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
Links:
De provincies Groningen, Friesland en Drenthe vormen samen het noordelijke deel van Nederland. De drie provincies behoren tot de dunbevolkte delen van het land. Noord-Nederland is te kenmerken als een landelijk gebied, maar het heeft met de stad Groningen ook een subregio met stedelijke kenmerken en een bijbehorende focus op dienstverlening, innovatie en kennisontwikkeling.
Hoewel het landsdeel Noord-Nederland een vrij samenhangend geheel is wat betreft economische structuur, kent het wel accentverschillen. De provincies Drenthe en Friesland (specifiek het merengebied en de wadden) hebben een toeristisch imago. In de stedelijke kernen Groningen en Assen is er een sterke concentratie van bedrijven en instellingen in de publieke dienstverlening en zorg. De stad Leeuwarden kenmerkt zich door een concentratie van financiële dienstverlening. Industriële activiteiten zijn vooral te vinden in Zuidoost-Drenthe, Oost-Groningen en in Friesland. Groningen Seaports (Eemshaven) is de grootste zeehaven van Noord-Nederland. De haven was in eerste instantie vooral gericht op overslag, maar focust ook steeds meer op de energietransitie en datagerelateerde activiteiten.
Aan het begin van 2021 was net als in 2020 de coronacrisis goed voelbaar. In veel sectoren waren weinig vacatures en het aantal werkzoekenden was hoog. Toen medio 2021 de corona maatregelen werden versoepeld, steeg het aantal vacatures snel. Met name in sectoren als horeca en ICT werd al snel een tekort aan personeel gevoeld. Voor veel sectoren is op dit moment sprake van een krappe arbeidsmarkt, dat wil zeggen dat er meer openstaande vacatures zijn dan beschikbare werkzoekenden.
De huidige onzeker situatie in Oekraïne leidt echter mogelijk tot nieuwe onzekerheid in de vraag; deze is nu nog niet merkbaar. Op dit moment wordt het tekort aan personeel nog in veel sectoren nog ervaren. De verwachting is dat door structurele ontwikkelingen, zoals vergrijzing, deze situatie de komende jaren niet zal veranderen.
De werkloosheid is het afgelopen jaar hard teruggelopen. Dit biedt zeker kansen voor mensen op alle opleidingsniveaus in alle sectoren.
De grootste sectoren in Noord-Nederland zijn, als het gaat om werknemersbanen, zorg & welzijn (163.300, 22%), detailhandel (82.800, 11%) en industrie (81.400, 11%).
Figuur 1. Sectoren met hoogst aantal werknemersbanen in de regio
Ondanks de toenemende inflatie in 2022, presteert de Nederlandse economie relatief goed. En ook voor 2023 is er ondanks de inflatie, zwakkere wereldhandel en dalende huizenprijzen, economische groei voorspeld. Hoewel de spanning op de arbeidsmarkt in de tweede helft van 2022 iets afnam, bleef de arbeidsmarkt in de regio Noord krap. Dat wil zeggen dat er meer openstaande vacatures zijn dan beschikbare werkzoekenden.
Factoren als vergrijzing, verduurzaming en automatisering zijn relevante factoren op de arbeidsmarkt. Bijna nergens in Europa ligt het aandeel werkende 55-plussers zo hoog als in Nederland. Dat betekent dat dit komende jaren zal leiden tot een grote uitstroom van pensioengerechtigden. 11% van de werkende bevolking in landdeel Noord is 60-plus en met name in sector zorg en welzijn en industrie zien we dat er komende jaren een grote uitstroom van pensioengerechtigden zal zijn. De verwachting is dat hierdoor de komende jaren de beroepsbevolking minder hard zal groeien of zelfs afnemen, wat bijdraagt aan de krappe arbeidsmarkt.
Voor meer informatie over actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zie www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
Links:
Centraal Economisch Plan (CEP) 2023, raming maart 2023 | CPB.nl
De arbeidsmarkt in Noord- Nederland is in 2022 zeer krap. In het vierde kwartaal van 2022 was de spanning het hoogst voor ICT-beroepen, zorg en welzijnsberoepen, dienstverlenende beroepen en openbaar bestuur, veiligheid en juridische beroepen. Het aantal openstaande vacatures verschilt per ISCO (International Standard Classification of Occupations) beroepsniveau, die de complexiteit en omvang van taken naar niveau indeelt. Bij ICT-beroepen staan er veel vacatures open op ISCO beroepsniveau 3 en 4. Voor zorg en welzijn beroepen is de vraag voor ISCO beroepsniveau 2, 3 en 4 redelijk gelijk verdeeld. Werkgevers met vacatures voor technische, bedrijfseconomische en administratieve beroepen en commerciële beroepen zoeken vooral medewerker voor werkzaamheden op ISCO beroepsniveau 2.
Figuur 2. Aantal openstaande vacatures naar ISCO beroepsniveau - Kwartaal 4 2022
• Beroepsniveau 1: eenvoudige routinematige taken, waarvoor elementair of lager onderwijs volstaat; | ||
• Beroepsniveau 2: weinig tot middelmatig complexe taken, waarvoor lager of middelbaar onderwijs vereist is; |
| |
• Beroepsniveau 3: complexe taken, waarvoor middelbaar of hoger onderwijs vereist is; | ||
• Beroepsniveau 4: zeer complexe gespecialiseerde taken, waarvoor hoger of wetenschappelijk onderwijs vereist is. |
In Noord-Nederland zijn er ook beroepen waarvan we weten dat ze de aankomende tijd kansrijk blijven. Deze zijn de afgelopen jaren kansrijk geweest en minder gevoelig als de economie afkoelt. Dit zijn beroepen als monteurs industriële machines en installaties / mechatronica (installatie, service, storing), vrachtwagenchauffeurs, woonbegeleiders gehandicaptenzorg en medewerkers klantcontact / klantenservice
Het arbeidsaanbod in Nederland is begin 2023 relatief laag. Het werkloosheidspercentage is de afgelopen jaren flink gedaald en ook in vergelijking tot andere Europese landen behoort Nederland tot de landen met het laagste werkloosheidspercentage (3,3%) (Eurostat, 2021).
Enerzijds heeft het UWV inzicht in het deel van het arbeidsaanbod dat staat ingeschreven bij het UWV (GWU). Dit zijn mensen met een WW-uitkering, een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, een bijstandsuitkering of geregistreerde werkzoekenden zonder uitkering. De groep bestond eind 2022 in Noord- Nederland uit 109.100 personen, waarvan 77.000 zonder dienstverband. Het gaat om een diverse groep werkzoekenden die lang niet allemaal direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Van de verschillende groepen die deel uitmaken van GWU hebben mensen met een WW-uitkering (16.000 personen) gemiddeld genomen de beste kans op werk: zij zijn vaak direct inzetbaar en beschikken over recente werkervaring. Een deel van deze groep, ongeveer 40% heeft echter een (gedeeltelijk) dienstverband en ontvangt daarnaast nog een aanvullende WW-uitkering.
Ook het CBS doet onderzoek naar het arbeidsaanbod, namelijk het onbenut arbeidspotentieel. In Noord-Nederland gaat het om 135.000 personen, 10% van het totaal aantal inwoners tussen 15 en 75 jaar, waarvan een deel ook in beeld is bij het UWV. Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers. In Nederland werken relatief veel mensen in deeltijd, een deel van deze groep (12%) wil en kan meer uren werken. In vergelijking tot andere Europese landen is dat een relatief klein aandeel (CBS, 2021).
Voor meer informatie over actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zie www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
De provincies Noord-Brabant en Limburg vormen samen het zuidelijk deel van Nederland. In de twee provincies wonen ongeveer 3,7 miljoen mensen. Dit is bijna één vijfde van de totale bevolking van Nederland. Zuid-Nederland is te kenmerken als een landelijk gebied, maar het heeft met de steden als Breda, Eindhoven, Maastricht en Venlo ook een subregio met stedelijke kenmerken en een bijbehorende focus op dienstverlening, toerisme, innovatie en kennisontwikkeling.
Hoewel het landsdeel Zuid-Nederland een vrij samenhangend geheel is wat betreft economische structuur, kent het wel verschillen. De provincie Limburg (met name Zuid-Limburg) heeft een toeristisch imago. In de stedelijke gebieden is er een sterke concentratie van bedrijven en instellingen in de publieke dienstverlening en zorg. De stad Eindhoven kenmerkt zich door een concentratie van innovatie en technische ontwikkelingen. Logistiek en transport bedrijven zijn vooral te vinden in West-Brabant en Midden-Brabant.
De grootste sectoren in Zuid-Nederland, als het gaat om het aantal werknemersbanen, zijn de zorg en welzijnssector (296.500, 16%), industrie (259.200, 14%) en detailhandel (200.000, 11%) (CBS, 2021).
Figuur 3. Sectoren met hoogst aantal werknemersbanen in de regio
Ondanks de toenemende inflatie in 2022, presteert de Nederlandse economie relatief goed. En ook voor 2023 is er ondanks de inflatie, zwakkere wereldhandel en dalende huizenprijzen, economische groei voorspeld (CEP, 2023). Hoewel de spanning op de arbeidsmarkt in de tweede helft van 2022 iets afnam, bleef de arbeidsmarkt in de regio Zuid (zeer) krap. Dat wil zeggen dat er meer openstaande vacatures zijn dan beschikbare werkzoekenden.
Factoren als vergrijzing, verduurzaming en automatisering hebben een inwerkende factor op de arbeidsmarkt. Bijna nergens in Europa ligt het aandeel werkende 55-plussers zo hoog als in Nederland. Dat betekent dat dit komende jaren zal leiden tot een grote uitstroom van pensioengerechtigden. 11% van de werkende bevolking in landdeel Zuid is 60-plus en met name in sector zorg en welzijn en industrie zien we dat er komende jaren een grote uitstroom van pensioengerechtigden zal zijn. De verwachting is dat hierdoor de komende jaren de beroepsbevolking minder hard zal groeien of zelfs afnemen, wat bijdraagt aan de krappe arbeidsmarkt.
Voor meer informatie over actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zie www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
Links:
De arbeidsmarkt in het zuidelijke deel van Nederland is in 2022 zeer krap. In het vierde kwartaal van 2022 was de spanning het hoogst voor ICT-beroepen, dienstverlenende beroepen, zorg en welzijnsberoepen en technische beroepen. Het aantal openstaande vacatures verschilt per ISCO (International Standard Classification of Occupations) beroepsniveau, die de complexiteit en omvang van taken naar niveau indeelt. Bij ICT-beroepen staan er veel vacatures open op ISCO beroepsniveau 3 en 4. Voor zorg en welzijn beroepen is de vraag voor ISCO beroepsniveau 2, 3 en 4 gelijk verdeeld. Werkgevers met vacatures voor technische, bedrijfseconomische en administratieve beroepen zoeken vooral medewerker voor werkzaamheden op ISCO beroepsniveau 2.
Figuur 4. Aantal openstaande vacatures naar ISCO beroepsniveau - Kwartaal 4 2022
• Beroepsniveau 1: eenvoudige routinematige taken, waarvoor elementair of lager onderwijs volstaat; | ||
• Beroepsniveau 2: weinig tot middelmatig complexe taken, waarvoor lager of middelbaar onderwijs vereist is; |
| |
• Beroepsniveau 3: complexe taken, waarvoor middelbaar of hoger onderwijs vereist is; | ||
• Beroepsniveau 4: zeer complexe gespecialiseerde taken, waarvoor hoger of wetenschappelijk onderwijs vereist is. |
In Zuid Nederland zijn er ook beroepen waarvan we weten dat ze de aankomende tijd kansrijk blijven. Deze zijn de afgelopen jaren kansrijk geweest en minder gevoelig als de economie afkoelt. Dit zijn beroepen als monteurs industriële machines en installaties / mechatronica (installatie, service, storing), vrachtwagenchauffeurs en medewerkers klantcontact / klantenservice
Het arbeidsaanbod in Nederland is begin 2023 relatief laag. Het werkloosheidspercentage is de afgelopen jaren flink gedaald en ook in vergelijking tot andere Europese landen behoort Nederland tot de landen met het laagste werkloosheidspercentage (3,3%) (Eurostat, 2021).
Enerzijds heeft het UWV inzicht in het deel van het arbeidsaanbod dat staat ingeschreven bij het UWV (GWU). Dit zijn mensen met een WW-uitkering, een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, een bijstandsuitkering of geregistreerde werkzoekenden zonder uitkering. De groep bestond eind 2022 in Zuid Nederland uit 193.000 personen, waarvan 138.000 zonder dienstverband. Het gaat om een diverse groep werkzoekenden die lang niet allemaal direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Van de verschillende groepen die deel uitmaken van GWU hebben mensen met een WW-uitkering (33.000 personen) gemiddeld genomen de beste kans op werk: zij zijn vaak direct inzetbaar en beschikken over recente werkervaring. Een deel van deze groep, ongeveer 40% heeft echter een (gedeeltelijk) dienstverband en ontvangt daarnaast nog een aanvullende WW-uitkering.
Ook het CBS doet onderzoek naar het arbeidsaanbod, namelijk het onbenut arbeidspotentieel. In Zuid Nederland gaat het om 243.000 personen, 9% van het totaal aantal inwoners tussen 15 en 75 jaar, waarvan een deel ook in beeld is bij het UWV. Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers. In Nederland werken relatief veel mensen in deeltijd, een deel van deze groep (12%) wil en kan meer uren werken. In vergelijking tot andere Europese landen is dat een relatief klein aandeel (CBS, 2021).
In Zuid-Nederland bestaat veel grensarbeid, zowel met België als Duitsland. De knelpunten op de arbeidsmarkt aan wederzijdse kanten van de grens zijn echter vergelijkbaar. Er zijn werkzoekenden die ook buiten de landsgrenzen zoeken naar werk. Grensmatch is de vacaturetool voor grensarbeid in deze regio’s.
De provincies Gelderland, Flevoland en Overijssel vormen samen het oostelijk deel van Nederland. Het is een regio met veel natuurschoon, een rijke cultuurhistorie, een divers bedrijfsleven en drie grote Universiteiten. In deze provincies samen wonen bijna 4 miljoen mensen, 21% van de totale bevolking. De provincie Gelderland heeft het grootste aantal inwoners, namelijk 2 miljoen.
De oostelijke provincies worden gekenmerkt door een grote aanwezigheid van dienstverlenende sectoren. Ook de maakindustrie en landbouw zijn van oudsher in grote mate aanwezig in dit landsdeel. De arbeidsmarkt in de regio’s worden aangeduid als krap of zeer krap.
De grootste sectoren in Oost-Nederland, als het gaat om het aantal werknemersbanen, zijn de zorg en welzijnssector (337.100, 18%), industrie (203.400, 11%) en detailhandel (200.300, 11%) (CBS, 2021). De Achterhoek en Twente zijn perifeer gelegen regio’s en hebben vanwege de aanwezige sectoren te maken met een bovengemiddeld seizoensgevoeligheid ten opzichten van het landelijk gemiddelde. Als grensregio vormt Oost-Nederland een logistieke schakel tussen de Randstad en het Ruhrgebied. Al meer dan 50 jaar wordt er uitvoering gegeven aan een gezamenlijk grensoverschrijdend werkprogramma met Duitsland.
Figuur 5. Sectoren met hoogst aantal werknemersbanen in de regio
Ondanks de toenemende inflatie in 2022, presteert de Nederlandse economie relatief goed. En ook voor 2023 is er ondanks de inflatie, zwakkere wereldhandel en dalende huizenprijzen, economische groei voorspeld (CEP, 2023). Hoewel de spanning op de arbeidsmarkt in de tweede helft van 2022 iets afnam, bleef de arbeidsmarkt in de regio Oost met name (zeer) krap. Dat wil zeggen dat er meer openstaande vacatures zijn dan beschikbare werkzoekenden.
Factoren als vergrijzing, verduurzaming en automatisering hebben een inwerkende factor op de arbeidsmarkt. Bijna nergens in Europa ligt het aandeel werkende 55-plussers zo hoog als in Nederland. Dat betekent dat dit komende jaren zal leiden tot een grote uitstroom van pensioengerechtigden. 11% van de werkende bevolking in landdeel Oost is 60-plus en met name in sector zorg en welzijn en industrie zien we dat er komende jaren een grote uitstroom van pensioengerechtigden zal zijn. De verwachting is dat hierdoor de komende jaren de beroepsbevolking minder hard zal groeien of zelfs afnemen, wat bijdraagt aan de krappe arbeidsmarkt.
Voor meer informatie over actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zie www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
Links:
Centraal Economisch Plan (CEP) 2023, raming maart 2023 | CPB.nlwww.werk.nl/arbeidsmarktinformatie
De arbeidsmarkt in het oostelijke deel van Nederland is in 2022 zeer krap. In het vierde kwartaal van 2022 was de spanning het hoogst voor ICT-beroepen, dienstverlenende beroepen en technische beroepen. Het aantal openstaande vacatures verschilt per ISCO (International Standard Classification of Occupations) beroepsniveau, die de complexiteit en omvang van taken naar niveau indeelt. Bij ICT-beroepen staan er veel vacatures open op ISCO beroepsniveau 3 en 4. Voor zorg en welzijn beroepen is de vraag voor ISCO beroepsniveau 2, 3 en 4 gelijk verdeeld. Werkgevers met vacatures voor technische, bedrijfseconomische en administratieve beroepen zoeken vooral medewerker voor werkzaamheden op ISCO beroepsniveau 2.
Figuur 6. Aantal openstaande vacatures naar ISCO beroepsniveau - Kwartaal 4 2022
• Beroepsniveau 1: eenvoudige routinematige taken, waarvoor elementair of lager onderwijs volstaat;
• Beroepsniveau 2: weinig tot middelmatig complexe taken, waarvoor lager of middelbaar onderwijs vereist is;
• Beroepsniveau 3: complexe taken, waarvoor middelbaar of hoger onderwijs vereist is;
• Beroepsniveau 4: zeer complexe gespecialiseerde taken, waarvoor hoger of wetenschappelijk onderwijs vereist is.
In Oost-Nederland zijn er ook beroepen waarvan we weten dat ze de aankomende tijd kansrijk blijven. Deze zijn de afgelopen jaren kansrijk geweest en minder gevoelig als de economie afkoelt. Dit zijn beroepen als monteurs industriële machines en installaties / mechatronica (installatie, service, storing), woonbegeleiders gehandicaptenzorg en medewerkers klantcontact / klantenservice
Het arbeidsaanbod in Nederland is begin 2023 relatief laag. Het werkloosheidspercentage is de afgelopen jaren flink gedaald en ook in vergelijking tot andere Europese landen behoort Nederland tot de landen met het laagste werkloosheidspercentage (3,3%) (Eurostat, 2021).
Enerzijds heeft het UWV inzicht in het deel van het arbeidsaanbod dat staat ingeschreven bij het UWV (GWU). Dit zijn mensen met een WW-uitkering, een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, een bijstandsuitkering of geregistreerde werkzoekenden zonder uitkering. De groep bestond eind 2022 in Oost-Nederland uit 194.500 personen, waarvan 135.500 zonder dienstverband. Het gaat om een diverse groep werkzoekenden die lang niet allemaal direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Van de verschillende groepen die deel uitmaken van GWU hebben mensen met een WW-uitkering (28.500 personen) gemiddeld genomen de beste kans op werk: zij zijn vaak direct inzetbaar en beschikken over recente werkervaring. Een deel van deze groep, ongeveer 40% heeft echter een (gedeeltelijk) dienstverband en ontvangt daarnaast nog een aanvullende WW-uitkering.
Ook het CBS doet onderzoek naar het arbeidsaanbod, namelijk het onbenut arbeidspotentieel. In Oost-Nederland gaat het om 271.000 personen, 10% van het totaal aantal inwoners tussen 15 en 75 jaar, waarvan een deel ook in beeld is bij het UWV. Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers. In Nederland werken relatief veel mensen in deeltijd, een deel van deze groep (12%) wil en kan meer uren werken. In vergelijking tot andere Europese landen is dat een relatief klein aandeel (CBS, 2021).
In Oost-Nederland vind er een wisselwerking plaats in grensarbeid met Duitsland. De knelpunten op de arbeidsmarkt aan wederzijdse kanten van de grens zijn echter vergelijkbaar. Er zijn werkzoekenden die ook buiten de landsgrenzen zoeken naar werk. Grensmatch is de vacaturetool voor grensarbeid in deze regio’s.
De provincies Noord-Holland, Zuid-Holland, Utrecht en Zeeland vormen samen het westelijk deel van Nederland. De vier grootste steden van het land (Amsterdam, Rotterdam, Den Haag en Utrecht) bevinden zich in dit gebied, dat ook wel de Randstad wordt genoemd. In de Randstad wonen ongeveer 8,5 miljoen mensen. Dit is bijna de helft van de totale bevolking van Nederland. Het grootste deel van de werkgelegenheid in Nederland is dan ook hier te vinden.
De provincies Noord-Holland (rondom de stad Amsterdam) en Utrecht worden gekenmerkt door een grote aanwezigheid van de administratieve en de dienstverlenende sector. In deze sectoren, waaronder de financiële en ook de persoonlijke dienstverlening vallen, is veel werk. Daarnaast bieden de grote steden een grote diversiteit aan werkgelegenheid op de luchthavens en het toerisme. De laatste is meer te vinden in het noordelijk deel van de provincie Noord-Holland, zoals in steden als Zaanstad en Alkmaar.
Rotterdam en Den Haag zijn de twee grote steden in de provincie Zuid-Holland. Voor de werkgelegenheid is de haven van Rotterdam heel belangrijk. De stad Den Haag is het bestuurlijk centrum van Nederland, hetgeen met name in het openbaar bestuur veel vraag naar werknemers oplevert.
De provincie Zeeland is daarentegen juist een landelijk gebied met veel toerisme en de aanwezigheid van de (chemische) industrie.
Zoals ook in de rest van Nederland is de zorg en welzijnssector echter de grootste als het gaat om het aantal werknemersbanen. In West-Nederland gaat het in totaal om 680.000 werknemersbanen. Hierna volgen de detailhandel, met iets meer dan 435.000 werknemersbanen en de specialistische zakelijke diensten (369.000). De sector industrie is ook in West-Nederland groot (291.000) maar in vergelijking met de rest van Nederland, waar het bijna 10% van alle werknemersbanen betreft, toch iets minder sterk aanwezig (6,7%).
Figuur 7. Sectoren met hoogst aantal werknemersbanen in de regio
Ondanks de toenemende inflatie in 2022, presteert de Nederlandse economie relatief goed. En ook voor 2023 is er ondanks de inflatie, zwakkere wereldhandel en dalende huizenprijzen, economische groei voorspeld (CEP 2023). Hoewel de spanning op de arbeidsmarkt in de tweede helft van 2022 iets afnam, bleef de arbeidsmarkt in landsdeel West (zeer) krap. Dat wil zeggen dat er meer openstaande vacatures zijn dan beschikbare werkzoekenden.
De verwachting is dat de beroepsbevolking de komende jaren minder sterk zal groeien. Bijna nergens in Europa ligt het aandeel werkende 55-plussers zo hoog als in Nederland. Dat betekent dat dit komende jaren zal leiden tot een grote uitstroom van pensioengerechtigden. In de grote steden is 9% van de werkende bevolking in landsdeel West is 60-plus (in de meer landelijke gebieden is dit 11%). Met name in sector openbaar bestuur, zorg en welzijn alsmede onderwijs zien we dat er komende jaren een grote uitstroom van pensioengerechtigden zal zijn. De verwachting is dat hierdoor de komende jaren de beroepsbevolking minder hard zal groeien of zelfs afnemen, wat bijdraagt aan de krappe arbeidsmarkt
Voor meer informatie over actuele ontwikkelingen op de arbeidsmarkt, zie www.werk.nl/arbeidsmarktinformatie.
Links:
In West-Nederland is de arbeidsmarkt in 2022 krap tot zeer krap: In het vierde kwartaal van 2022 was de spanning het hoogst voor ICT-beroepen, dienstverlenende beroepen, zorg en welzijnsberoepen en technische beroepen. De krapte verschilt per ISCO (International Standard Classification of Occupations) beroepsniveau, die de complexiteit en omvang van taken naar niveau indeelt. Bij ICT-beroepen staan er veel vacatures open op ISCO beroepsniveau 3 en 4. Voor zorg en welzijn beroepen is de vraag voor ISCO beroepsniveau 2, 3 en 4 gelijk verdeeld. Werkgevers met vacatures voor technische, bedrijfseconomische en administratieve beroepen zoeken vooral medewerker voor werkzaamheden op ISCO beroepsniveau 2.
Figuur 8. Aantal openstaande vacatures naar ISCO beroepsniveau - Kwartaal 4 2022
In West-Nederland zijn er ook beroepen waarvan we weten dat ze de aankomende tijd kansrijk blijven. Deze zijn de afgelopen jaren kansrijk geweest en minder gevoelig als de economie afkoelt. Dit zijn beroepen als ontwerpers/architecten ICT-systemen, medewerkers klantcontact/klantenservice, monteurs industriële machines en installaties/mechatronica, productieplanners en vrachtwagenchauffeurs.
Het arbeidsaanbod in Nederland is begin 2023 relatief laag. Het werkloosheidspercentage is de afgelopen jaren flink gedaald en ook in vergelijking tot andere Europese landen behoort Nederland tot de landen met het laagste werkloosheidspercentage (3,3%) (Eurostat, 2021).
Enerzijds heeft het UWV inzicht in het deel van het arbeidsaanbod dat staat ingeschreven bij het UWV (GWU). Dit zijn mensen met een WW-uitkering, een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheidsuitkering, een bijstandsuitkering of geregistreerde werkzoekenden zonder uitkering. De groep bestond eind 2022 in West-Nederland uit 465.000 personen, waarvan 350.000 zonder dienstverband. Het gaat om een diverse groep werkzoekenden die lang niet allemaal direct inzetbaar zijn op de arbeidsmarkt. Van de verschillende groepen die deel uitmaken van GWU hebben mensen met een WW-uitkering (69.000 personen) gemiddeld genomen de beste kans op werk: zij zijn vaak direct inzetbaar en beschikken over recente werkervaring. Een deel van deze groep, ongeveer 40% heeft echter een (gedeeltelijk) dienstverband en ontvangt daarnaast nog een aanvullende WW-uitkering.
Ook het CBS doet onderzoek naar het arbeidsaanbod, namelijk het onbenut arbeidspotentieel. In West-Nederland gaat het om 672.000 personen, 11% van het totaal aantal inwoners tussen 15 en 75 jaar, waarvan een deel ook in beeld is bij het UWV. Het onbenut arbeidspotentieel bestaat uit werklozen, semiwerklozen en onderbenutte deeltijdwerkers. In Nederland werken relatief veel mensen in deeltijd, een deel van deze groep (12%) wil en kan meer uren werken. In vergelijking tot andere Europese landen is dat een relatief klein aandeel (CBS, 2021).
In West-Nederland bestaat grensarbeid in Zeeland, voornamelijk met België. De knelpunten op de arbeidsmarkt aan wederzijdse kanten van de grens zijn echter vergelijkbaar. Grensmatch is de vacaturetool voor grensarbeid in deze regio’s.